Oefentoets H3 par. 1 t/m 4

Water
Oefentoets
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Water
Oefentoets

Slide 1 - Tekstslide

3.1 Water in beweging

Slide 2 - Tekstslide

Uit welke vormen bestaat het water in de lange waterkringloop?
A
Vast en vloeibaar
B
Vast, vloeibaar en gas
C
Vast en gas
D
Vloeibaar en gas

Slide 3 - Quizvraag

2.5% van al het water op aarde is zoet.
Welke onderstaande uitspraak klopt?
A
deze 2,5% is allemaal bereikbaar
B
30% hiervan zit opgeslagen in ijskappen en gletsjers
C
69 % hiervan zit opgeslagen in diep grondwater
D
1% hiervan is bereikbaar

Slide 4 - Quizvraag

Zou er genoeg water in Kaapstad (Zuid-Afrika) zijn in de toekomst?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Wat is infiltratie water?

Slide 6 - Open vraag

3.2 Water in balans

Slide 7 - Tekstslide

Op welke manieren kan er water in Nederland komen? Kies het beste antwoord.
A
Rivierwater, virtueel water en fossiel water
B
Rivierwater, grondwater, virtueel water en fossiel water
C
Rivierwater, virtueel water, grondwater en neerslag
D
Rivierwater, neerslag, en virtueel water

Slide 8 - Quizvraag

Een aquifer is een vorm van vernieuwbaar water
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Gebieden die door stedelijke bebouwing verstenen is een risicogebied voor overstromingen
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Gebieden die door stedelijke bebouwing verstenen is een risicogebied voor overstromingen.
Leg uit hoe dit kan.

Slide 11 - Open vraag

Als je alleen maar vernieuwbaar water gebruik doe je aan....

Slide 12 - Open vraag

Wat is het verschil tussen neerslag en nuttige neerslag?
A
Nuttige neerslag is het water dat je kan gebruiken
B
Neerslag is het water wat je kan gebruiken

Slide 13 - Quizvraag

3.3 Soms teveel water

Slide 14 - Tekstslide

Welk gebied zou een verhoogde kans hebben op overstromingen?
A
Westfriesland
B
Nieuw-Zeeland
C
Kaapstad
D
Bangladesh

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een piekafvoer?
A
Wanneer er ijs door de rivier stroomt
B
Wanneer er in een korte tijd weinig water door een rivier stroomt
C
Wanneer er in een korte tijd veel water door een rivier stroomt
D
Wanneer de rivier droog ligt

Slide 16 - Quizvraag

Waardoor ontstaan er meer overstromingen op aarde?
A
Door het broeikaseffect
B
Doordat de dijken doorbreken
C
Doordat mensen teveel water gebruiken
D
Doordat het meer gaat regenen op aarde

Slide 17 - Quizvraag

Burgers trainen en opleiden voor een natuurramp is een voorbeeld van...
A
Maatregel op lange termijn
B
Maatregel op korte termijn

Slide 18 - Quizvraag

3.4 Soms te weinig

Slide 19 - Tekstslide

Wat is een economisch watertekort?
A
Wanneer er geen bruikbaar water is in een gebied
B
Wanneer er helemaal geen water is in een gebied
C
Wanneer er geen irrigatiewater is in een gebied
D
Wanneer er geen drinkwater is in een gebied

Slide 20 - Quizvraag

Wat kan er gebeuren wanneer er een waterstress ontstaat?
A
Het kan leiden tot massamigratie
B
Het kan leiden tot een watertekort
C
Het kan leiden tot een wateroorlog
D
Het kan leiden tot een tekort aan voedsel

Slide 21 - Quizvraag

Op welke manier kan je water spaarzamer gebruiken
A
Stuwdammen aanleggen
B
Dijken aanleggen
C
Rijstvelden aanleggen
D
Druppelirrigatie gebruiken

Slide 22 - Quizvraag

Toepassing

Slide 23 - Tekstslide

Toename van het zoutgehalte in de grond
Alles wat in zich in een land bevind, is van het land (ook het water)
Je mag niet zomaar zonder toestemming natuurbronnen bewerken
Verzilting
Territoriale soevereiniteit
Territoriale
Integriteit

Slide 24 - Sleepvraag

De neerslag die bruikbaar is
Teveel water in 1x in een korte tijd
Korte termijn
Lange termijn
Nuttige neerslag
Piekafvoer
Drinkwater en voedsel veiligstellen.
De rivier niet langer opsluiten tussen dijken

Slide 25 - Sleepvraag