Les 1 - intro al nuevo tema y querer + infinitivo

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Clase de español - V3

Objetivo

Het nieuwe (laatste) thema en vocabulaire

Vertellen over wat je wilt doen 

Las clases anteriores
Hoe vond je het om een presentatie in het Spaans te houden?

Una canción

repartir hoja

traducir las palabras al español

escuchar canción y escribir las palabras en el lugar correcto.

¿Cuál es el último tema del año escolar?

Repartir reader

Escribe los números de las páginas

Empieza en ''gramática verbos regulares''

¿Qué vas a aprender?

• Muchas palabras
• Vertellen wat je wilt doen (op het strand).
• Vertellen wat je moet meenemen (naar het strand)
• Vertellen wat je wilt eten (bij een strandtent)
• Vertellen wat je aan het doen bent (op het strand)
• Vertellen wat je gaat doen (op het strand / op vakantie).

Palabras relacionadas a la playa
Haz una lista en holandés con la traducción al español EN DÚOS

la pelota

chiringuito

 flotador

tabla de surf

bronceador

Maken ejercicios op blz 16 en 17

¿Qué quieres hacer en la playa?

Trabaja en grupos de 3

Ga naar les 1 in de klas van lessonup

Zoek slide 9 op.

Vertel elkaar wat je wilt doen op het strand.

Maak daar 6 Spaanse zinnen van

Ieder schrijft die op in een word document

Voer daarna de opdrachten uit op slide 9 t/m 12.

Kopieer de zinnen en stuur deze op

Bekijk het volgende filmpje helemaal

Maak  AANTEKENINGEN zodat je straks 

kan uitleggen aan de klas hoe je 

vertelt dat je iets wilt (van plan) bent 

te doen.

Je moet ook het werkwoord WILLEN  kunnen vervoegen in het Spaans

Overleg met je groepje

1 - Kijk jullie eerdere zinnen na met de kennis die je nu hebt en verbeter deze eventueel.

2a- Hoe ga je aan de klas uitleggen wat je net hebt geleerd?

2b - Wie doet wat? (iedereen moet iets doen)

2c - Geef de uitleg ook voorbeelden

3 - Ben je klaar, dan ga je uit de nieuwe reader maken de oefeningen op pagina 4.

En de beurt is aan . . . 

stift

bord

uitleggen

¿Hay preguntas sobre
QUERER + INFINITIVO?

1. SÍ
2. NO

1 - Ik wil op vakantie gaan.
2 - Hij wil veel ijsjes eten.
3 - Wij willen voetballen op het strand.
4 - De meisjes willen zonnen.

Traduce

Los deberes para mañana