In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Wat gaan we doen?
Paragraaf 2.5
so bespreken
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
Je kunt de verschillende rechtsgebieden en het verloop van een burgerlijke rechtszaak beschrijven
Je kunt beschrijven hoe je als burger je recht kan halen als je tegenover de overheid staat.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Civiele zaken
Personen- en familierecht: wetsregels met betrekking tot familiaire (of relationele) verhoudingen tussen mensen.
Ondernemingsrecht: wetsregels met betrekking tot de rechtsvorm van bedrijven en organisaties.
Vermogensrecht: wetsregels die direct of indirect te maken hebben met geld (vermogen). Bijv. een koopovereenkomst, huurovereenkomst of arbeidsovereenkomst.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Verloop burgerlijke rechtszaak
De gedaagde ontvangt een dagvaarding. Hierin staat:
de naam van de eiser.
de motivatie van de eis.
het tijdstip en de plaats van de rechtszaak.
Betreft het een grote zaak? Dan zijn partijen verplicht zich te laten vertegenwoordigen door een advocaat.
Slide 7 - Tekstslide
Dwangsom
Een bedrag dat een van de partijen moet betalen wanneer hij nogmaals in de fout gaat.
Als dit vonnis niet wordt uitgevoerd kan de deurwaarder worden ingeschakeld:
Loonbeslag en waardevolle goederen
Slide 8 - Tekstslide
Kort geding
bodemprocedure
Wanneer kort geding zinvol?
Slide 9 - Tekstslide
Burgers tegenover overheid
Staatsrecht:
Hoe is onze staat ingericht?
Welke grondrechten hebben burgers?
Strafrecht:
Wat gebeurt er als je strafbare feiten pleegt?
Wetboek van strafrecht en wetboek van strafvordering.
Bestuursrecht:
Rechtsbetrekkingen tussen overheidsinstanties en burgers