Wat:
Exercise 1: schrijf de juiste woorden achter de beschrijvingen.
Exercise 2: vul de woorden in de tekst in.
Exercise 3: gebruik pronouns om de zinnen af te maken.
Exercise 4: maak de zinnen af met een ontkenning. Kijk goed naar het voorbeeld.
I want to work with him, but he doesn't want to work with me.
Hoe: zelfstandig, fluisterend overleg met je buurman/buurvrouw.
Uitkomst: we gaan de antwoorden in een komende les nakijken.