Je laat je huis zien (zie voorbeeldfilmpje in lessonup 17)
Je vertelt hoe je huis is: groot, klein, mooi, oud, nieuw, gezellig etc.
Je vertelt wat je favoriete plek in huis is. En je vertelt ook waarom.
Je vertelt wat er in de verschillende ruimtes van je huis is
Je beschrijft je slaapkamer, waarbij je vertelt waar je meubels staan.
Gebruik minimaal 3x hay, 3x ser en 3x estar (vaker mag)