Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
17 januari - Engelse werkwoorden
Welkom!
Lezen
Bespreken H1 Spelling en H1 Formuleren
Maken H2 Spelling
1 / 37
volgende
Slide 1:
Tekstslide
In deze les zitten
37 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom!
Lezen
Bespreken H1 Spelling en H1 Formuleren
Maken H2 Spelling
Slide 1 - Tekstslide
Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, tt: deleten
A
deletet
B
delet
Slide 2 - Quizvraag
Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, tt: timen
A
timet
B
timt
Slide 3 - Quizvraag
Engelse werkwoorden
Vervoeg op de juiste manier in de persoonsvorm verleden tijd : Hij (deleten)
A
deletete
B
delet
C
delette
D
deletette
Slide 4 - Quizvraag
Engelse werkwoorden
Vervoeg op de juiste manier in de persoonsvorm verleden tijd: Hij ... (barbecueën)
A
barbecude
B
barbecuede
C
barbecuedde
D
barbecudde
Slide 5 - Quizvraag
Bespreken H1 Spelling en H1 Formuleren
Slide 6 - Tekstslide
Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Hoe vervoeg je werkwoorden ook alweer?
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Hoe vervoeg je Engelse werkwoorden ook alweer?
Slide 14 - Tekstslide
Bij de meeste werkwoorden werkt het hetzelfde als bij de Nederlandse werkwoorden.
Slide 15 - Tekstslide
maar..... let op de uitspraak -n
Slide 16 - Tekstslide
Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
D
gebeurdde
Slide 17 - Quizvraag
Wat je vindt, mag je houden. Vindt je ook niet?
A
Fout, eerste 'vindt' moet zonder 't'.
B
Fout, beide keren moet 'vindt' zonder 't'.
C
Fout, tweede 'vindt' moet zonder 't'.
D
Deze zin is goed gespeld.
Slide 18 - Quizvraag
Gisteren ...(lunchen) ik met mijn oma.
A
lunchde
B
lunchte
C
lunchete
D
lunchede
Slide 19 - Quizvraag
Hij was ….(verheugen) zijn oude vriend weer te ontmoeten.
A
verheugt
B
verheugd
C
verheugdt
D
verheugtd
Slide 20 - Quizvraag
Wie wat ...(bewaren), die heeft wat.
A
bewaart
B
bewaardt
C
bewaard
D
bewaartd
Slide 21 - Quizvraag
De sportleraar ...(timen) de snelheid van de atleet.
A
timde
B
timte
C
timede
D
timete
Slide 22 - Quizvraag
Maken H2 spelling (Engelse ww) opdracht start, 1-4
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Weet je nog?
Tegenwoordige tijd
Slide 26 - Tekstslide
Weet je nog?
Tegenwoordige tijd
Slide 27 - Tekstslide
Weet je nog?
Tegenwoordige tijd
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Op de volgende slides volgt een aantal meerkeuzevragen.
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Video
0
Slide 35 - Video
Engelse werkwoorden
Hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: joggen
A
jogde
B
joggete
C
joggte
D
jogte
Slide 36 - Quizvraag
Engelse werkwoorden
Hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, tt: deleten
A
deletet
B
delet
Slide 37 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
17 januari - Engelse werkwoorden
Januari 2023
- Les met
38 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 4 - de spelling van Engelse werkwoorden
September 2021
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
5.9 Spelling
Mei 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Toets ww spelling Engelse werkwoorden
Maart 2023
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spelling persoonsvorm in de tt
Juni 2019
- Les met
36 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
havo 2 H2 Spelling Engelse werkwoorden
Mei 2024
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Havo 3 H5 Spelling (Engelse) werkwoorden
Maart 2021
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
5.9 Spelling les 1
Mei 2022
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2