bijvoeglijk naamwoorden

Woordsoorten
Bijvoeglijk naamwoord
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordsoorten
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord
Dit ga je leren:
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Waar staat het bijvoeglijk naamwoord in een zin?
Wat kun je doen met een bijvoeglijk naamwoord?

En extra oefenen met zelfstandige naamwoorden
en het bijwoord.

Slide 2 - Tekstslide

bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord
het
kleine
rode
autootje
lidwoord
bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Sleepvraag

zelfstandig naamwoord
 Bijvoeglijk naamwoord
Zelfstandig
naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
peren
aardige
auto
Roos

lokalen
klein

Slide 4 - Sleepvraag


zelfstandig naamwoord

bijvoeglijk naamwoord

stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

dierenwinkel
rode
kartonnen

Slide 5 - Sleepvraag

Welk woord is in deze zin een bn (=bijvoeglijk naamwoord)?
De
mooie
bloemen
lidwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Sleepvraag

bijvoeglijke naamwoorden
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
lege
gevulde
metalen
kunststoffen
plastic

Slide 7 - Sleepvraag

lidwoord
bijvoeglijk naamwoord
werkwoord
zelfstandig naamwoord
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
computeren
zilveren
mooie
meisje
de

Slide 8 - Sleepvraag

Bijvoeglijk naamwoord
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
beroemde
vriendelijke
metalen
ijzeren
enthousiaste
plastic

Slide 9 - Sleepvraag

Bijvoeglijk naamwoord
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Rode
Gouden
Grote
Houten
Mooie
Stoffen

Slide 10 - Sleepvraag

Stoffelijk bijvoegelijk naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
plastic
brutale
geniale
polyester
katoenen
grote
gebakken
flanellen

Slide 11 - Sleepvraag

wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
aardappel
B
het
C
geweldige
D
gescoord

Slide 12 - Quizvraag

wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 13 - Quizvraag

Welk bijvoeglijk naamwoord is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
De lelijke kast
B
De metalen kast
C
De grijze kast
D
De oude kast

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een
bijvoeglijk naamwoord?
A
Dat zijn namen van mensen, dieren of dingen.
B
Dat zegt iets over zelfstandige naamwoorden.
C
Dat is een werkwoord.

Slide 15 - Quizvraag

Wat is geen bijvoeglijk naamwoord.
A
grote
B
dikke
C
fietsen
D
gekke

Slide 16 - Quizvraag

Welk bijvoeglijk naamwoord is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
rode
B
zachte
C
gouden
D
mooie

Slide 17 - Quizvraag


Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden?
A
zonnige
B
dag
C
zonnige , leren
D
leren

Slide 18 - Quizvraag

Maak van dit werkwoord een bijvoeglijk naamwoord: bakken.
De ................. broodjes ruiken heerlijk.
A
gebakte
B
gebakken
C
gebak
D
gebaken

Slide 19 - Quizvraag

Maak van het werkwoord een bijvoeglijk naamwoord: pitten.
De ........ kersen gaan in de fruitsalade.
A
gepitte
B
gepite
C
pitte
D
gepitten

Slide 20 - Quizvraag

Maak van het werkwoord een bijvoeglijk naamwoord: verbranden
De ........ pizza rook verschrikkelijk.
A
verbrandde
B
verbranden
C
verbrande
D
verbrandte

Slide 21 - Quizvraag

Het bijwoord kan voor verwarring zorgen. 
Stel de Hoe-vraag

De auto rijdt hard.
—> Hoe rijdt de auto? Hard en is dus een bijwoord.

Het meisje zingt mooi.
—> Hoe zingt het meisje? Mooi en is dus een bijwoord.

Slide 22 - Tekstslide

Anne heeft een heel slimme moeder

Wat is het bijwoord?
A
heeft
B
heel
C
slimme
D
moeder

Slide 23 - Quizvraag

Destiny fietst hard door de straat.

Wat is het bijwoord?
A
fietst
B
hard
C
door
D
straat

Slide 24 - Quizvraag

Je hebt de verwarming erg hoog gezet.
Wat zijn de bijwoorden ?
A
verwarming, gezet
B
erg, hoog
C
verwarming, hoog
D
je, hoog

Slide 25 - Quizvraag