Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
3.2 - Wat levert het op?
Hoofdstuk 3
Paragraaf 2 - Wat levert het op?
4TL
1 / 27
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 3
Paragraaf 2 - Wat levert het op?
4TL
Slide 1 - Tekstslide
Wat moet je kennen/ kunnen?
Vragen paragraaf 1 bespreken
Hoe je de bruto en netto winst van een bedrijf kunt uitrekenen
Wat is de productiecapaciteit?
Wat is de arbeidsproductiviteit?
Hoe kun je arbeidsproductiviteit uitrekenen?
Waarom is arbeidsproductiviteit belangrijk voor een bedrijf?
Slide 2 - Tekstslide
Bruto en nettowinst
Omzet €
Inkoopwaarde
€ -
Brutowinst €
Bedrijfskosten
€ -
Nettowinst €
ALTIJD zonder BTW, die is voor de overheid!
Slide 3 - Tekstslide
1. Omzet
De omzet
= het aantal euro dat een bedrijf verdiend (zonder dat de kosten eraf zijn) = opbrengsten
De afzet
= Het aantal verkochte producten in stuks
Formule omzet =
Afzet x (de gemiddelde) verkoopprijs per product
Slide 4 - Tekstslide
2. Inkoopwaarde
Inkoopwaarde =
De totale prijs waar een bedrijf haar producten voor in koopt.
Formule inkoopwaarde =
Afzet x (gemiddelde) inkoopprijs per product
Slide 5 - Tekstslide
3. bruto winst
Brutowinst
= de winst die je hebt behaald zonder aftrek van bedrijfskosten.
Formule brutowinst =
Omzet – inkoopwaarde
Slide 6 - Tekstslide
4. Bedrijfskosten
Bedrijfskosten
= Alle kosten die een bedrijf heeft (vast + variabel) behalve de inkoopwaarde
Formule bedrijfskosten
=
Alle vaste en variabel kosten bij elkaar optellen
Slide 7 - Tekstslide
5. Netto winst
Nettowinst =
De winst die een bedrijf daadwerkelijk heeft gehaald na aftrek van alle kosten
Formule nettowinst =
Brutowinst – bedrijfskosten
Omzet – inkoopwaarde - bedrijfskosten
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Oefensom netto en bruto winst
Van Fictief B.V. dat handelt in mobiele telefoons zijn de volgende gegevens over het jaar 2005 bekend:
De afzet bedroeg 1400 stuks.
De verkoopprijs bedroeg €125,00 per stuk.
De inkoopprijs bedroeg €80,00 per stuk.
De bedrijfskosten bedroegen 13% van de omzet.
Bereken
de bruto en de nettowinst van fictief B.V.
Slide 10 - Tekstslide
https:
Slide 11 - Link
Arbeidsproductiviteit/ productiecapaciteit
Productiecapaciteit
=
De maximale hoeveelheid producten dat een bedrijf kan produceren
Arbeidsproductiviteit =
Hoeveel iemand (of een groep mensen) produceert in een bepaalde tijd.
Hoe hoger de arbeidsproductiviteit hoe meer
iemand produceert in minder tijd
Slide 12 - Tekstslide
Arbeidsproductiviteit/ productiecapaciteit
Formule arbeidsproductiviteit per uur =
Totale productie (in stuks) : Totaal aantal gewerkt uren
Formule arbeidsproductiviteit per werknemer:
Totale productie (in stuks) : Totaal aantal werknemers
Slide 13 - Tekstslide
Hoe kan een bedrijf er voor zorgen dat de arbeidsproductiviteit omhoog gaat?
Slide 14 - Open vraag
Verhogen Arbeidsproductiviteit
Door
mechanisatie
. Dit is dat machines het werk van mensen overneemt
Door
automatisering
. Dit is dat computers het werk van mensen overneemt
Door een goede
werksfeer
Door verbetering van de
arbeidsomstandigheden
Door verbetering van de
arbeidsvoorwaarden
Door
arbeidsverdeling
. Dit is dat iedereen doet waar hij/zij goed in is
Door
scholing
Slide 15 - Tekstslide
Waarom gaat de arbeidsproductiviteit niet omhoog als je meer personeel aanneemt?
Slide 16 - Open vraag
Verhogen arbeidsproductiviteit
Dus
NIET
door:
Meer mensen aan te nemen. Je gaat wel meer doen, maar niet in minder tijd.
Meer uren te gaan werken. Je gaat wel meer doen, maar niet in minder tijd.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Wat is juist?
A
omzet - verkoopwaarde = nettowinst
B
omzet - inkoopwaarde = nettowinst
C
omzet - bedrijfskosten = nettowinst
D
omzet - inkoopwaarde = brutowinst
Slide 19 - Quizvraag
Hoe bereken je de netto winst?
A
Omzet - bedrijfskosten
B
bruto winst - bedrijfskosten
C
Omzet - bruto winst
D
omzet - bruto winst - bedrijfskosten
Slide 20 - Quizvraag
De winkels zijn in december elke avond open. Wordt hierdoor de arbeidsproductiviteit groter?
A
ja
B
nee
Slide 21 - Quizvraag
Een bedrijf produceert 30.000 frikadellen. Er werken 25 mensen in de fabriek en 5 op kantoor. Bereken de arbeidsproductiviteit per werknemer.
A
1.200
B
750
C
1.000
D
6.000
Slide 22 - Quizvraag
Wat is NIET van invloed op de arbeidsproductiviteit?
A
scholing
B
arbeidsvoorwaarden
C
arbeidsverdeling
D
openingstijden
Slide 23 - Quizvraag
Als de arbeidsproductiviteit toeneemt, kunnen de productiekosten ...
A
dalen.
B
stijgen.
C
gelijk blijven.
D
verdwijnen.
Slide 24 - Quizvraag
Hoe beïnvloedt concurrentie de arbeidsproductiviteit?
A
doordat je sneller en beter gaat produceren neemt de arbeidsproductiviteit af
B
doordat je beter wil zijn dan je concurrenten, gaat dat vanzelf
C
doordat je beter wil zijn dan je concurrent blijft de arbeidsproductiviteit gelijk
D
doordat je de concurrentie voor wilt blijven, ga je sneller en beter produceren en neemt de arbeidsproductiviteit toe
Slide 25 - Quizvraag
Wat hebben we deze les geleerd?
Slide 26 - Open vraag
Wat moet je kennen/ kunnen?
Vragen paragraaf 1 bespreken
Hoe je de bruto en netto winst van een bedrijf kunt uitrekenen
Wat is de productiecapaciteit?
Wat is de arbeidsproductiviteit?
Hoe kun je arbeidsproductiviteit uitrekenen?
Waarom is arbeidsproductiviteit belangrijk voor een bedrijf?
Slide 27 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Administratie hst 1 Een bedrijf van dichtbij paragraaf 5 en 6
Januari 2022
- Les met
21 slides
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
leerjaar 3 hst 5 les 2
Maart 2020
- Les met
14 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Leerjaar 4 Economie hst 3 Quizzz
September 2022
- Les met
15 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
leerjaar 4 Economie Hst 3 les 1
September 2022
- Les met
10 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
par 3.2 Wat levert het op? Korte versie
Oktober 2023
- Les met
28 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 4
3.2 - Wat levert het op?
Maart 2024
- Les met
25 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Winst of verlies?
Januari 2019
- Les met
22 slides
door
economie voor vmbo
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
economie voor vmbo
3.2 Winst of verlies?
Augustus 2018
- Les met
39 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld