Megapresentatie Hoofdstuk 6; Nationalisme en imperialisme

Megapresentatie Hoofdstuk 6; Nationalisme en imperialisme
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Megapresentatie Hoofdstuk 6; Nationalisme en imperialisme

Slide 1 - Tekstslide

6.1; Europa na Napoleon

Slide 2 - Tekstslide

Deze les 
  • Grote staten
  • Nationalisme

Aan het einde van de les kun je:
Uitleggen waarom het Congres van Wenen zo belangrijk was.
Uitleggen hoe het Nationalisme opkwam

Slide 3 - Tekstslide

Congres van Wenen; 1815
Napoleon werd verbannen naar Sint Helena
  • Er moest een machtsevenwicht komen tussen Eng, Pruisen, Rus, Oostenrijk-Hongarije en Fr. 

  • Elk land moet dus even sterk zijn
  • Koninklijke families of adelijke families kregen de macht over deze gebieden. 
  • bijv. Familie van Oranje-Nassau in de Nederlanden

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Nationalisme 1/2
Liefde voor eigen volk en vaderland
Frankrijk ging zich één land voelen; door de overwinningen van Napoleon; mensen werden trots op hun land
 
De Duitssprekende mensen waren zich ook één natie(volk) gaan voelen. Zij wilden ook graag een eigen land.

Slide 7 - Tekstslide

Nationalisme 2/2
Bij de conferentie van Wenen werd alleen gekeken naar de grenzen van vóór de tijd van Napoleon
- Dus Duitsland bleef uit kleine gebiedjes bestaan
- Oostenrijk bleef een enorm rijk onder de Habsburgse keizer, maar Duitstaligen waren in de minderheid. 
Na 1815 komen veel volken in opstand; 
1. Grieken tegen het Ottomaanse Rijk
2. Belgen tegen de Nederlanders
3. Italie werd één land. 
4. Duitsland; volgende les

Slide 8 - Tekstslide

6.1; Europa na Napoleon les 2

Slide 9 - Tekstslide

Deze les 
  • Vorige les herhalen; eerste deel van de paragraaf
  • Duitse eenwording
  • Frans-Duitse Oorlog
Aan het einde van de les kun je:
Uitleggen hoe het Nationalisme opkwam
Hoe Bismarck een nieuw land wilde maken

Slide 10 - Tekstslide

Congres van Wenen; 1815
Napoleon werd verbannen naar Sint Helena
  • Er moest een machtsevenwicht komen tussen Eng, Pruisen, Rus, Oostenrijk-Hongarije en Fr. 

  • Elk land moet dus even sterk zijn
  • Koninklijke families of adelijke families kregen de macht over deze gebieden. 
  • bijv. Familie van Oranje-Nassau in de Nederlanden

Slide 11 - Tekstslide

Nationalisme
Liefde voor eigen volk en vaderland

Door de nieuwe grenzen, kwamen volken in nieuwe landen te liggen en werden zijn een minderheid

Zij wilden ook een eigen land; zoals Duitsland; zie volgende dia

Slide 12 - Tekstslide

De Duitse bond, 
Voorloper van Duitsland
 

Slide 13 - Tekstslide

De Duitse bond
Geleid door Pruissen;
  • Het machigste gebied in deze bond
  • Het bestaat uit allemaal kleine gebiedjes met koningen


Koning Wilhelm I van Pruissen en zijn regeringsleider Otto von Bismarck hebben het grotendeels voor het zeggen
- Bismarck wilde één groot Duitsland 

Slide 14 - Tekstslide

Duitse eenwording
Duitsland; moest één land worden
  • Hoe? 
  • Niet met liberaal geklets, maar met 'bloed en ijzer: Oorlog

  • Nationalisme door een oorlog tegen Frankrijk te voeren. 

  • Wie heeft dat voor elkaar gekregen? 
  • Otto van Bismarck; de IJzeren Hertog

Slide 15 - Tekstslide

Frans-Duitse Oorlog
De Franse koning Napoleon III (neefje van....) had ook wel zin in oorlog; de oorlog begint.
  • De Duitsers winnen
  • Frankrijk moet Elzas-Lotharingen afgeven:
       (Gebied met veel industrie)
  • De Duitse vorsten roepen in het Paleis van Versailles het 
nieuwe Duitse Keizerrijk uit. 


Als een land oorlog gaat voeren, voelen de mensen in het land veel liefde voor hun land en dat is positief

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

6.2; Transport en Communicatie

Slide 18 - Tekstslide

Deze les
  • Transportrevolutie
  • Gevolgen hiervan
  • Communicatierevolutie

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen: 
  1. Hoe het transport over land veranderde
  2. Hoe het transport over water veranderde
  3. Welke gevolgen de nieuwe transportmiddelen hadden  
  4. Wat er veranderde in de communicatie tussen mensen

Slide 20 - Tekstslide

Transport over land
Door de industrialisatie in de 19e eeuw:  Transportrevolutie: 
grondige verbetering van wegen en vervoermiddelen.

Er kwamen nieuwe transportmiddelen over land, zoals de trein, de fiets en de auto. Eerder kon je over land alleen te voet en te paard of met een koets reizen.



Slide 21 - Tekstslide

Transport over water
Het transport over water werd ook veel beter in de 19e eeuw. Er werden kanalen gegraven en rivieren werden uitgediept. Hierdoor konden grondstoffen en producten sneller over water worden vervoerd.

Ook zeetransport werd gemakkelijker, door de opkomst van ijzeren stoomschepen. Hiermee konden ook mensen eenvoudiger naar andere werelddelen reizen.


Slide 22 - Tekstslide

Uitleg
De Britten waren de baas in Egypte en zij lieten een 160 km lang kanaal door de woestijn graven. Hierdoor hoefden schepen, op weg naar Azië, niet meer om Afrika heen te varen. Dit scheelde weken aan reistijd

Slide 23 - Tekstslide

Gevolgen
De transportrevolutie had grote gevolgen:
  • Mensen van het platteland konden nu op andere plekken komen
  • Gebruik van treinen, trams en fietsen
  • Mensen konden nu makkelijker grote afstanden reizen
  • Economisch; Goederen werden sneller en in grotere hoeveelheden vervoerd; meer handel.

Slide 24 - Tekstslide

Nieuwe communicatiemiddelen
In de 19e eeuw vond ook een grondige verbetering plaats van de middelen om informatie uit te wisselen en vast te leggen: de communicatierevolutie.

In 1836 werd de telegraaf uitgevonden. Hiermee konden mensen over lange afstanden informatie aan elkaar doorgeven. In 1860 volgde de telefoon, waardoor mensen voor het eerst iemand konden horen die ver weg was.

Slide 25 - Tekstslide

Nieuwe communicatiemiddelen
Andere uitvindingen zorgden ervoor dat beeld, geluid of tekst direct en snel konden worden vastgelegd.

Beelden werden voor het eerst bewaard met fotografie (vanaf 1826) en later met film (vanaf 1878). De schrijfmachine (vanaf 1868) kon snel teksten vastleggen en de grammofoon (vanaf 1887) allerlei geluiden.

Slide 26 - Tekstslide

Telefoon (1892), grammofoon (1899), schrijfmachine (1900)

Slide 27 - Tekstslide

6.3; Westerse wereldrijken

Slide 28 - Tekstslide

Modern Imperialisme
Modern: 19e eeuwse  industriële samenleving
Imperium: groot wereldrijk

Het streven naar een modern wereldrijk

Slide 29 - Tekstslide

Rond 1700
handelskapitalisme 
Rond 1900
modern imperialisme
Wat valt op?

Slide 30 - Tekstslide

 Modern imperialisme, oorzaken:
1. Industrieën hadden grondstoffen en afzetgebieden nodig
2. Nationalisme: als grootmacht had men koloniën nodig (Welk Westers land is het machtigst?) 
3. Westers Superioriteitsgevoel: de Europese cultuur is de beste: 
opvoeding en bekering in koloniën

Slide 31 - Tekstslide

grondstof
productie 
afzetmarkt

Slide 32 - Sleepvraag

India
Groot Britannië 
India

Slide 33 - Sleepvraag

Imperialisme in Azië
Rond 1500; handelsposten en kleine kolonies langs de kust 

In de 18e en 19e eeuw; gingen de Europese landen hun macht uitbreiden
  • Grotere gebieden bezetten
  • Bestuur overnemen 
  • Vaak ten koste van de inheemse bevolking

Slide 34 - Tekstslide

Nederlands-Indië

  • In de tijd van de VOC had Nederland alleen controle over het eiland Java

  • Met de komst van het imperialisme ging Nederland ook de andere eilanden veroveren

  • De Nederlanders noemden hun nieuwe land Nederlands-Indië

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Dus: de motieven voor modern imperialisme
Economisch:
1) Grondstoffen
2) Afzetmarkt
Politiek:
3) Westerse Machtsverhoudingen 
Cultureel
4) Westerse superioriteit


Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Welke van de motieven voor het modern imperialisme komt in deze prent duidelijk tot uiting?
A
Verovering voor afzetmarkten (bijvoorbeeld Cuba)
B
Verovering voor de versteviging van de Amerikaanse macht in de regio
C
Verovering om minder ontwikkelde gebieden te beschaven
D
Verovering voor grondstoffen (bijv. Cubaanse tabak)

Slide 39 - Quizvraag

6.3; Westerse wereldrijken les 2

Slide 40 - Tekstslide

Deze les
  • Vorige les herhalen
  • Imperialisme in Afrika
  • Het Nederlands wereldrijk

Slide 41 - Tekstslide

Rond 1700
handelskapitalisme 
Rond 1900
modern imperialisme
Wat valt op?

Slide 42 - Tekstslide

Imperialisme in Afrika
De Europese landen nemen steeds meer gebieden in in Afrika: 
Vooral rondom de kust. 

  • Maar bij het innemen van de binnenlanden konden er problemen ontstaan; Van wie is welk stuk grond? 
  • Otto von Bismarck; Conferentie van Berlijn; Afrika verdelen. 
  • Grote afwezige: Afrikanen zelf. 

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Wat is de maker van deze bron duidelijk maken? 

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Het Nederlandse wereldrijk
18e eeuw: VOC de baas in Indië over een paar eilanden
Vanaf de 19e eeuw: NL regering neemt het over en breidt het bestuur uit; Nederlands-Indië. 

De bevolking van Atjeh waren moeilijk onder de duim te krijgen; Guerilla-oorlog

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide