Les 2. Verzamelen en analyseren (MEWS/SBAR)

Oriëntatie op de situatie
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Oriëntatie op de situatie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
  • Je laat zien dat je vitale functies van de zorgvrager kan verzamelen en analyseren met behulp van MEWS en SBAR

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Stap 1: Wat valt me op?





Wat zijn de vitale functies?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

in welke situatie check
je de vitale functies?

Slide 6 - Woordweb

Het niet-pluis/onderbuikgevoel..

Slide 7 - Woordweb

Wanneer bel je een arts?

Slide 8 - Woordweb

Ken jij de MEWS?
Ja
Nog nooit van gehoord

Slide 9 - Poll

MEWS (Modified Early Warning Score)

Slide 10 - Tekstslide

MEWS invullen
Het lukt Eva niet om de steunkousen van mevrouw Van den Hoogen over haar enkels te krijgen. Eva ziet dat de benen van mevrouw dikker zijn dan normaal en dat ze een blauwe plek op haar linker scheenbeen heeft. Ook reageert mevrouw wat afwezig. Eva denkt na over wat ze moet doen: hoe is die blauwe plek ontstaan? Hoe komt het dat mevrouw niet reageert op haar vragen? Moet ze de arts bellen? Ze besluit eerst alle informatie op een rijtje te zetten.

Met behulp van denkhulp MEWS onderzoekt Eva of ze de arts moet waarschuwen voor mevrouw Van den Hoogen.
Eva meet het volgende:
Ademhaling: 14 × per minuut
Hartfrequentie (pols): 110 × per minuut
Bloeddruk: 135/85
Temperatuur: 37,2 °C
Urineproductie: onbekend
Het bewustzijn van mevrouw lijkt normaal. Ze maakt namelijk een opmerking over haar steunkousen. Ook geeft mevrouw een pijnreactie. Ze trekt haar been terug als Eva met haar hand over de blauwe plek op haar linker scheenbeen gaat.


Slide 11 - Tekstslide

Op hoeveel punten komen jullie?

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Tekstslide

SBAR
De denkhulp SBAR gebruik je om duidelijk en snel over de zorgvrager te praten met de arts of andere disciplines.

De Engelse afkorting SBAR staat voor:
 

Situation - situatie: Wie ben jij, over welke zorgvrager gaat het en wat is het probleem?
Background - achtergrond: Wat zijn de voorgeschiedenis en achtergrond tot nu toe?
Assessment - beoordeling: Wat is jouw beoordeling van actuele en mogelijke problemen in de situatie?
Recommendation - aanbeveling: Wat verwacht je van de ander?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Waarom is deze methode belangrijk?

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Tekstslide

Bij welke situaties kan de SBARR methode worden toegepast?
A
Bij een overdracht
B
Tijdens een multidisciplinair overleg
C
Bij een artsenvisite

Slide 18 - Quizvraag

De verpleegkundige vertelt dat de patiënt bekend is met een stollingsstoornis. Welke fase is dit?
A
Situation
B
Background
C
Assessment
D
Recommendation

Slide 19 - Quizvraag

De verpleegkundige vraagt aan de arts of hij/zij alvast pijnstilling zal geven. Bij welke fase hoort dit?
A
Situation
B
Assesment
C
Reccomendation
D
Background

Slide 20 - Quizvraag

jouw beoordeling van actuele en mogelijke problemen in de situatie.
korte samenvatting van de voorgeschiedenis van de zorgvrager.
beschrijving van het probleem.
voorstel voor acties.
S
B
A
R

Slide 21 - Sleepvraag

Aan de slag
  • Maak 4 groepen.
  • Lees je casus door en beslis wat er aan de hand is, is er reden voor paniek? Gebruik hiervoor de MEWS.
  • Beslis van hieruit met wie je contact opneemt en beschrijf wat je doorgeeft met behulp van de SBAR.



  • De uitkomst presenteer je zo aan elkaar.

Slide 22 - Tekstslide

Je werkt op een verpleegafdeling van huize De Waterlelie en loopt door de gang naar de huiskamer. Ineens hoor je gegil uit de slaapkamer van meneer Van den Vossenberg, een zorgvrager met multiple sclerose. Je weet dat hij niet veel zorg nodig heeft, behalve bij de ADL, want hij doet veel zelf.
Je rent bij hem naar binnen. Hij ligt op de grond en houdt met beide handen zijn heup vast. Hij kermt van de pijn. Je loopt naar hem toe en ondersteunt zijn hoofd. Je vraagt wat er gebeurd is.
Meneer vertelt dat hij is uitgegleden toen hij zijn pantoffels aan wilde trekken, hij heeft nu pijn in zijn heup en schouder. Je ziet uiterlijk niets aan zijn lichaam.
Je hebt één collega die met jou deze avonddienst draait.

Slide 23 - Tekstslide

Het is tijd voor de broodmaaltijd en je helpt mevrouw Asmal. Mevrouw Asmal heeft een CVA gehad en is rechts halfzijdig verlamd.
Mevrouw Geel en meneer Sanders hebben ook ondersteuning nodig. Allen zijn in een vergevorderd stadium van dementie. Je loopt heen en weer, je hebt het er druk mee.
En dan gaat het mis. Mevrouw Geel grijpt naar het eten van mevrouw Asmal en pakt het brood van haar bord. Je geeft net meneer Sanders een hap van zijn brood als je ziet dat mevrouw Asmal een vork in de hand van mevrouw Geel prikt. Ze wil niet dat mevrouw Geel aan haar brood zit.
Mevrouw Geel gilt het uit. Het bloed stroomt uit haar hand. Je hebt nog één collega op de andere huiskamer, die ook zorgvragers helpt met de maaltijd.

Slide 24 - Tekstslide

De broodmaaltijd is achter de rug. Mevrouw Asmal heeft zich door alle drukte verslikt in een stukje brood met pindakaas. Ze kucht de hele dag. Je houdt haar goed in de gaten, maar bemerkt geen bijzonderheden.

De volgende ochtend geeft de nachtdienst door dat mevrouw koorts heeft (38,9 °C) en dat mevrouw hoest. De nachtdienst denkt dat mevrouw een griepje heeft opgelopen en adviseert haar goed in de gaten te houden. Jij ondersteunt mevrouw Asmal vandaag bij de ADL. Je doet de controles:
temperatuur (39,3 °C)
bloeddruk (RR 135/85)
ademhaling (oppervlakkig en snel)
pols (100 p/min)

Slide 25 - Tekstslide

Je werkt in de thuiszorg en bezoekt het echtpaar Van Brummelen. Meneer Van Brummelen heeft last van hartfalen. Hij draagt steunkousen en is kortademig. Hij zit nog in bed. Je hoort hem hijgen. Je wilt zijn steunkousen aantrekken en schrikt van zijn benen. Ze zijn heel dik, rood en glanzend. Meneer Van Brummelen zegt: ‘Moet je kijken, als ik met mijn vinger op mijn been duw, komt het vocht eruit zetten.'
Mevrouw Van Brummelen zegt dat dit al drie dagen zo is en dat meneer ook meer klaagt over benauwdheid. Je voert controles uit: pols (112 p/min), ademhaling (snel), temperatuur (37,5 °C)

Slide 26 - Tekstslide

Stap 2. Punten van aandacht vaststellen

Stap 2 bestaat uit drie delen:

  • Je ordent de gegevens.
  • Je bedenkt wat mogelijke problemen zijn.
  • Je legt verbanden tussen de problemen.

Slide 27 - Tekstslide

Ik ken de 4 levensdomeinen
Ja
Nee

Slide 28 - Poll

Slide 29 - Tekstslide

Binnen drie weken voelt mevrouw zich weer in evenwicht en is de draaglast en draagkracht van mevrouw in balans.

Dit is een voorbeeld van een doelstelling in het levensdomein:
A
Woon en leefomstandigheden
B
Participatie
C
Mentaal welbevinden en autonomie
D
Lichamelijk welbevinden en gezondheid

Slide 30 - Quizvraag

In stap 2 van verzorgend redeneren werk je met de denkhulp levensdomeinen.

Verbind elke vraag met het juiste levensdomein.
Woon en levensomstandigheden
Lichamelijk welbevinden en gezondheid
Mentaal welbevinden en autonomie
Patricipatie
Is de zorgvrager tevreden met zijn sociale contacten?
Voelt de zorgvrager zich veilig thuis?
Kan de zorgvrager zijn leven indelen zoals hij dat wil?
Zijn er risico's voor de gezondheid van de zorgvrager?

Slide 31 - Sleepvraag

Stap 3: Welke informatie ontbreekt nog?


Je kunt op verschillende manieren meer gegevens verzamelen:


  • navraag doen bij de zorgvrager
  • extra observaties doen
  • onderzoek doen of laten doen

Slide 32 - Tekstslide

Gebruik LSD
Smeer NIVEA
Neem ANNA mee
Laat OMA thuis
De arts heeft u slaapmedicatie voorgeschreven. Heeft u die ingenomen?
Ik begrijp uit uw verhaal dat u het moeilijk vindt om genoeg te bewegen. Wat lukt nog wel?
Ik zie dat uw man de medicatie beheert. Wat vind u daarvan?
Ik vind het echt heel stom dat u nog alleen gaat fietsen op uw leeftijd, dat moet u niet doen

Slide 33 - Sleepvraag

Slide 34 - Video

Slide 35 - Tekstslide

Observatielijsten

In de zorg worden verschillende observatielijsten gebruikt. Enkele voorbeelden:

  • ADL-lijst (observatielijst voor algemene dagelijkse levensverrichtingen)
  • risicoscorelijst voor decubitus (doorliggen), bijvoorbeeld de Nortonschaal
  • pijn-observatielijst, bijvoorbeeld de VAS
  • observatielijst voor de herkenning van psychosociale problematiek bij ouderen, bijvoorbeeld de OLPP
  • observatielijst voor de herkenning van een delier, bijvoorbeeld de DOS

Slide 36 - Tekstslide

Aan de slag!
Learnbeat 25.1, I Integratie 

Oefenen met behulp van de casus van Mevrouw de Jong: 

MEWS-score en MEWS-scorekaartje 

SBAR denkhulp 

Denkhulp levensdomeinen 

Aanvullende observaties 

Slide 37 - Tekstslide