Het Historisch Referentiekader: Begrijp het verleden

Het Historisch Referentiekader: Begrijp het verleden
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisSecundair onderwijs

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het Historisch Referentiekader: Begrijp het verleden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je het historisch referentiekader uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen kunnen doen.
Wat weet je al over het historisch referentiekader?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het historisch referentiekader?
Het historisch referentiekader is een manier om gebeurtenissen uit het verleden te begrijpen en te interpreteren.

Slide 4 - Tekstslide

Leg kort uit wat het historisch referentiekader is.
Elementen van het historisch referentiekader
Het historisch referentiekader bestaat uit tijd, ruimte, samenleving en cultuur.

Slide 5 - Tekstslide

Beschrijf de verschillende elementen van het historisch referentiekader.
Tijd
Tijd geeft aan wanneer een gebeurtenis plaatsvond. Het kan worden gemeten in jaren, decennia of eeuwen.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit wat tijd betekent binnen het historisch referentiekader.
Ruimte
Ruimte verwijst naar de locatie waar een gebeurtenis plaatsvond. Het kan een stad, land of werelddeel zijn.

Slide 7 - Tekstslide

Beschrijf de rol van ruimte binnen het historisch referentiekader.
Samenleving
Samenleving verwijst naar de mensen die betrokken waren bij een gebeurtenis en de sociale structuren van die tijd.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit wat samenleving betekent binnen het historisch referentiekader.
Cultuur
Cultuur omvat de waarden, normen, tradities en gewoonten van een bepaalde groep mensen in een bepaalde periode.

Slide 9 - Tekstslide

Beschrijf de rol van cultuur binnen het historisch referentiekader.
Toepassen van het historisch referentiekader
Het historisch referentiekader helpt ons gebeurtenissen uit het verleden beter te begrijpen en te plaatsen in de juiste context.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit hoe het historisch referentiekader kan worden toegepast in het begrijpen van het verleden.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.