In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
D1BTh8 B5
Vruchten en zaden
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a.
Slide 1 - Tekstslide
Dit ga je leren
- Hoe een zaad ontstaat
- Wat kiemen is
- De levenscyclus van een plant
Slide 2 - Tekstslide
Lezen en opdrachten maken
Handboek: Lezen blz. 68 en 69
Werkboek: Maak opdracht 18, 19 en 21 t/m 23
(blz 73 t/m 77)
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Kiemen van zaad
Bekijk de animatie (volgende slide).
In je schrift:
Noteer welke omstandigheden een zaad nodig heeft om te kunnen kiemen.
Tip:Geroosterde bruine boterham met een plakje kaas en tuinkers
Praktijk: een lekker hapje
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Leerdoel
Je kunt uitleggen wat kiemen is en welke omstandigheden:
- kiemen stimuleren
- kiemen voorkomen
Slide 7 - Tekstslide
In de bloem:
Zaadbeginsels worden zaden
Na de bevruchting gaan de zaadbeginsels en het vruchtbeginsel groeien. De zaadbeginsels ontwikkelen zich tot zaden met in elk zaad een bevruchte eicel.
Als een eicel in een zaadbeginsel niet bevrucht is, verschrompelt dat zaadbeginsel.
De zaden van peulvruchten noem je bonen.
1. Verschrompeld zaadbeginsel: Dit zaadbeginsel is niet bevrucht.
2. Een minder goed ontwikkelt zaad (het kleinere boontje)
1
Restant bloemkelk met bloemsteel
2
Restant van de stijl
3
Slide 8 - Tekstslide
De bloem is nog niet bevrucht.
De bloem is bevrucht. Het vruchtbeginsel en het zaadbeginsel zijn aan het groeien.
Bloemsteel
1
Restje van de kelkbladeren
2
Kroonbladeren
3
Vruchtbeginsel
4
Zaadbeginsel
5
Meeldraden
6
Leren
Slide 9 - Tekstslide
Kroonbladeren en meeldraden vallen af.
Restje van de Kelkbladeren.
Je ziet het vruchtvlees met de zaden.
Als de zaden rijp zijn,
springt de vrucht open
en komen de zaden vrij
De zaden bevatten reserve voedsel dat
nodig is voor het kiemen
Slide 10 - Tekstslide
Leerdoel
Je kunt uitleggen hoe de
vruchtbeginsels en zaadbeginsels groeien
na de bevruchting.
Slide 11 - Tekstslide
Pitten zijn ook zaden, ze zitten in fruit. Er is fruit met heel veel pitten. Er zijn dan heel veel eicellen bevrucht.
Daar zijn dus heel veel stuifmeelkorrels voor nodig geweest.
Het vruchtbeginsel van een kers bevat één zaadbeginsel.
Er is in de kers maar 1 eicel bevrucht en 1 zaad ontstaan. De aardbei is vele malen bevrucht. De zaadjes zie je aan de buitenkant.
Pitten zijn zaden
De pitjes (zaden) zie je aan de buitenkant.
Slide 12 - Tekstslide
Levenscyclus van een plant
Kiemen van een boon
Volgende slides:
In de animatie zie je hoe een zaad zich ontwikkelt tot een plantje.
In de filmpjes daarna wordt het nog een keer uitgelegd en versneld weergegeven.
Let op in welke volgorde dit gebeurt
(zie ook de afbeelding).
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Slide 15 - Video
Slide 16 - Video
Leerdoel
Je kunt de levenscyclus
van een plant
vertellen
Slide 17 - Tekstslide
Wat is de juiste volgorde bij kiemen? 1. De zaadlobben komen als eerste boven de grond 2. Het worteltje komt naar buiten 3. De zaadlobben verschrompelen 4. Tussen de zaadlobben komen 2 blaadjes te voorschijn
A
1 - 2 - 3 - 4
B
2 - 1 - 4 - 3
C
4 - 2 - 1 - 3
D
3 - 4 - 1 - 2
Slide 18 - Quizvraag
Wat zijn pitten?
A
Zaadbeginsels
B
Zaden van een eikenboom
C
Zaden van bijvoorbeeld appels, kersen en tomaten
D
Vruchtbeginsels
Slide 19 - Quizvraag
Wat zijn peulvruchten
A
Courgettes en aubergines
B
Vruchten die je kunt afpellen
C
Appels, sinaasappels en peren
D
Langwerpige vruchten zoals sperziebonen, tuinbonen en peultjes
Slide 20 - Quizvraag
1 Een bevruchte eicel ontwikkelt zich tot een kiem. 2 De kern van een stuifmeelkorrel versmelt met de eicelkern. 3 Er ontstaat een rijpe vrucht.
Wat is de juiste volgorde
A
1 - 2 - 3
B
1 - 3 - 2
C
2 - 1 - 3
D
3 - 2 - 1
Slide 21 - Quizvraag
Een druif is een vrucht. De druiven van de tros bevatten gemiddeld vijf pitten.
Hoeveel vruchtbeginsels zijn er ongeveer betrokken geweest bij de vorming van deze tros druiven?
A
1
B
5
C
ongeveer 15
D
ongeveer 75
Slide 22 - Quizvraag
Deze sinaasappel bevat vier zaden en is na bevruchting uit een sinaasappelbloem gegroeid.
1.Hoe vaak heeft in deze bloem minstens bevruchting plaatsgevonden? 2. Hoeveel vruchtbeginsels zijn er betrokken geweest bij de vorming van deze vrucht?
A
1) 1 x
2) 1 vruchtbeginsel
B
1) 1 x
2) 4 vruchtbeginsels
C
1. 4 x
2) 4 vruchtbeginsels
D
1) 4 x
2) 1 vruchtbeginsel
Slide 23 - Quizvraag
Wat ontwikkelt zich na de bevruchting uit het vruchtbeginsel?
de bloem van een appelboom is bevrucht
A
de appel
B
een pitje in de appel
C
het vruchtvlees van de appel
D
Het vruchtvlees en het klokhuis met de pitjes
Slide 24 - Quizvraag
Uit welk deel van een bloem is een sperzieboon ontstaan?
A
het vruchtbeginsel
B
het zaadbeginsel
C
de bevruchte eicel
D
de stuifmeelkorrel
Slide 25 - Quizvraag
Deze tomaat is ontstaan uit
A
het zaadbeginsel
B
het vruchtbeginsel
C
een zaad
D
de eicel
Slide 26 - Quizvraag
Lezen handboek en Opdrachten maken
Huiswerk:
Lees van het handboek : blz. 73 t/m 75
Maak in het werkboek van blz. 73 en 77:
opdracht 18, 19 en 21 t/m 23
Slide 27 - Tekstslide
Noem wat je nu weet over Zaden/pitten, kiemen, de levenscyclus