Les 5 Thema 3: boodschappen doen

• Dutch
• ISK

Les 5 Thema 3: boodschappen doen en winkelen

-

Vandaag

1. Welkom Conor! Kennismaken

2. Herhalen (repeat) leerwerk en huiswerk

Pauze

3. Hoofdstuk 3 pagina 69-82: boodschappen doen en winkelen

Welkom Conor!

1. Wie ben jij, Conor? 

2. Opdracht: De rest stelt vragen ter kennismaking met Conor. Iedereen stelt een vraag in het Nederlands

Opdracht jezelf voorstellen

Jezelf voorstellen met bijvoorbeeld (for example) deze woorden:

Beroep, woonplaats, nationaliteit, zoon/dochter, hobby, geboorteland, geboortedatum, telefoonnummer, studie, sport, vakantie.

Bespreken leerwerk en huiswerk

-Leren woordenlijst thema 2

- Leren taalhulp wensen

- Leren modale verba

- Leren grammatica zinsbouw-inversie

- Leren pluralis

- Maken opdracht 11 pagina 50

- Maken opdracht 15 pagina 52

- Maken opdracht 17 pagina 55

- Maken opdracht 19 pagina 57

- Maken opdracht 20 pagina 58

- Maken opdracht 22 pagina 59

- Maken opdracht 25 pagina 63

- Maken opdracht 28 pagina 65

- Maken opdracht 29 pagina 66-67

Modale verba

Zullen/willen/kunnen/mogen/moeten

Wat is het verschil?

Kun je een zin maken met 'je' en het werkwoord 'zullen'?

Kun je een zin maken met 'hij' en het werkwoord 'willen'?

Kun je een zin maken met 'ik' en het werkwoord 'kunnen'?

Kun je een zin maken met 'hij' en het werkwoord 'mogen'?

Kun je een zin maken met 'moeten'?

Bespreken huiswerk

- Maken opdracht 11 pagina 50

- Maken opdracht 15 pagina 52

- Maken opdracht 17 pagina 55

- Maken opdracht 19 pagina 57

- Maken opdracht 20 pagina 58

- Maken opdracht 22 pagina 59

- Maken opdracht 25 pagina 63

- Maken opdracht 28 pagina 65

- Maken opdracht 29 pagina 66-67

Typ je zin van opdracht 11.1

Typ je zin van opdracht 11.2

Typ je zin van opdracht 11.3

Typ je zin van opdracht 11.4

Typ je zin van opdracht 11.5

Typ je zin van opdracht 11.6

Typ je zin van opdracht 11.7

Typ je zin van opdracht 11.8

Bespreken leerwerk en huiswerk

-Leren woordenlijst thema 2

- Leren taalhulp wensen

- Leren modale verba

- Leren grammatica zinsbouw-inversie

- Leren pluralis

- Maken opdracht 11 pagina 50

- Maken opdracht 15 pagina 52

- Maken opdracht 17 pagina 55

- Maken opdracht 19 pagina 57

- Maken opdracht 20 pagina 58

- Maken opdracht 22 pagina 59

- Maken opdracht 25 pagina 63

- Maken opdracht 28 pagina 65

- Maken opdracht 29 pagina 66-67

Opdracht 17: vul je zinnen hier in

Pauze

-

H.3 Boodschappen doen en winkelen

Hoofdstuk 3, pagina 69-82

Wat is boodschappen doen?

Wat is winkelen?

Opdracht

1. Pak vijf producten uit jouw voorraadkast of koelkast, waar je de Nederlandse vertaling niet van weet

2. Presenteer jouw producten via ZOOM

3. Vertel welke vijf andere producten op jouw boodschappenlijst staan

Opdrachten

Opdracht 2 Luisteren

Opdracht 4 samen in break-out rooms

Grammatica adjectieven

p.73-74

(Opdracht 5)

Grammatica adjectieven

p.73-74

Opdracht 5

Grammatica adjectieven

p.73-74

Opdracht 5

Grammatica adjectieven

p.73-74

Opdracht 5

Grammatica adjectieven

p.73-74

Opdracht 5

Grammatica adjectieven

p.73-74

Opdracht 5

De ... muts

1. warm
2. warme
3. warmen

Het ... vest

1. groten
2. grote
3. grootte
4. grotten

Ik draag een ... broek

1. nieuwe
2. nieuw
3. nieuwen

Lisa draagt ... laarzen

1. leer
2. lere
3. leere
4. leren

Jij draagt een ... jasje

1. mooie
2. mooi
3. moie
4. mooien

Break-out rooms!

Opdracht 7

Spreekopdracht

Opdracht 8

Grammatica

Er + numerale (telwoord/hoeveelheid)

Opdracht 9 gezamenlijk maken

Taalhulp p.78

Daarna opdrachten: 10, 14 (luisteren)

Tijd over: opdracht 12, 13

Huiswerk

Leren taalhulp p.78

Leren grammatica er + numerale p.77

Leren grammatica adjectieven p.73-74

Leren woordenlijst thema 3

Opdrachten n.t.b.