Week 2: a/ä-Wechsel

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

a/ä-Wechsel

Wat is het verschil tussen een sterk en een zwak werkwoord?

Sterk werkwoord

Zwak werkwoord

arbeiten

tragen

verdienen

schlafen

spielen

gefallen

Vergleiche

Ich fahre mit dem Bus nach Aachen.

Fährst du mit dem Bus oder mit dem Zug nach Aachen?

a/ä-Wechsel

> Verandering van klank en schrijfwijze

> aa - eh/ee

du

er

sie

es

ich

wir

ihr

Sie

sie

fahren

ich .....

du

er/sie/es

wir

ihr

Sie/sie

fahren

ich fahre

du fährst

er/sie/es fährt

wir fahren

ihr fahrt

Sie/sie fahren

Wanneer treedt er bij de sterke werkwoorden een verandering op?
Bij de ...

1. ich-, du-, er-vorm
2. du-, er-, sie-, es-vorm
3. er- , sie-, es-vorm
4. tweede- en derde- persoon enkelvoud

Man trägt oft Lederhosen auf dem Bierfest in München.

Wer trägt dann die Lederhosen?

Niveau 1 

sterke werkwoorden invullen

Morgen ... ich zur Fachhochschule.

1. laufe
2. läufe
3. lauf
4. läufst

Robert ... oft in das Ausland.

1. fährt
2. fahrt
3. fährst
4. fahrst

Wie ... dir dieser Beruf?

1. gefallt
2. gefällst
3. gefällt
4. gefallst

... ihr mich meinen Job machen?!

1. Lasst
2. Lässt
3. Lassen
4. Lasse

Niveau 2 

sterke en zwakke werkwoorden 

Ergänze:
Annika (schlafen) schon zwei Stunden.

(tragen) ... du oft T-Shirts?

(machen) ... du ein Praktikum?

Lisa (schlafen) ... am Wochenende aus.

Doris (wandern) ... sehr gerne in den Bergen.

(laufen) ... ihr mindestens fünf Kilometer zur Schule?!

Feedback en feed-up!

Ik begrijp dit niet, ik heb hulp nodig

Ik begrijp dit een beetje, maar kan dit nog niet toepassen

Ik begrijp dit en kan dit redelijk toepassen

Ik weet dit, ik kan dit...ich bin superintelligent!

Na dann mal los!

Buch Seite 67, 68 Aufgabe 20, 21, 22

Wat heb je liever?

Een uitleg via Lesson-Up (zoals nu)

Een klassikale uitleg op het bord

Zelf oefenen met opdrachten (geen uitleg)