H3.3 Additie, Substitutie en Kraken

H3.3 Additie, substitutie en kraken
NOVA - Hoofdstuk 3 - 4 Havo
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H3.3 Additie, substitutie en kraken
NOVA - Hoofdstuk 3 - 4 Havo

Slide 1 - Tekstslide

Welke molecuulformule hoort bij welk molecuul?
Sleep van links naar rechts
Propaan
Ethaan
Methaan
Butaan
C3H8
C2H6
CH4
C4H10

Slide 2 - Sleepvraag

Wat is de juiste systematische naam?
A
3-ethyl-1-methylbutaan
B
1,3,3-trimethylbutaan
C
3-methylhexaan
D
2-ethylpentaan

Slide 3 - Quizvraag

Welke van de volgende moleculen is een alkeen?
A
C3H8
B
C4H8
C
C5H10
D
C2H6

Slide 4 - Quizvraag

opdracht: sleep de juiste naam bij de juiste structuur
ethaan
etheen
propaan

Slide 5 - Sleepvraag

Wat is de
juiste naam?
A
4-methylpenta-1,3-dieen
B
2-methylpenta-1,3-dieen
C
2-methylpenta-2,4-dieen
D
1,1-dimethylbuta-1,3-dieen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de juiste naam?
A
hexaanzuur
B
hexaan-2-amine
C
2-hydroxyhexaan
D
hexaan-2-ol

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de juiste naam?
A
1,3-halogeenbutaan
B
1,3-dibroombutaan
C
dibroombut-1,3-aan
D
butaan-1,3-dibromide

Slide 8 - Quizvraag

sleep de juiste naam bij de juiste structuur

Let op: niet alle namen en structuurformules worden gebruikt!
methaanzuur
butaanzuur
hexaanzuur
propaanzuur
pentaanzuur

Slide 9 - Sleepvraag

sleep de juiste naam bij de juiste structuur
butaan-1-amine
metaanamine
methaandiamine

Slide 10 - Sleepvraag

alkanen
  • CnH2n+2
alkenen
  • CnH2n

alkanolen
  • CnH2n+1OH

alkaanaminen
  • CnH2n+1NH2

alkaanzuren
  • CnH2n+1COOH
ONTHOUD

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen:
Aan het eind van deze les kun je:
  • een additie reactie
  • een kraakreactie
herkennen en weergeven in structuurformules

Slide 12 - Tekstslide

Additie van waterstof aan propeen
Eerst een voorbeeld:

Slide 13 - Tekstslide

Kenmerken van een additiereactie
  • De beginstof is onverzadigd (C=C)
  • Je voegt klein molecuul toe, bijvoorbeeld: 
             Br2,    Cl2,    H2,    HF,    HCl,    HBr,     HI  of    H2O.
  • De C=C verdwijnt en er ontstaat één nieuwe stof
  • De reactie verloopt snel

Slide 14 - Tekstslide

Additie van waterstof aan propeen (2)
Deze bindingen worden verbroken en gevormd:

Slide 15 - Tekstslide

additie van HCl aan etheen
Aan elke C van de C=C wordt een atoom toegevoegd

Slide 16 - Tekstslide

C=C aantonen met broomwater
Geef de reactie van broom met hex-1-een in structuurformules




Geef de naam van het reactieproduct

Slide 17 - Tekstslide

Welke stof ontstaat er bij de reactie van propeen met broom (dus Br2)?
A
1-broompropaan
B
1,2-dibroompropaan
C
1,3-dibroompropaan
D
2,3-dibroompropaan

Slide 18 - Quizvraag

0

Slide 19 - Video

Additie met water

Slide 20 - Tekstslide

Additie met water
Bij een additiereactie met water splitst het H2O molecuul in een H-atoom en een -OH groep. Het H-atoom komt aan het ene C-atoom en de -OH groep aan het andere C-atoom

Slide 21 - Tekstslide

Voorbeeld
De additie van water aan propeen. Welke stof(fen) ontstaan?

Slide 22 - Tekstslide

Teken in je schrift de additie van water aan propeen. Welk(e) stof(fen) ontstaan?
A
propaan-1-ol
B
propaan-2-ol
C
beide
D
geen van beide

Slide 23 - Quizvraag

leerdoelcheck:
Teken in je schrift de additie van water aan but-2-een. Welke stof(fen) ontstaan?
timer
3:00

Slide 24 - Tekstslide

Teken in je schrift de additie van water aan but-2-een. Welk(e) stof(fen) ontstaan?
A
butaan-1-ol
B
butaan-2-ol
C
butaan-3-ol
D
butaan-2-ol en butaan-3-ol

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video

Reacties met koolwaterstoffen
  1. additie
  2. kraken
  3. substitutie
substitutie = vervanging
--> bij een substitutiereactie wordt een H-atoom uit een alkaan vervangen door bijvoorbeeld een halogeenatoom
              


               

Slide 27 - Tekstslide

substitutiereactie van propaan en broom




     
                                                                              1-broompropaan         waterstofbromide
    
één H-atoom wordt VERVANGEN door één atoom van Br2
Het andere Br-atoom neemt het H-atoom mee!

Slide 28 - Tekstslide

substitutiereactie van propaan en broom
Bij een overmaat broom wordt er nog een H-atoom vervangen




                 of   ....   1,1-dibroompropaan
                                 1,3-dibroompropaan
                                         2,2-dibroompropaan        
    

Slide 29 - Tekstslide

additie
  • beginstof = alkeen
  • C=C verdwijnt
  • geen licht nodig
  • reactie kan ook met andere kleine moleculen (bijv H2O, HCl)
substitutie
  • beginstof = alkaan
  • H-atoom vervangen
  • verloopt alleen in het licht
  • alleen reactie met halogenen (Cl2, Br2, I2, F2)

Slide 30 - Tekstslide

Kan een substitutiereactie altijd plaatsvinden? Waarom?
A
Nee, alleen bij alkenen in het licht
B
Nee, alleen bij alkanen in het licht
C
Ja, bij alkenen
D
Ja, bij alkanen en alkenen

Slide 31 - Quizvraag


De afbeelding hiernaast geeft een ... weer. 
A
additiereactie
B
substitutiereactie

Slide 32 - Quizvraag


De afbeelding hiernaast geeft een ... weer. 
A
additiereactie
B
substitutiereactie

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Video

Welke type chemische reactie vindt plaats bij kraken?
A
een verbrandingsreactie
B
een vormingsreactie
C
een katalytische reactie
D
een ontledingsreactie

Slide 35 - Quizvraag

Welke bindingen worden verbroken bij kraken?

Slide 36 - Open vraag

Kraakreacties
KRAKEN= grote moleculen in kleine stukjes breken
              


               C10H22    -->  C8H18  +  ........
             alkaan        -->   alkaan  +  ........

Slide 37 - Tekstslide

Bij het kraken van een koolwaterstoffractie ontstaan...
A
alleen verzadigde koolwaterstoffen
B
koolstofdioxide en water
C
een mengsel van verzadigde en onverzadigde koolwaterstoffen
D
alleen onverzadigde koolwaterstoffen

Slide 38 - Quizvraag

Alkaan
Alkeen
Sleep de woorden naar het juiste vak
onverzadigd
verzadigd

C6H12

C18H38

C4H10

C23H46
propaan
etheen

Slide 39 - Sleepvraag

Wat is de belangrijkste reden om koolwaterstoffen te kraken?
A
Lange koolwaterstofketens geven meer uitstoot van koolstofdioxide.
B
De vraag naar kortere koolwaterstofketens is groter.
C
Kortere koolwaterstofketens zijn eenvoudiger te transporteren.
D
Lange koolwaterstofketens zijn moeilijk op te slaan.

Slide 40 - Quizvraag

timer
1:00

Slide 41 - Tekstslide

antwoord

Slide 42 - Tekstslide

Havo lezen H3.3 maken opdrachten 1 t/m 9
Vwo lezen H3.2 maken opdrachten 1 t/m 8

Slide 43 - Tekstslide