7.1
1 / 12
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Bij een regel in woorden gebruik je wiskundige tekens
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Een regel in woorden beschrijft welke berekening je moet uitvoeren
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Een formule is een regel in woorden maar dan korter
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Wat is hier de formule?
A
Aantal tafels x 4
B
Aantal tafels x 3 + 2
C
Aantal tafels x 2 + 7
