417QH, les 5 2020

• Engels
• MBO
• Studiejaar 3,4

English

VEPL417QH

lesson 5 2020

grammar

aims

after today's lesson:

- you know the most important rules of grammar

- you have practiced grammar

- you have talked for 2-4 minutes

programme

1. grammar on your exam

2. practice on grammar

3. practice speaking

grammar

"de woordvolgorde is correct..."

what is the right wordorder?

grammar - wordorder

'wie doet wat waar wanneer'

We met him at the station in Amsterdam yesterday.

vragen en ontkenningen:

Did you go to school last week?

I have not seen him either.

grammar

"de kandidaat gebruikt zo nu en dan bijzinnen"

(is een link met samenhang)

I went to the beach, so my dog could run.

My friend, who is very ill, is in hospital now.

grammar

"de werkwoordsvormen zijn meestal correct"

I work, he works, they worked

you have been, he doesn't talk

grammar

"de werkwoordstijden zijn soms correct"

The bus leaves at 10.

I am walking to school right now.

I ran 10 miles yesterday.

I have known her for 10 years.

grammar

"verbuiging van naamwoorden soms correct"

book/books; foot/feet; (wo)man/(wo)men;

tall/taller/tallest

grammar

"kandidaat gebruikt lidwoorden meestal correct"

the bus; the house

a book; an apple

a home; an hour

practice

1. De langste mannen hielden gisteren hun voeten op de grond.

2. Wij hebben elkaar vorig jaar in Schagen ontmoet.

3. Heb jij gisteren friet gegeten?

4. Ik zou een appel hebben kunnen eten, als ik er eentje had.

5. De les Engels begint morgen om 10 uur.

answers

1. De langste mensen hielden gisteren hun voeten aan de grond.

answers

1. De langste mensen hielden gisteren hun voeten aan de grond.

The tallest men kept their feet on the ground yesterday.

answers

2. Wij hebben elkaar vorig jaar in Schagen ontmoet.

answers

2. Wij hebben elkaar vorig jaar in Schagen ontmoet.

We met in Schagen last year.

answers

3. Heb jij gisteren friet gegeten?

answers

3. Heb jij gisteren friet gegeten?

Did you eat chips yesterday?

answers

4. Ik zou een appel hebben  kunnen eten, als ik er eentje had.

answers

4. Ik zou een appel hebben  kunnen eten, als ik er eentje had.

I could have eaten an apple, if I had one.

answers

5. De les Engels begint morgen om 10 uur.

answers

5. De les Engels begint morgen om 10 uur.

English class starts at 10 tomorrow.

questions?

a presentation

a short presentation - 2-4 minutes

about a nice holiday

10 minutes to prepare

no presentation tools

by heart

a presentation

1. introduction

(you, content)

2. body

(what, where, when, why, how)

3. end

(conclusion, wrap up, thanks, questions)

questions?

a short presentation - 2-4 minutes

about a nice holiday

10 minutes to prepare

no presentation tools

by heart

1. introduction

(you, content)

2. body

(what, where, when, why, how)

3. end

(conclusion, wrap up, thanks, questions)

the presentations

groups of approx. 4

give feedback

2-4 minutes per person (use the timer/stopwatch on your phone)

how did it go?

remarks or questions?

best practice, good example?

questions?

next weeks

more practice on grammar (4-1)

"afstemming taalgebruik op doel en publiek/vloeiendheid/uitspraak" (26-1)

last questions (16-2)

writing exam (8-3)