HAVO 5 Thema 2 DNA B4

Thema 5 DNA

B4 Genexpressie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 5 DNA

B4 Genexpressie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel B4
9.4.1 Je kunt beschrijven wat het belang van genexpressie voor een organisme is.
   
9.4.2 Je kunt enkele manieren van genregulatie bij prokaryoten beschrijven.

9.4.3 Je kunt enkele manieren van genregulatie bij eukaryoten beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Repressie prokaryoten 






(lactose niet aanwezig)

Slide 5 - Tekstslide

Genexpressie prokaryoten 






(lactose wel aanwezig)

Slide 6 - Tekstslide

Termen van B4
Genregulatie:        het aan- of uitzetten van een gen
Genexpressie:      wanneer een gen aan staat, kan door transcriptie RNA
                                      ontstaan en door translatie een eiwit
Structuurgenen: genen in prokaryoten die de informatie bevatten voor
                                      vorming van eiwit
Regulatorgenengenen die ervoor zorgen dat de juiste genen op het juiste moment en de juiste plaats tot expressie komen
- repressor (prokaryoot)
- activeren of remmen m.b.v. eiwitten (eukaryoot)

Slide 7 - Tekstslide

Het aan- en uitzetten van een gen
A
genexpressie
B
genregulatie

Slide 8 - Quizvraag

wanneer een gen aan staat, kan door transcriptie RNA ontstaan en door translatie een eiwit
A
genexpressie
B
genregulatie

Slide 9 - Quizvraag

Wat zijn regulatorgenen?

Slide 10 - Open vraag

Wat zijn structuurgenen?

Slide 11 - Open vraag

Maak nu opdracht 39

Slide 12 - Tekstslide

Antwoorden Opdracht 39
a. Negatieve terugkoppeling  
b. E. coli verspilt zo geen bouwstoffen en energie aan de synthese van   
     overbodige eiwitten.  
c. De structuurgenen worden actief als de gastheer voedsel heeft gegeten 
    dat weinig of geen tryptofaan bevat. Dan maakt de bacterie het 
    aminozuur zelf.

Slide 13 - Tekstslide

Genregulatie en celdifferentiatie in embryonale stamcellen

Slide 14 - Tekstslide

Regulatie van de genexpressie ontwikkeling van een fruitvlieg

Slide 15 - Tekstslide

regulatie embryonale ontwikkeling

Slide 16 - Tekstslide

de wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van omkeerbare veranderingen in de activiteit van genen, die niet het gevolg zijn van vernaderingen in de nucleotidenvolgorde van het DNA noemen we:

Slide 17 - Open vraag

Genregulatie
1. Door voorkómen van vorming RNA 
2. Door DNA opgewonden te houden (gebeurt ook o.i.v. eiwitten)
3. Door methylering (wordt doorgegeven aan kinderen en diens kinderen etc. ----> andere genexpressie

Slide 18 - Tekstslide

1. Door voorkomen vorming RNA of eiwitsynthese

Slide 19 - Tekstslide

2. Door het DNA opgewonden te houden 
(of zelfs strakker op te rollen)

Slide 20 - Tekstslide

3. Door DNA-methylering

Slide 21 - Tekstslide

Maak opdracht 32 t/m 40
Klaar?

Check of je de leerdoelen hebt gehaald met de flitskaarten en Test Jezelf

Klaar?
Lees de context 'Al linkshandig voor geboorte' en maak de opdracht 41



Slide 22 - Tekstslide

Lesafsluiter B4
9.4.1 Je kunt beschrijven wat het belang van genexpressie voor een organisme is.
9.4.2 Je kunt enkele manieren van genregulatie bij prokaryoten beschrijven.
9.4.3 Je kunt enkele manieren van genregulatie bij eukaryoten beschrijven.

Slide 23 - Tekstslide