telling time

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 1,2

Telling

Time

Doel  van de les bespreken:

je kan de tijd, de hele uren, halve uren, kwartieren en minuten in het Engels verstaan, begrijpen, vertellen en opschrijven.

Grammar in je boek p. 68

O'CLOCK

Het hele uur = o'clock

om 12 uur = at 12 o'clock

Het is 12 uur. = It's twelve o'clock.

Luister naar de docent.
Type de tijd in cijfers met een dubbele punt er tussen. (00:00)

1. It's one o'clock.
2. It's one hour.
3. It's twelve o'clock.
4. It's first o'clock.

what's the time?
-drie uur-

what's the time

1. twelve o'clock.
2. Iteleven o'clock
3. elevenst o' clock
4. eleven hour

What's the time?

                            In het boek:

De docent zegt hoe laat het is.

1. 10:15u
2. 10:30u
3. 15:10u
4. 11:30u

Het is 10:10u

1. ten to ten
2. ten past ten
3. fifty minutes to eleven
4. twenty minutes to half past ten

1. half past four
2. half past five
3. half to four
4. half to five

1. a quarter to twelve
2. twelve past a quarter
3. twelve past three
4. a quarter past twelve

twenty-six minutes past eight

De docent zegt hoe laat het is.

1. 11:25u
2. 11:15u
3. 10:45u

Het is 17:05u

1. five o'clock
2. half past five
3. five minutes to five
4. five minutes past five

1. twenty-five past six
2. thirty -five to seven
3. twenty-five past seven
4. five minutes to half past six

What's the time?

The school's out at 14.15u

1. a quarter past two
2. a quarter to two
3. fifteen minutes to two
4. fifteen minutes past two

De docent zegt hoe laat het is.

1. 04:15u
2. 10:04u
3. 16:10u
4. 15:50u

1. forty-five minutes past seven
2. quarter to nine
3. quarter to eight
4. fifteen minutes past half past seven

7 

minutes past 4

half 

past
8

6 

minutes 

past 11

8 

minutes 

to 3

6

minutes to 8

1. eight minutes past half past twelve
2. eight minutes past half past eleven
3. twenty-two minutes to twelve
4. twenty-two minutes to eleven

1. five minutes to half past two
2. twenty-five minutes past two
3. five minutes to half past three
4. twenty-five minutes to two

1. thirty-six minutes past eight
2. twenty-four minutes past nine
3. six minutes past half past eight
4. twenty-four minutes to nine

1. nine minutes to twelve
2. fifty-one minutes past eleven
3. nine minutes to eleven
4. fifty-one minutes to twelve

Ik kan de tijd in het Engels begrijpen als iemand deze tegen mij zegt

1. ja dat kan ik
2. dat vind ik moeilijk
3. nee dat lukt niet
4. meestal begrijp ik het wel

Ik kan de tijd in het Engels vertellen aan een ander

1. ja, dat kan ik
2. dat lukt bijna bij alle tijden
3. nee, ik kan dat niet
4. ik vind het nog moeilijk

Ik kan de tijd in het Engels opschrijven

1. ja dat lukt wel
2. nee, dat lukt nog niet
3. bijna alle tijden kan ik opschrijven
4. ik vind het moeilijk

https:

Huiswerk voor morgen:

Maak in je boek op p. 81 opdracht 44 A en B