PVS LUK 2 week 3 bijeenkomst 2

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijeenkomst
2.3.2

BYOP
Zelfmanagement
Meetinstrumenten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
• Je kunt de aspecten van zelfmanagement herkennen en beschrijven, zoals ervaren tijdens de oriëntatieweek.
• Je activeert en verdiept je kennis over verpleegkundige meetinstrumenten.
• Je kunt specifieke meetinstrumenten relateren aan situaties die je tijdens je oriëntatieweek hebt meegemaakt.
• Je kent verschillende meetinstrumenten en kan deze koppelen aan kwaliteit van zorg en relevante CanMeds competenties
• Je begrijpt wat een methodische reflectie is en leert de STARRT-methode (Situatie, Taak, Actie, Resultaat, Reflectie, Transfer) toepassen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met welke strategie kun je de eigen regie van de zorgvrager bevorderen?
A
Samen een behandelplan opstellen
B
Het volgen van protocollen
C
De zorgvrager minder betrekken bij moeilijke beslissingen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Quiz-time 
Met enkele van jullie zelf geformuleerde vragen over zelfmanagement, zelfredzaamheid en adaptieve opgaven blikken we nog even terug op de vorige les,

De quiz wordt klassikaal gespeeld, met directe feedback en bespreking van de antwoorden.

Slide 5 - Tekstslide

 De docent selecteert een aantal vragen naar keuze uit het FORMS formulier van de vorige les en voegt deze vragen na deze slide  toe aan deze lessonup.
 (LET OP: EERST ZELF DE LESSONUP BEWAREN EN DAARIN JOUE VERANDERINGEN OPSLAAN) 

Vooral even letten op de discrepantie tussen zelfredzaamheid en zelfmanagement. 
Wat is het belangrijkste doel van empowerment in de zorg?
A
Het verbeteren van kennis van de zorgvrager
B
Het vergroten van bekwaamheid van de zorgvrager
C
Het verbeteren van zelfvertrouwen en zelfbeeld

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je empowerment vergroten bij revalidanten om hun doelen te halen?
A
Copingstategieën
B
Veerkracht
C
Eigen regie
D
Vertrouwen geven

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

• Wat is de rol van de verpleegkundige bij het ondersteunen van zelfmanagement?
A
Het overnemen van beslissingen van patiënten.
B
Alleen informeren en de patiënt verder aan zijn lot over te laten.
C
Het stimuleren van de patiënt om zelf keuzes te maken en doelen te stellen.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je de zelfredzaamheid bij een zorgvrager vergroten?
A
door de zorgvrager af te raden moeilijke handelingen zelf te doen
B
Het aanbieden van hulpmiddelen
C
Door ongevraagd handelingen over te nemen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lisa heeft moeite met haar medicatie in te nemen op een vaste tijd. Bij welk aspect van zelfmanagement hoort dit?
A
Medisch management
B
Rol management
C
Emotioneel management

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meetinstrumenten in de zorg

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er met een screenings- of meetinstrument in de zorg bedoeld?

Slide 13 - Open vraag

Interessant om t zien waar de studenten mee komen? Waarschijnlijk valrisico, vochtlijst etc, maar misschien ook wel kwaliteitsmeetinstrumenten?
Meetinstrumenten in het EPD
Ga eens op zoek naar waar de meetinstrumenten te vinden zijn in het EPD (ONS) dat we hier op school gebruiken. 
  • Welke meetinstrumenten vind je in ONS?
  • Kies er één uit die je passend vindt bij, of je zorgsituatie uit LUK 1, je eigen patiënt of een situatie uit je oriëntatieweek.
  • Waarom zou je juist dit meetinstrument in willen zetten bij je patiënt?
  • Waar zou je nog andere meetinstrumenten kunnen vinden die niet in ONS staan?

Slide 14 - Tekstslide

Goed om hier een gesprek over te voeren in de klas. Laat de studenten maar uitleggen waarom ze bepaalde meetinstrumenten zouden inzetten in bepaalde omstandigheden.

In ONS zijn te vinden: 

Bij een willekeurige zorgvrager in ONS, naar vragenlijsten en dan kiezen voor nieuwe vragenlijst. Daar zijn o.a. te vinden:  CCQ 9gebruikt bij copd), VAS, SNAQ, lijst voor scoren op hulpmiddelen, valpreventie.

Je kunt in ONS ook bij iedere patient kiezen voor rapportages en daar op het plusje drukken. Je ziet dan nog andere mogelijkheden zoals: pijnsore, bristol stoelgangschaal en lijst voor stemming.
Wat is het doel van het gebruik van screenings- of meetinstrumenten in de praktijk?

Slide 15 - Open vraag

- Objectiveren van observaties
- evaluatie van zorg
- kwaliteit van zorg
- verbeteren/aanpassen van zorg
- uitgangswaarden om verbetering/verslechtering te kunnen signaleren

etc etc
Vervolg meetinstrumenten
Neem 5 minuten voor jezelf de tijd om te bedenken:
  • Welke CanMEDSrollen en competenties kun je koppelen aan het door jou gekozen meetinstrument(en)?
  • Gebruik de kernbegrippen (BN2030) om je keuze(s) te onderbouwen.
Bespreek hierna in tweetallen met elkaar en wissel met elkaar uit.

Slide 16 - Tekstslide

in duo's aan elkaar laten uitleggen waarom de studenten bepaalde keuzes hebben gemaakt. Daarna kun je er een paar vragen om hun voorbeelden te geven en die klassikaal te bespreken.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ga je zorgen dat de juiste informatie verwerkt in een pakkende vlog?

Slide 18 - Tekstslide

In het groen de rubric onderdelen mbt de vlog die studenten gaan maken nav de orientatieweek.

Hoe vertaalt de student hetgeen hij heeft geleerd en gezien  tijdens deze week naar de rubric en daarna naar een vlog?
In de volgende slides tips mbt vloggen en methodisch reflecteren.
Herhaling STARRT methodiek

Methodisch reflecteren

Slide 19 - Tekstslide

Er zijn meerdere methodes, focussen nu op STARRT.

Reflectie op je eigen professionele gedrag is een belangrijk proces voor persoonlijke groei en het verbeteren van je werkpraktijken. Het helpt om inzicht te krijgen in je handelen en de effecten daarvan, zodat je beter kunt presteren en je kunt aanpassen aan veranderende omstandigheden. Een gestructureerde manier om je eigen gedrag te reflecteren, is door gebruik te maken van de STARRT-methode. Deze methode helpt je om systematisch na te denken over een specifieke ervaring en hoe deze kan bijdragen aan je ontwikkeling.

Reflecteren op je professionele gedrag vraagt om eerlijkheid en zelfinzicht. De STARRT-methode biedt een gestructureerde manier om terug te kijken op specifieke ervaringen en deze te gebruiken voor je persoonlijke en professionele ontwikkeling. Door middel van gerichte vragen en een gestructureerde reflectie kun je leren van je ervaringen en je werkgedrag verbeteren.
Noem voorbeelden van reflectieve vragen die je jezelf kunt stellen naar aanleiding van de oriëntatieweek.

Slide 20 - Open vraag

Je vindt in Brightspace een document met daarin voorbeeld reflectieve vragen die studenten zichzelf kunnen stellen nav de oriëntatieweek. 

Je kunt er zelf voor kiezen om dit te bespreken met studenten mbv de volgende slide of als hand-out met studenten te delen.

De ervaring leert dat eerste jaars studenten reflecteren vaak nog erg moeilijk vinden, dus een klein steuntje in de rug kan geen kwaad. Wel oppassen dat studenten niet letterlijk dit voorbeeldlijstje af gaan werken.
  • Hoe voelde ik me in de zorgomgeving?
  • Hoe heb ik gecommuniceerd met het zorgteam, ondanks dat ik niet actief deelnam aan de zorg?
  • Wat heb ik geleerd over de rol van zorgprofessionals in deze setting?
  • Heb ik respect getoond voor de privacy en het welzijn van de patiënten? Waarom vind ik van wel of niet?
  • Wat zou ik anders doen als ik in de toekomst actief betrokken ben bij zorgverlening?
Voorbeelden van reflectieve vragen

Slide 21 - Tekstslide

kies er zelf voor deze slide wel/niet te showen, afhankelijk of je hand-out met vragen en extra uitleg gebruikt als daadwerkelijke hand-out, of dat je het zelf met de studenten nabespreekt tijdens de les.
Vloggen......help!

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de kenmerken
van een vlog?

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vlog
  • Je filmt jezelf
  • Minimaal jouw volledige gezicht is goed in beeld
  • Is een soort 'verslag' of 'dagboek' van een moment, dag of week
  • Je filmt in chronologische volgorde
  • Mag speels en losjes zijn
  • Geef je vlog een pakkende titel

Hoewel je vlog losjes van opzet mag zijn moet de inhoud hout snijden. Je mag dus gerust de tekst voorbereiden en scripten voor jezelf.


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vlog
Om je vlog aantrekkelijker te maken kun je eventueel gebruik maken van :

  • Slow- of Fast motion effect
  • Timelapse effect 
  • Geluidseffecten
  • Muziek
  • Citaten of stukjes tekst
  • Stickers/afbeeldingen
  • Meme-achtige effecten

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vlog
Er zijn allerlei gratis apps om video's te editen:
  • Quik
  • Magista videobewerker
  • Adobe Premiere rush
  • Splice
  • Inshot
  • Capcut

Let op dat het wat tijd kost om te uploaden in Brightspace. Doe dit dus niet kort voor de uiterste inlevertijd.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je er vertrouwen in dat het maken van de vlog je gaat lukken?
Ja, zeker!
Ik denk het wel
Ik twijfel
Echt niet...

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Vooruitblik volgende week
Team A: Ethiek en onderzoeksvaardigheden/EBP

Team B: Voorbereiden op observeren zorgmoment en toepassen screeningsinstrumenten en start met verpleegkundig proces fase 1 bij eigen patiënt.

Team C: Vaststellen verpleegkundige diagnose, eerst via casuïstiek en later bij je eigen patiënt.

Team D:  Thema voeding en voedingsanamnese en terugkijken op opdracht observatie zorgmoment. Peerfeedback, kritische vragen stellen en gebruik van GenAI op een kritische wijze.

Slide 28 - Tekstslide

Verwijder de teams waar je geen les aan geeft van de slide

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies