Engels (to be)

Doel
Ik ken de vormen van to be (zijn)
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Doel
Ik ken de vormen van to be (zijn)

Slide 1 - Tekstslide

Welke vormen van
"zijn" ken je?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

I
You
He / She/ It
We
You
They
am
are
is
are
are
are

Slide 4 - Sleepvraag

Wat betekent to be in het Nederlands?
A
zijn
B
zijn/worden
C
worden
D
heb

Slide 5 - Quizvraag

Welke vorm van to be hoort bij
I
A
is
B
are
C
am
D
be

Slide 6 - Quizvraag

Welke vorm van to be hoort bij
HE/SHE/IT

A
are
B
am
C
be
D
is

Slide 7 - Quizvraag

Welke vorm van to be hoort bij
WE
A
be
B
am
C
is
D
are

Slide 8 - Quizvraag

(to be)
We ..... at school.
A
am
B
are
C
is

Slide 9 - Quizvraag

Welke vorm van to be hoort bij
YOU
A
am
B
are
C
be
D
is

Slide 10 - Quizvraag

Select the appropriate form: We ___ excited for the trip.
A
are
B
be
C
is
D
am

Slide 11 - Quizvraag

Pick the right option: You ___ my best friend.
A
am
B
be
C
are
D
is

Slide 12 - Quizvraag

Choose the correct form: I ___ a student.
A
am
B
is
C
are
D
be

Slide 13 - Quizvraag

Fill in the blank: They ___ at home.
A
are
B
be
C
am
D
is

Slide 14 - Quizvraag

Complete the sentence: She ___ a teacher.
A
is
B
are
C
am
D
be

Slide 15 - Quizvraag

Vul in: het rijtje van to be.

Slide 16 - Open vraag