In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom terug!!
Slide 1 - Tekstslide
Planning week 1 + 2
Deze week (week 1)
Schrijven H1 blz. 18/19, opdr. 1 t/m 4
Schrijven H2 blz. 50/51, opdr. 1 + 3
Volgende week (week 2)
Schrijven H3 blz. 82/83, opdr. 1 t/m 3
Schrijven H4 blz. 114/115, opdr. 1 t/m 3
Zelf bepalen onderwerp betoog
Slide 2 - Tekstslide
De planner staat op Teams - kanaal Nederlands - bestanden.
In de map Schrijfvaardigheid staan alle documenten, die je nodig hebt de komende weken.
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoelen:
Ik kan/weet:
verschillende manieren om een onderwerp van een tekst te introduceren en af te ronden
een inleiding en slot schrijven en inhoudelijke verbanden aangeven met signaalwoorden
de structuur van de tekst aan het doel van de tekst aanpassen
relaties als oorzaak/gevolg etc. duidelijk aangeven met signaalwoorden en structuuraanduidende zinnen
Slide 4 - Tekstslide
Hoe is een tekst opgebouwd?
A
Inleiding en midden
B
Inleiding, middenstuk en slot
C
Midden en slot
D
Inleiding en slot
Slide 5 - Quizvraag
Tekstopbouw
(Bijna) elke tekst bestaat uit drie onderdelen:
inleiding
middenstuk (kern)
slot
Slide 6 - Tekstslide
Inleiding
In de inleiding trek je de aandacht van de lezer.
Hoe? Door in de 1e alinea:
de actualiteit te gebruiken
geschiedenis te gebruiken
een voorbeeld of anekdote of eigen ervaring te vertellen
voor de lezer persoonlijk belang te benadrukken
________
Slide 7 - Tekstslide
Ook introduceer je in de inleiding het onderwerp, soms in de 2e alinea. Dat doe je door:
een hoofdvraag en/of deelvragen op te stellen.
een probleem te formuleren.
je standpunt te geven.
Slide 8 - Tekstslide
Is de tekst een inleiding of een slot?
A
inleiding
B
slot
Slide 9 - Quizvraag
Slot
In het slot formuleer je de hoofdgedachte van de tekst; het belangrijkste wat je de lezer wil meegeven. Bijv.: het antwoord op de hoofdvraag of een herhaling van je standpunt.
Je sluit het slot af met een uitsmijter, een krachtige zin.
_____________
Slide 10 - Tekstslide
In welk deel van de tekst verwacht je onderstaande zinnen?
Inleiding
Kern
Slot
En daarom raad ik iedereen aan om meer televisie te kijken.
Televisie biedt bovendien de broodnodige ontspanning.
Het moge duidelijk zijn: televisiekijken is de beste invulling van je vrije tijd.
Zullen onze kleinkinderen nog weten wat een televisie is?
Voor velen zal het een bekend gevoel zijn: zo veel kanalen en toch zo weinig leuke programma's op tv.
Toch is het misschien te kort door de bocht om te zeggen dat er geen goede televisie meer wordt gemaakt.
Slide 11 - Sleepvraag
In welke alinea's van een overtuigende tekst staat het standpunt?
A
inleiding en middenstuk
B
middenstuk en slot
C
inleiding en slot
D
inleiding, middenstuk en slot
Slide 12 - Quizvraag
H2 schrijven
Tekststructuren
Slide 13 - Tekstslide
Tekststructuren
overtuigen of activeren
informeren of opiniëren
informeren of opiniëren
informeren
informeren
informeren, opiniëren, overtuigen en activeren
informeren
Tekstdoelen:
Slide 14 - Tekstslide
Welke tekststructuur past niet bij een betoog?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
argumentatiestructuur
C
verklaringsstructuur
D
aspectenstructuur
Slide 15 - Quizvraag
informeren overtuigen
Het is de bedoeling dat de lezer iets gaat doen.
Nieuwsbericht in de krant of een tekst in een leerboek.
Dit zie je soms bij een recensie van een boek, maar het kan ook overtuigend zijn!
beschouwen
activeren
Feitelijke informatie en objectief
Voor- en tegenargumenten bij een stelling.
Je herkent vaak een duidelijk standpunt van de schrijver.
column in de krant
reclame
Slide 16 - Sleepvraag
A
B alinea-nummers
C deelonderwerpen
D inhoud in steekwoorden
Inleiding
1
2
Stuk met deelonderwerpen
3
4
5
6
Slot
7
Conclusie / samenvatting etc.
Onderwerp: …
Tekstdoel: …
Hoofdgedachte: ...
Slide 17 - Tekstslide
Huiswerk week 1
50/51Schrijven H1 blz. 18/19, opdr. 1 t/m 4
Schrijven H2 blz. 52/53, opdr. 1 t/m 3
Ma 11-1 8.00 uur: inleveren via Teams - opdrachten
(H1 opdr. 2.7 + H2 opdr. 3.7 hoef je niet te doen!)