2D K5 Grammatica: ein/eine+kein/keine

De uitgangen van ein en kein

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

De uitgangen van ein en kein

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel/Leerdoel 
Aan het eind van de les kun je de verschillende uitgangen van ein en kein toepassen.
Lernziel: Je herkent, benoemt en schrijft ein(e)/kein(e) in correct Duits.


Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn de grammaticale geslachten in het Duits?

Slide 3 - Woordweb

Lidwoorden in het Duits?

Slide 4 - Woordweb

0

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Hoe ver ben ik?
A
Ik snap alles.
B
Ik snap het een beetje.
C
Ik snap het niet.

Slide 7 - Quizvraag

der die of das?

Slide 8 - Tekstslide

Mädchen
A
der
B
die
C
das

Slide 9 - Quizvraag

Freundin
A
der
B
die
C
das

Slide 10 - Quizvraag

Großmutter
A
der
B
die
C
das

Slide 11 - Quizvraag

Kind
A
der
B
die
C
das

Slide 12 - Quizvraag

Junge
A
der
B
die
C
das

Slide 13 - Quizvraag

ein/eine of kein/keine?

Slide 14 - Tekstslide

Jonas ist ein / eine Kind.
A
ein
B
eine

Slide 15 - Quizvraag

Losser ist ein / eine Dorf
A
ein
B
eine

Slide 16 - Quizvraag

Jan und Max sind kein / keine Freunde.
A
kein
B
keine

Slide 17 - Quizvraag

Mein Opa hat kein/keine Haare mehr.
A
kein
B
keine

Slide 18 - Quizvraag

Hoe ver ben ik?
A
Ik snap alles.
B
Ik snap het een beetje.
C
Ik snap het niet.

Slide 19 - Quizvraag

Evaluatie
GRAMMATIK: EIN/KEIN - EINE/KEINE

Slide 20 - Tekstslide

Hoe ver ben ik?
A
Ik snap alles.
B
Ik snap het een beetje.
C
Ik snap het niet.

Slide 21 - Quizvraag

Leg uit: wanneer schrijf je ein/kein en wanneer eine/keine?

Slide 22 - Open vraag

ein / kein/eine/keine Reis

Slide 23 - Open vraag

Eine /kein/ keine/ ein Banane

Slide 24 - Open vraag

Vul in ein/eine/kein/keine
Ich möchte gern ...... (een) Cola (v).

Slide 25 - Open vraag

Vul in ein/eine/kein/keine
Haben sie ...... (geen) Haustiere (mv)?

Slide 26 - Open vraag

Vul in ein/eine/kein/keine
Hast du ...... (een) Schwester (v)?

Slide 27 - Open vraag

die Kinder (mv) / ............ Kinder
Welk onbepaald lidwoord past?
ein - eine - kein - keine

Slide 28 - Open vraag

Ein oder eine? Kein oder keine?
1. een
Hast du _____________ Gabel für mich?

Slide 29 - Open vraag

Ein oder eine? Kein oder keine?
2. een
__________ Nachtisch ist meistens lecker!

Slide 30 - Open vraag

Ein oder eine? Kein oder keine?
3. geen
Hat der Bäcker echt _____ Brötchen (mv) mehr?

Slide 31 - Open vraag

Ein oder eine? Kein oder keine?
4. een
Am liebsten esse ich ______ Suppe mit Karotten.

Slide 32 - Open vraag