Urinewegstelsel + oplossingen opdracht verleden week

Het urinewegstelsel
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het urinewegstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
  •  Huiswerk vragen over voeding en vocht gezamenlijk bespreken 13.15 - 13.30 uur -> zie teams.
  • Les over het urinewegstelsel 13.30 - 14.15 uur
  • Pauze 14.15 - 14.30 uur
  • Burgerschap 14.30 - 15.30 uur
  • Planning LOB gesprekken bespreken 15.30 - 15.35
  • Afsluiten en aansluitend tijd voor individuele vragen 15.35 - 15.45 uur 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
- Beschrijf bij de nieren de bijbehorende namen, dit aan de hand van het plaatje.

- Beschrijf bij het urinewegstelsel de bijbehorende namen, dit aan de hand van het plaatje

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een nier

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urinewegstelsel

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel liter bloed wordt er dagelijks door de nieren gezuiverd?
A
100 liter
B
170-180 liter
C
1500 -2000 liter
D
3000 liter

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoelang zijn de urineleiders(ureters)?
A
10-15 cm
B
20-25 cm
C
25-30 cm
D
30-35 cm

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord behoort niet tot de 4 gebieden in de nier?
A
nierschors
B
bijnier
C
niermerg
D
nierbekken

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke taak behoort niet tot een taak van de nieren?
A
Regelen van zout en vochtbalans
B
Vitamine c stofwisseling
C
Vorming van rode bloedcellen
D
Regelen van de bloeddruk

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke onderdelen bestaat het urinewegstelsel?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke bestanddelen bestaat urine?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk hormoon wordt er in de bijnierschors aangemaakt?
A
Aldosteron
B
oxytocine
C
prolactine
D
endorfine

Slide 18 - Quizvraag

Aldosteron zorgt dat de nieren natrium en vocht vasthouden en kalium met de urine afvoeren

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij hoeveel urine in de blaas krijg je drang om te moeten plassen?

Slide 20 - Open vraag

 Je krijgt een sein als er 300 tot 350 ml urine in je blaas zit. 
Vragen beantwoorden

  • Wat is de functie van de nieren?
  • Wat is een nefron?
  • Hoeveel plas je gemiddeld per dag?
  • Wat is een ander woord voor urine?



Slide 21 - Tekstslide

Functie nier
* filtratie (het filteren van het bloed)
* terugresorptie of reabsorptie (terugnemen van te veel uitgefilterde stoffen).
* het regelen van de vocht- en zoutbalans;
* het regelen van de bloeddruk;
* het vormen van rode bloedcellen;

de vitamine-D-stofwisseling.Nefron
Elke nier heeft meer dan een miljoen van die zelfstandig werkende filterinstallaties. Deze zelfstandig werkende eenheden heten nefronen. Een nefron bestaat uit een nierlichaampje en een nierkanaaltje.

Per dag plas je ongeveer 1,5 liter.
Feedback op deze les
Tips en tops

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies