Vocabulary and grammar practice Unit 1.2 + 1.3 All Right VWO/Gym

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Vocabulary and Grammar practice Unit 1.2 + 1.3 All Right VWO/Gym

to look scruffy

1. er moe uitzien
2. er onverzorgd uitzien

grumpy

1. knorrig
2. gezet

kaal worden

1. to go grey
2. to lose your hair

twenty-something

1. in de twintig
2. ergens in de twintig

fashionable

1. betoverend mooi
2. modieus

jeugdig

1. youthful
2. elderly

doen denken aan

1. to remind of
2. to be into

sweet

1. schattig
2. lief

krokant

1. chewy
2. crispy

pickle

1. vissoep
2. augurk

spicy

1. gezouten
2. pikant

kale

1. boerenkool
2. spek

salmon

1. zeevruchten
2. zalm

tonijn

1. tuna
2. beef

Translate the following into English.

Het wordt geserveerd met spek, tomaten en sla, zonder meerprijs.

U kunt er kaas bij doen voor 50 cent.

Wilt u uw salade als voorgerecht of bij uw hoofdgerecht?

Wilt u contant, met creditcard of met pin betalen?

Present simple vs present continuous

Translate the sentences.

Ik ga elke dag op de fiets naar school.

Ik logeer bij mijn tante tijdens mijn verblijf in Utrecht.

Ik raak altijd mijn telefoon kwijt.

Het is vaak zonnig in Spanje.

Ik ben nu aan het lopen.