Present Simple vs Present Continuous met vragen en ontkenningen

Today's Programme
- Present Simple or Continuous?
- Vocabulary 




Lesdoel:
- Je weet wanneer en hoe je de present simple en de present continuous moet maken
- Je weet hoe je vragen en ontkenningen in de P.S. en P.C. maakt
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Today's Programme
- Present Simple or Continuous?
- Vocabulary 




Lesdoel:
- Je weet wanneer en hoe je de present simple en de present continuous moet maken
- Je weet hoe je vragen en ontkenningen in de P.S. en P.C. maakt

Slide 1 - Tekstslide

Fill in: I always ____ to school by bike.
A
go
B
am going

Slide 2 - Quizvraag

Fill in: What are you doing? I _______ a shower.
A
take
B
am taking

Slide 3 - Quizvraag

Fill in: Look! The dog _______ with a kitten.
A
plays
B
is playing

Slide 4 - Quizvraag

Fill in: Water _____ at 100 degrees celcius.
A
boils
B
is boiling

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

present simple & present continuous
Present simple - tegenwoordige tijd
- Deze tijd gebruik je om feiten, gewoonten en regelmatige gebeurtenissen aan te geven. 
- Werkwoord (take) of werkwoord +s (takes)   (SHIT REGEL)

Feit: The train arrives at six o'clock.
Gewoonte: Joe always wears a helmet at work.
Regelmatige gebeurtenis: I usually take orders from costomers.

Slide 7 - Tekstslide

present simple & present continuous
Present continuous - duurvorm tegenwoordige tijd
- Deze vorm gebruik je om te zeggen dat iets NU bezig is of om irritatie aan te geven. 
- am / are / is + werkwoord + ing

NU bezig: I am stacking shelves right now.
Irritatie: She is always teasing me!



Slide 8 - Tekstslide

Present simple - tegenwoordige tijd

- Deze tijd gebruik je om feiten, gewoonten en regelmatige gebeurtenissen aan te geven.

- Werkwoord (take) of werkwoord +s (takes) (SHIT REGEL)

Present continuous - duurvorm tegenwoordige tijd

- Deze vorm gebruik je om te zeggen dat iets NU bezig is of om irritatie aan te geven.

- am / are / is + werkwoord + ing

Slide 9 - Tekstslide

Present simple - tegenwoordige tijd

- always, sometimes, never, usually, every day/week/month/year

Present continuous - duurvorm tegenwoordige tijd

- (right)now, at the moment, look!/listen!, this instant, as we speak

Slide 10 - Tekstslide

In welke tijd staan de zinnen. Sleep ze naar de juiste box.
Present Simple 
Present Continuous
I sing every day. 
I am singing right now. 
Water boils at 100 *C.
He likes pizza. 
I am playing a game.
He is sleeping at the moment. 
He likes to dance.
I am dancing. 

Slide 11 - Sleepvraag

Wat zijn signaalwoorden voor de present continuous en welke horen bij de present simple?
Present Simple
Present Continuous
Right now
Today
Never
This moment
Often
Every week

Slide 12 - Sleepvraag

Present Simple or Continuous?
Look! He ___ (leave) the house.

Slide 13 - Open vraag

Present Simple or Continuous?
She usually ___ (walk) to school.

Slide 14 - Open vraag

Present Simple or Present Continuous?
Ronald ___ (put) food in the oven right now.

Slide 15 - Open vraag

Present Simple or Present Continuous?
My dad ___ (not work) in the office every day.
(Geen afkorting gebruiken!)

Slide 16 - Open vraag

Present Simple or Present Continuous?
My dad ___ (not solve) a crossword puzzle every day.
(Geen afkorting gebruiken!)

Slide 17 - Open vraag

Ik ken het verschil tussen de present simple en de present continuous
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Present simple: 
vragen en ontkenningen

Lesdoel:

Ik kan vragen en ontkenningen maken in de present simplex.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Present Simple vragen en ontkenningen
2 stappen =>

1. Is er een hulpwerkwoord ?
2. Wat is het hoofdwerkwoord?

Slide 21 - Tekstslide

Hulpewerkwoorden
to be = am / are / is
You are happy.
can / could / may / should
She can play the piano.
to have got = have got / has got
They have got a nice dog.

Slide 22 - Tekstslide

Vragen maken met hulpww
You are happy.
Are you happy ?

She can play the piano.
Can she play the piano ?

They have got a nice dog.
Have they got a nice dog ?

Slide 23 - Tekstslide

Ontkenningen maken met hulpww
You are happy.
You are not (aren't) happy.

She can play the piano.
She cannot (can't) play the piano.

They have got a nice dog.
They have not got (haven't got) a nice dog.

Slide 24 - Tekstslide

Vragen maken met hoofdww
I play tennis every week.
Do I play tennis every week?

He reads a book every month.
Does he read a book every month?

DOES = SHE - HE - IT ---> SHIT rule
Als je het hulpwerkwoord does toevoegt moet je bij het hoofdwerkwoord de -s weglaten. Je gebruikt hier altijd het hele werkwoord.

Slide 25 - Tekstslide

Ontkenningen maken met hoofdww
I play tennis every week.
I don't play tennis every week.

He reads a book every month.
He doesn't read a book every month.

DOESN'T = SHE - HE - IT ---> SHIT rule
Als je het hulpwerkwoord does toevoegt moet je bij het hoofdwerkwoord de -s weglaten. Je gebruikt hier altijd het hele werkwoord.

Slide 26 - Tekstslide

Make a question:
Kim walks her dog every day

Slide 27 - Open vraag

Make a question:
They have got a big house

Slide 28 - Open vraag

Make a question:
My cat catches a mouse every week.

Slide 29 - Open vraag

Make a question:
Tommy is happy.

Slide 30 - Open vraag

Make a question:
They have a lot of books.

Slide 31 - Open vraag

Make a negation:
Kim walks her dog every day

Slide 32 - Open vraag

Make a negation:
They have got a big house

Slide 33 - Open vraag

Make a negation:
My cat catches a mouse every week.

Slide 34 - Open vraag

Make a negation:
Tommy is happy.

Slide 35 - Open vraag

Make a negation:
They have a lot of books.

Slide 36 - Open vraag

Exercise 
Maak een zin in de present simple met
- to be
- play
- watch
timer
3:00

Slide 37 - Tekstslide

Exercise 2
Think of 3 sentences in the present simple.
- 1 positive
- 1 question
- 1 negation
timer
2:30

Slide 38 - Tekstslide

Ik kan vragen en ontkenningen maken in de present simple
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Poll