samenwerken

Welke voordelen heeft een goede samenwerking?
1 / 18
volgende
Slide 1: Woordweb
StudielessenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welke voordelen heeft een goede samenwerking?

Slide 1 - Woordweb

Welke nadelen heb je tot nu toe ervaren met samenwerken?

Slide 2 - Woordweb

Samenwerken

Slide 3 - Tekstslide

les 1 samenwerken

Slide 4 - Tekstslide

  • In de activiteitenweek heb je met de klas samen een
      bouwwerk gemaakt van bamboestokjes.

  • Denk terug en beschrijf hoe jouw buurman/buurvrouw   reageerde op de opdracht? (Let op het mag ook over een   andere samenwerkingsopdracht gaan)

  • Kijk in Tumult blauw op blz. 89 en vul in wat voor hem of   haar geldt (het meeste geldt). Welke rol past het meest bij   hem/haar.


Slide 5 - Tekstslide


  • Bespreek in tweetallen de uitslag. Zijn jullie het met elkaar eens? Hoe kwam je buurman/vrouw tot deze conclusie?

  • Welke eigenschap van je buurman/vrouw kan van pas komen bij een andere samenwerkingsopdracht.

  • Vul dat in Tumult blauw blz. 90 bovenaan in.


Slide 6 - Tekstslide


Welke rol past het meest bij jouw buurvrouw/man?

organisator, kritische vrager, controleur, uitvoerder, creatieveling.

Slide 7 - Open vraag

  • De klas wordt verdeeld in groep A en groep B
  • Maak per groep een menselijke knoop.
  • Pak met je rechterhand een willekeurige rechterhand vast die in de lucht steekt.
  • Doe hetzelfde met je linkerhand.
  • Zorg dat je twee handen van verschillende groepsleden vasthebt.
  • Groep A moet zonder praten proberen uit de knoop te komen. Groep B mag wel praten.


Slide 8 - Tekstslide

  • Zorg dat je de volgende les een groepje 
     van 5 hebt gevormd.   

  • Ga ook na of jullie verschillende rollen hebben.


Slide 9 - Tekstslide

les 2 samenwerken

Slide 10 - Tekstslide

Vorige week hebben we samenwerken besproken.

  • doel van samenwerken
  • wanneer gaat het goed?
  • waar gaat het mis?
  • jouw rol in de groep 
     organisator, kritische vrager, controleur, uitvoerder of
     creatieveling

Slide 11 - Tekstslide

Deze week gaan we oefenen met het samenwerken.

  • jullie gaan een in je groep een vragenlijst (in tien minuten) invullen.
  • hoe beter jullie samenwerken, hoe beter dat zal lukken.
  • iedereen krijgt een bepaalde rol toegewezen om dit doel te bereiken.

Slide 12 - Tekstslide

  • Ga zo dadelijk met je groepje bij elkaar zitten en lees de informatie op blz. 92)

1. organisator
2. vragenchef  (tumult blauw)
3. woordmaker (tumult blauw)
4. opzoeker
5. scheidsrechter (deze rol vervalt bij groepjes van 4)


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Het groepje dat de meeste antwoorden binnen 10 minuten goed heeft en het woord geraden heeft, wint!

Slide 17 - Tekstslide

Goede antwoorden:

1. Narwal                                                  11. Matilda
2. Costa Rica                                            12. Noorwegen
3. Meerkoet
4. Eddy de Neve
5. Catharina-Amalia Beatrix Carmen Victoria
6. Ukelele
7. Robin Hood
8. Orakel
9. Iron man
10. EHBO-koffer                                      woord: communiceren


Slide 18 - Tekstslide