G2 - Cours 46 | Unité 3 | Afronding Unité 3

Bienvenue!

> Connectez-vous sur LessonUp
> Cahier + Stylo



Aan het einde van deze les .....
  • ... kan ik zeggen dat ik verlies, en dat wij de wedstrijd hebben verloren.
  • ...kan ik meedoen aan een eenvoudig gesprek over sport en school.
  • ... weet ik of ik de vocabulaire van Unité 3 voldoende beheers.
Unité 3 'Sport et collège'
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue!

> Connectez-vous sur LessonUp
> Cahier + Stylo



Aan het einde van deze les .....
  • ... kan ik zeggen dat ik verlies, en dat wij de wedstrijd hebben verloren.
  • ...kan ik meedoen aan een eenvoudig gesprek over sport en school.
  • ... weet ik of ik de vocabulaire van Unité 3 voldoende beheers.
Unité 3 'Sport et collège'

Slide 1 - Tekstslide

Le programme
Les devoirs - het huiswerk
> Unité 3 - herhaal Unité 3,  questions?
  • Verbes: -er & -re | 10'
  • Parlez: exercice 33 | 15'

  • Formatieve toets: Unité 3 - Vocabulaire | 15'

Slide 2 - Tekstslide

Je
Ils/elles
Vous
Nous
Il/elle/on
Tu
Verbes en        -er                         -re
Wat zijn de uitgangen in de présent?
-e
-ent
-ons
-s
-s
-ons
-es
-
-ez
-ent
-ez
-e

Slide 3 - Sleepvraag

Wat is de vertaling van:

perdre
A
nemen
B
verliezen
C
pakken
D
wachten

Slide 4 - Quizvraag

Ik verlies
A
je perd
B
j'ai perdu
C
je perds
D
tu perds

Slide 5 - Quizvraag

Nous ____________ (perdre)
A
perdons
B
perdions
C
perdrons
D
perdrez

Slide 6 - Quizvraag

vendre
A
kopen
B
komen
C
leven
D
verkopen

Slide 7 - Quizvraag

U verkoopt
A
nous vendons
B
ils vendent
C
vous vendez
D
tu vends

Slide 8 - Quizvraag

Men heeft verkocht
A
on vend
B
nous vendons
C
on a vendu
D
nous avons vendu

Slide 9 - Quizvraag

Zij kijken
A
ils regardent
B
elles regardent
C
elle regarde
D
il regarde

Slide 10 - Quizvraag

Ik heb gepraat
A
je parle
B
j'ai parlé
C
tu as parlu
D
tu parles

Slide 11 - Quizvraag

Les verbes                           
en        -er

 

Slide 12 - Tekstslide

le présent, verbes en -er
Je haalt de letters -er van het werkwoord af en houdt de stam van het werkwoord over.
                     b.v.  discuter
                              discut
Passé composé
Je haalt -er van het werkwoord af, en vervangt het door -é.
b.v. J'ai discuté
le présent, verbes en -er
Achter de stam schrijf je de juiste vervoeging. Het rijtje:
je discute
tu discutes
il/elle/on discute
nous discutons
vous discutez
ils discutent

Slide 13 - Tekstslide

Les verbes
-re

Slide 14 - Tekstslide

le présent, verbes en -re
Je haalt de letters -re van het werkwoord af en houdt de stam van het werkwoord over.
                     b.v.  répondre
                          = répond
Passé composé
Je haalt -re van het werkwoord af, en vervangt het door -u.
b.v. J'ai répondu
                         
le présent, verbes en -re
Achter de stam schrijf je de juiste vervoeging. Het rijtje:
je réponds
tu réponds
il/elle/on répond
nous répondons
vous répondez
ils répondent

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Parlez | ex. 33 (p.81)
"Ik kan meedoen aan een eenvoudig gesprek over sport en school"
  • Travaillez à deux/trois 
  • Préparez conversation A (sport) & B (école)
    Utilisez apprendre 9, p.99
  • Fini? Parlez!
  • >>>Puis en classe!
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Formatieve toets: Vocabulaire Unité 3
  • Doel: inzicht of je de vocabulaire al goed beheerst
    (goed genoeg voor nu = 65%), zo niet? Extra oefenen!
  • Praktisch: schrijf op welke woorden je niet weet.
  • Geen hulpmiddelen toegestaan 
  • https://b.socrative.com/login/student/
  • Roomname: GELUK649
  • 10 questions - 7 minutes
timer
7:00

Slide 18 - Tekstslide

Afronding Unité 3
Je leest zo 5 stellingen. De stellingen zijn de leerdoelen van Unité 3, oftewel: wat moet je nu kunnen. Beantwoord deze eerlijk. 

Heb je het leerdoel nog niet bereikt? Dan ga je opzoeken in je boek hoe je dat moet doen/zeggen.

Slide 19 - Tekstslide

"Ik kan vragen/zeggen hoe laat het is"
A
Ja, ik kan foutloos vragen én zeggen hoe laat het is.
B
Redelijk, ik weet ongeveer hoe ik dat moet vragen/zeggen.
C
Nee, ik heb geen idee.

Slide 20 - Quizvraag

Typ hier hoe je vraagt hoe laat het is.

Slide 21 - Open vraag

Hoe zeg je dat het vijf voor drie is (14:55)

Slide 22 - Open vraag

"Ik kan zeggen/vragen hoe laat iets plaatsvindt.
A
Ja, dit kan ik foutloos.
B
Redelijk, ik weet ongeveer hoe ik dat zeg.
C
Nee, ik heb geen idee.

Slide 23 - Quizvraag

Vraag hoe laat de wedstrijd begint.

Slide 24 - Open vraag

Zeg dat het toernooi om 17:25 begint.

Slide 25 - Open vraag

"Ik kan een afspraak maken"
A
Ja, dit kan ik foutloos.
B
Redelijk, ik weet ongeveer hoe ik dat zeg.
C
Nee, ik heb geen idee.

Slide 26 - Quizvraag

Vertaal: Zien we elkaar om 20:00 uur?

Slide 27 - Open vraag

"Ik kan zeggen aan welke sport ik doe"
A
Ja, dit kan ik foutloos.
B
Redelijk, ik weet ongeveer hoe ik dat zeg.
C
Nee, ik heb geen idee.

Slide 28 - Quizvraag

Zeg in het Frans welke sport je doet

Slide 29 - Open vraag

"Ik kan zeggen wat ik op school heb gedaan"
A
Ja, dit kan ik foutloos.
B
Redelijk, ik weet ongeveer hoe ik dat zeg.
C
Nee, ik heb geen idee.

Slide 30 - Quizvraag

Zeg dat je vandaag een Franse overhoring gehad hebt.

Slide 31 - Open vraag

Les devoirs
  • Herhaal Unité 3, stel eventuele vragen via Hangout.
  • Oriënteer je op Unité 4


Aan het einde van deze les .....
... kan ik zeggen dat ik verlies, en dat wij de wedstrijd hebben verloren.
...kan ik meedoen aan een eenvoudig gesprek over sport en school.
... weet ik of ik de vocabulaire van Unité 3 voldoende beheers.
Quizlet - Unité 3

Slide 32 - Tekstslide

Verbuga.eu
  • Oefen de werkwoorden via: www.verbuga.eu
  • Tijden: 
    présent & passé composé
  • Onregelmatige:
    x
  • Regelmatige:
    tomber, arriver, parler, aimer, 
    perdre, vendre, répondre
timer
4:30

Slide 33 - Tekstslide

0

Slide 35 - Video