In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Herhalen 1.1 en 1.2
Listening
Grammar 1.1
Grammar 1.2
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
1. Wat voor een experiment deed de presentator?
Slide 3 - Open vraag
2. Welke dingen gingen er allemaal mis in de kapsalon?
Slide 4 - Open vraag
3. Wat is de conclusie van de presentator?
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Zelf aan de slag!
Optie 1. Doe mee met de Lessonup over de grammar en ga daarna zelfstandig aan de slag.
Optie 2. Leer de woordjes van Unit 1 (via WRTS of een ander leerprogramma online of uit je boek/online methode).
Optie 3. Leer de zinnen (phrases) van Unit 1.
Optie 4. Ga in de online methode bezig met 'Practise more' in lesson 1 of lesson 2 om extra te oefenen met één van de onderdelen (grammar, vocab, phrases).
Slide 7 - Tekstslide
One / ones
Which skirt are you going to buy? The white one.
There are cheap belts and expensive ones.
Slide 8 - Tekstslide
I've got a new bike. It's that red ___ over there.
A
one
B
ones
Slide 9 - Quizvraag
What sort of movies do you like? I like exciting _____.
A
one
B
ones
Slide 10 - Quizvraag
This wall is high, but it's lower than that ____.
A
one
B
ones
Slide 11 - Quizvraag
There are small houses and larger ____ in our street.
A
one
B
ones
Slide 12 - Quizvraag
Present continuous
(+) I am making tea.
(-) She is not making tea.
(?) Are they making tea?
Slide 13 - Tekstslide
Dad ____ (cook) dinner right now.
A
am cooking
B
is cooking
C
are cooking
Slide 14 - Quizvraag
We ____ (not - watch) a soap opera.
A
am not watching
B
is not watching
C
are not watching
Slide 15 - Quizvraag
____ (I - eat) a slice of pizza?
A
am I eating
B
is I eating
C
are I eating
Slide 16 - Quizvraag
They ____ (drive) a car.
Slide 17 - Open vraag
I ____ (not - talk) to you.
Slide 18 - Open vraag
_____ (Maria - read) a book in her room?
Slide 19 - Open vraag
Wh-questions
Who
Whose
What
Which
Where
When
Why
How
Slide 20 - Tekstslide
____ is your hotel? Is it close to the city centre?
Slide 21 - Open vraag
____ is your favourite teacher?
Slide 22 - Open vraag
____ wallet is this? Is it yours?
Slide 23 - Open vraag
____ city is your favourite: Paris or Rome?
Slide 24 - Open vraag
____ are you feeling? Are you okay?
Slide 25 - Open vraag
____ do you like this city?
Slide 26 - Open vraag
Present simple
(+) I like my new shirt.
(-) I don't like my new shirt.
(?) Do I like my new shirt?
(+) He walksto school every day.
(-) He doesn't walk to school every day.
(?) Doeshe walk to school every day?
Slide 27 - Tekstslide
I ___ (love) Schotland!
A
love
B
loves
Slide 28 - Quizvraag
Lou and Al ___ (not - like) to visit their grandma.
A
don't like
B
doesn't like
C
don't likes
D
doesn't likes
Slide 29 - Quizvraag
John always ___ (scream) when he is in a rollercoaster.
A
scream
B
screams
Slide 30 - Quizvraag
It ___ (give) you a great view of the city.
Slide 31 - Open vraag
Your mum ___ (not - enjoy) the city.
Slide 32 - Open vraag
Lisa and Allen always ___ (walk) to school together.
Slide 33 - Open vraag
____ Lisa ___ (sleep) in a hotel?
Slide 34 - Open vraag
Slide 35 - Tekstslide
Ik heb het gevoel dat de grammar van lesson 1 en lesson 2 goed te doen zijn.
A
Eens
B
Oneens
Slide 36 - Quizvraag
Zelf aan de slag!
Optie 1. Leer de woordjes van Unit 1 (via WRTS of een ander leerprogramma online of uit je boek/online methode).
Optie 2. Leer de zinnen (phrases) van Unit 1.
Optie 3. Ga in de online methode bezig met 'Practise more' in lesson 1 of lesson 2 om extra te oefenen met één van de onderdelen (grammar, vocab, phrases).