Introductie Ontdekkingsreizigers
1 / 20
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Het thema van de Kinderboekenweek is ´En toen´ De boeken die wij lezen tijdens de Kinderboekenweek gaan dus over vroeger. In onze klas hebben we het over de tijd van de ontdekkingsreizigers.
Slide 2 - Tekstslide
We gaan praten over de geschiedenis van de wereld. Kijk maar eens naar deze balk. Dit is een tijdbalk. Daarop zie je de tijd. Aan de linkerkant is het langst geleden, aan de rechterkant het kortst gelden. Kan je aanwijzen in welke tijd we nu leven?
De tijd van de ontdekkingsreizigers was niet lang geleden maar heel lang geleden.
Slide 3 - Tekstslide
Jullie weten wat een eeuw is. Wij leven nu in de 21e eeuw. De tijd waar wij het in deze les over gaan hebben, is heel lang geleden. Wel 5 eeuwen geleden. Dat is 500 jaar. Weten jullie nog dat we het hadden over dat sommige mensen wel 100 jaar oud kunnen worden? Dus dat is 5 x zoveel.. In alle tijden leefden mensen die de wereld gingen in ontdekken maar.... de belangrijkste ontdekkingen waren in de 16e eeuw.
Wat weet je al over ontdekkingsreizigers?
Slide 4 - Open vraag
De vraag is: Wat weten jullie al over het onderwerp? Schrijf maar op wat er in je opkomt. Niet lang nadenken, gewoon schrijven. Er is geen goed of fout.
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
De eerste ontdekkingsreizen werden al in de tijd van de Grieken en Romeinen gemaakt. Dit deden ze om geld verdienen door spullen te ruilen of verkopen. Maar ze wilden meer en
gingen ze het land van de inwoners af pakken. Eigenlijk is dat gewoon stelen. Zo konden ze alles wat het land te bieden had, voor zichzelf gebruiken. Ontdekkingreizen zijn eeuwenlang gemaakt en er zijn nog steeds mensen die op zoek gaan naar nieuwe gebieden, nieuwe dieren en planten die nog nooit iemand gezien heeft.
Waarom wilden de ontdekkingsreizigers naar
die plekken?
die plekken?
A
Ze verveelden zich en zochten avontuur
B
Ze wilden nieuwe landen vinden en een kaart van de wereld maken
C
Om handel te drijven = spullen ruilen of verkopen
D
Ze wilden de landen afpakken om zo rijker te worden
Slide 7 - Quizvraag
Bespreek de antwoorden met de kinderen. Ze zijn allemaal waar behalve A.
Slide 8 - Tekstslide
We moeten wel goed begrijpen wat ze met het Oosten bedoelen. Wat zien we hier? Dit zijn de winrichtingen. Je hebt Noord, Oost, Zuid en West. Als je naar de wereldkaart kijkt, wat is dan het noorden, oosten, zuiden en westen?
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Spanje en Portugal stuurden het vaakst kooplieden en ontdekkinsgreizigers over de wereld. Frankrijk, Nederland en Engeland begonnen ook steeds meer handel te drijven.
Slide 11 - Tekstslide
De reizigers gingen altijd over land maar op een dag mochten ze niet meer door een land reizen omdat het ingepikt was door de Turken.
Die zeiden: Jullie mogen niet meer door ons land, bekijk het maar. Ze mochten wel dezelfde spullen daar kopen maar die waren niet meer te betalen. Peperduur zelfs! De peper was zo duur dat de kooplieden iets anders moesten bedenken.
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Met grote schepen voeren de Portugezen ze steeds een stukje verder naar het zuiden. Het was heel gevaarlijk. Uiteindelijk ontdekten ze het puntje van Afrika. Nu snapten ze dat je daar omheen kon varen naar India. Maar met die grote schepen waren ze maanden onderweg. Dat duurde veel te lang en veel mensen gingen onderweg dood. Er moest een ander manier zijn...dus Colombus bleef maar proberen via het westen naar India te varen.
Slide 14 - Tekstslide
Met grote schepen voeren de Portugezen steeds een stukje verder naar het zuiden. Het was heel gevaarlijk. Uiteindelijk ontdekten ze het puntje van Afrika. Nu snapten ze dat je daar omheen kon varen naar India. Maar met die grote schepen waren ze maanden onderweg. Dat duurde veel te lang en veel mensen gingen onderweg dood. Er moest een ander manier zijn...dus Colombus bleef maar proberen via het westen naar India te varen. Dat zou veel korter zijn..
Slide 15 - Tekstslide
Spanje en Portugal bleven reizen maken. Maar ook de Fransen, de Nederlanders en de Engelsen gingen met hun schepen de wereld over. Ze reisden via het zuiden van Afrika naar het oosten. Ze kwamen erachter dat Amerika heel groot was. Zo was er Noord- Amerika en Zuid- Amerika. Kijk maar op deze kaart. Het lukte zelfs het Oosten te bereiken door naar het Westen onder Amerika door te varen. (Bespreek blauwe lijn via Kaap Hoorn) Dat wilde Colombus al die tijd al!
Later werden andere werelddelen ontdekt.
Kijk naar de foto. Welk werelddeel zou dit zijn?
Kijk naar de foto. Welk werelddeel zou dit zijn?
Slide 16 - Open vraag
Het is de Zuid- Pool, officieel Antartica. Deze plek werd pas rond 1900 ontdekt.
En welk werelddeel zou dit zijn?
Slide 17 - Open vraag
Het is natuurlijk Australië. In 1606 werd dit werelddeel ontdekt.
Het was een Nederlander die dit gelukt was! Maar Nederland vond het land veel te droog, er groeide niets, ze konden niets gaan kopen of verkopen.
Afrika
Europa
Australië
India
Amerika
Slide 18 - Sleepvraag
Kan jij nu al gebieden aanwijzen waar de zeereizen naar toe gingen? Hoe heten deze landen en werelddelen?
Tot slot. Weet jij een ander woord voor werelddeel?
A
Een wereldplaats
B
Een land
C
Een wereldstuk
D
Een continent
Slide 19 - Quizvraag
Op aarde bevinden zich zeven werelddelen. Deze zijn in volgorde van grootte:
Azië
Afrika
Noord-Amerika (VS en Canada)
Zuid-Amerika
Antarctica (Zuidpool)
Europa
Oceanië (
Australië, Nieuw- Zeeland en eilanden)
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
