Hoofdstuk 1 les 5 en extra oefenen

Welkom bij wiskunde! 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij wiskunde! 

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 1
Paragraaf 5
Deze les :
  • Doelstelling
  • Vorige les
  • Paragraaf 5
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Doelstelling :
Aan het einde van deze les: 

  • Weet je dat je bij optellen en vermenigvuldigen getallen van plaats mag verwisselen
  • Kan je de volgorde van bewerken goed toepassen

Slide 3 - Tekstslide

De vorige les :
  • wortels en wortel trekken

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je nog van wortel trekken?

Slide 5 - Woordweb

Wortel trekken
30,25
43,56
33,0625
38,44
27,04
=
=
=
=
=
5,5
6,6
5,2
6,2
5,75
5,1
4,9
6,1
6,3
5,85

Slide 6 - Sleepvraag

Wat weet je nog van de wetenschappelijke notatie?

Slide 7 - Woordweb

Sleep de antwoorden  naar de juiste plaats, gebruik jouw rekenmachine.
32
72
122
82
=
=
=
=
92
112
52
132
=
=
=
=
81
144
169
49
64
25
121
9

Slide 8 - Sleepvraag

Sleep de uitkomsten naar de juiste plek!
X kan ieder getal zijn het gaat om de plus en de min.
x
+x
x
+x
x
x
x
x
x
=
x
=
+x
+x
=
=

Slide 9 - Sleepvraag

Paragraaf 5
  • bij + de getallen wisselen
  • bij x de getallen wisselen

Slide 10 - Tekstslide

Theorie

Slide 11 - Tekstslide

Getallen wisselen
bij sommen met + mag je de getallen verwisselen.
7 + 2 = 9
2 + 7 =9
2 + 6 + 8 = 16
8 + 2 + 6 = 16
6 + 8 + 2 = 16
enz. 
enz.

Slide 12 - Tekstslide

Getallen wisselen
bij sommen met + mag je de getallen verwisselen.
7 x 2 = 14
2 x 7 =14
2 x 6 x 8 = 96
8 x 2 x 6 = 96
6 x 8 x 2 = 96
enz. 
enz.

Slide 13 - Tekstslide

Mag je de getallen van de - sommen
en de : sommen ook verwisselen?

Slide 14 - Woordweb

Bij - en : mag je de getallen niet verwisselenen
Bij - krijg je namelijk een ander antwoord.
6 - 3 = 3
3 - 6 = -3
dat is een verschil van 6
het zelfde geld voor : 
6 : 3 = 2
3 : 6 =0,5

Slide 15 - Tekstslide

Bij - en : mag je de getallen niet verwisselenen
Bij - krijg je namelijk een ander antwoord.
6 - 3 = 3
3 - 6 = -3
dat is een verschil van 6
het zelfde geld voor : 
6 : 3 = 2
3 : 6 =0,5

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Rekenvolgorde
Als er meerdere bewerkingen zoals : +, -, x en : in 1 som staan.
Dan houd je, je altijd aan de reken volgorde
  1.  haakjes
  2. kwadrateren en worteltrekken
  3. keer en gedeeld door
  4. plus en min
als er gelijke van volgorde zijn ga je van links naar rechts.

Slide 19 - Tekstslide

sleep de bewerkingen naar de juiste plek van de volgorde trap.
(     )
x
:
+
-
x

Slide 20 - Sleepvraag

welke som is correct opgelost?
2 + 3 x 5 =25
2 + 3 x 5 =17
5 + 4 x 2 =13
5 + 4 x 2 =18
5 x 4 + 2 =22
5 x 4 + 2 =40

Slide 21 - Sleepvraag

welke som is correct opgelost?
6 - 8 : 2 = -1
6 - 8 : 2 = 2
5 - 4 : 2 = 3
5 - 4 : 2 = 0,5
8 : 4 - 2 = 0
8 : 4 - 2 = 4

Slide 22 - Sleepvraag

Aan het werk

  • Maken:  1.5 opdracht 42 t/m 49 op bladzijde 26 t/m 28.


Klaar?

- Nakijken 1.5

- Maken Uitdagende opdrachten


met Zs tijd
timer
10:00
Let op!
Leg je Ipad weg als je het niet nodig hebt!
Uitleg Zs
Tijdens Zelfstandig Stil:
Je werkt zelfstandig en stil. Heb je een vraag:
1. Lees nogmaals de opdracht.
2. Lees de uitleg (schrift of lesboek).
3. Gebruik het antwoordenboek.
4. Probeer de volgende opdracht.
5. Stel je vraag na Zs aan buurman/vrouw of mevrouw Lusseveld tijdens vragenronde. 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Bespreken 

Paragraaf 5
  • wisselen van getallen
  • reken volgorde

Slide 25 - Tekstslide

extra oefenen
  • wetenschappelijke notatie
  • alles door elkaar

Slide 26 - Tekstslide

Wetenschappelijke notatie
De wetenschappelijke notatie gebruiken we voor hele lange getallen.
Soms geeft jouw rekenmachine ook een antwoord als wetenschappelijke notatie,
anders past het antwoord niet op het scherm.
je schrijft dan 
763000000000
7,631011

Slide 27 - Tekstslide

Wetenschappelijke notatie
Om de wetenschappelijke notatie op te schrijven, voer je de volgende stappen uit.
  1. plaats de comma tussen het 1ste en het 2de getal.
  2. Tel hoeveel plekken de comma is verschoven.
  3. rond af als dat nodig is.
  4. schrijf alleen de eerste 3 getallen op .
  5. schrijf daar achter      . 1011 (het aantal plekken die de komma verschoven is)

Slide 28 - Tekstslide

zet de volgende getallen in de 
wetenschappelijke notatie
6000000000
=
60000000000
6000000000
=
=
5340000000
4350000000
345000000
=
=
=

Slide 29 - Sleepvraag

Wat is de wetenschappelijke notatie van 26750000000
A
2,68.1010
B
2,68.109
C
2,67.109
D
2,67.1010

Slide 30 - Quizvraag

Wat is de wetenschappelijke notatie van 45640000000
A
4,56.109
B
4,56.108
C
4,56.1010
D
4,56.1011

Slide 31 - Quizvraag

Maak opgave E1 t/m E13 van hoofdstuk 1 extra oefenen
Samen werken mag, maar zachtjes !
Als je er samen niet uitkomt, 
steek dan je vinger op.
Opdrachten maken
timer
15:00

Slide 32 - Tekstslide

Afsluiting
  1. Weet je dat je bij optellen en vermenigvuldigen getallen van plaats mag verwisselen
  2. Kan je de volgorde van bewerken goed toepassen
  3. kan je met de wetenschappelijke notatie gebruiken

Slide 33 - Tekstslide

Wat was het moeilijkste vandaag?

Slide 34 - Woordweb

S.O. hoofdstuk 1
Volgende Les :
Huiswerk :
Thuis afmaken
hoofdstuk 1  §5 en extra oefenen
opdracht 40 t/m opdracht 47
en E1 t/m E13 van de extra oefening.

Slide 35 - Tekstslide