Conditionals - extra practice

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Zero Conditional





Het gaat hierbij om gewoontes en feiten.

Slide 2 - Tekstslide

First conditional

Gebruik: als het best waarschijnlijk is dat iets gaat gebeuren, nu of in de toekomst.


Vorm: if + present simple, will + hele werkwoord

If Daniel leaves, we will be sad.

If you prepare properly, you will pass the test

Slide 3 - Tekstslide

Second conditional

Gebruik: als het gaat over iets wat niet zo waarschijnlijk is dat het ooit zal gebeuren/ iets in je fantasie, nu of in de toekomst.


Vorm: if + past simple, would + hele werkwoord


If  I knew Daniel was leaving us, I would be so sad!

If you bought that car, you would not have to go by bus to work!

Slide 4 - Tekstslide

Second conditional
UITZONDERING: 
Als het werkwoord  in je "if-zin" is "to be", dan gebruik je  "I were" in plaats van "I was".
If I were there, I  would make my point.

Slide 5 - Tekstslide

Third conditional
Gebruik: als het gaat over iets die absoluut niet gebeurd is in het verleden
Vorm: if+ past perfect, would have + voltooid deelwoord (3e rij)
If I had seen you, I would have said hello.

Slide 6 - Tekstslide

Exercise 1
Put the sentences in the zero conditional

Type the whole sentence

Slide 7 - Tekstslide

If you (breathe in) chlorine you (die).

Slide 8 - Open vraag

If you (add) syrup to water you (make) ranja.

Slide 9 - Open vraag

Exercise 2
Put the sentences in the first conditional

Type the whole sentence

Slide 10 - Tekstslide

If you (go) out with your friends tonight, I (watch) the football match on TV.

Slide 11 - Open vraag

I (earn) a lot of money if I (get) that job.

Slide 12 - Open vraag

If she (hurry / not), we (miss) the bus.

Slide 13 - Open vraag

Exercise 3
Put the sentences in the second conditional

Type the whole sentence

Slide 14 - Tekstslide

if he (try) harder, he (reach) his goals.

Slide 15 - Open vraag

I (buy) these shoes if they (fit).

Slide 16 - Open vraag

it (surprise / not) me if he (know / not) the answer.

Slide 17 - Open vraag

Exercise 4
Put the sentences in the third conditional

Type the whole sentence

Slide 18 - Tekstslide

If we (listen) to the radio, we (heard) the news.

Slide 19 - Open vraag

If you (switch) on the lights, you (fall/not) over the chair.

Slide 20 - Open vraag

She (come) to our party if she (be/not) on holiday.

Slide 21 - Open vraag

Exercise 5
Complete the sentences by using the first, second or third conditional.

Type the whole sentence.

Slide 22 - Tekstslide

If we had seen you, we (stop).

Slide 23 - Open vraag

If we (meet) him tomorrow, we will say hello.

Slide 24 - Open vraag

If I (be) stronger, I would help you carry the piano.

Slide 25 - Open vraag

He would have repaired the car himself if he (have) the tools.

Slide 26 - Open vraag

If I had not studied, I (not/pass) the exam.

Slide 27 - Open vraag

I would not go to school by bus if I (have) a driving licence.

Slide 28 - Open vraag

I (not/travel) to London if I do not get a cheap flight.

Slide 29 - Open vraag

If she (not/see) him every day, she would be lovesick.

Slide 30 - Open vraag

We would be stupid if we (tell) him about our secret.

Slide 31 - Open vraag

Are you getting better at conditionals?
A
Yes, I mastered this
B
No, I still find it very difficult
C
I am getting there

Slide 32 - Quizvraag