H8 Erven-schenken (niet gebruiken)

Hoofdstuk 8 
Keuzes bij 
samenleven, erven en schenken
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 8 
Keuzes bij 
samenleven, erven en schenken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Erven
Als iemand overlijdt, gaat zijn erfenis naar de erfgenamen. Een erfenis bestaat uit alle bezittingen én schulden die de overledene achterlaat. 

Er kan sprake zijn van een positieve of negatieve erfenis.

Erfgenamen zijn personen of instellingen die door het overlijden iets krijgen uit de erfenis van de overledene, zoals een geldbedrag of een kostbaar voorwerp.

De overledene wordt de erflater genoemd.

Slide 3 - Tekstslide

Erven
In een testament kan je vastleggen wat er bij overlijden moet gebeuren met de nalatenschap.

Hebt u geen testament laten opstellen? Dan bepaalt het erfrecht wie uw erfgenamen zijn en hoeveel zij erven. De regels van het erfrecht staan in het Burgerlijk Wetboek.

Het erfrecht bepaalt onder andere dat alleen uw echtgenoot of geregistreerd partner en uw bloedverwanten van u erven. 





Slide 4 - Tekstslide

Erven

Het erfrecht verdeelt de erfgenamen in 4 groepen:
- echtgenoot, geregistreerde partner en eigen kinderen (geen pleeg- of stiefkind)
- ouders, broers en zussen (kleinkinderen)
- grootouders
- overgrootouders

Zijn er in de 1e groep erfgenamen? Dan erven zij. Zijn die er niet? Dan erft de 2e groep. Is er niemand in de 2e groep? Dan erft de 3e groep. En is er ook niemand in de 3e groep? Dan erft de 4e groep. Zijn er helemaal geen erfgenamen? Dan gaat uw erfenis naar de staat.



Slide 5 - Tekstslide

Erven
Bij een wettelijke verdeling zijn de echtgenoot van de overledene en de kinderen voor gelijke delen erfgenaam. Maar de hele erfenis (bezittingen en schulden) gaat direct naar de echtgenoot van de overledene. 

De kinderen hebben wel recht op een deel van de erfenis - hun wettelijk erfdeel - maar zij krijgen dit nog niet. Hun erfdeel wordt omgerekend in geld. Zij krijgen dit pas als de langstlevende ouder overlijdt.


Door de wettelijke verdeling heeft de langstlevende ouder een schuld aan de kinderen. Voor de kinderen is dit een vordering op de langstlevende ouder. De waarde van deze schuld en vordering moet worden berekend.

Als de langstlevende ouder ervoor kiest om het erfdeel van de kinderen eerder uit te betalen, is dit een schenking.


Slide 6 - Tekstslide

Erven
Erfenis zuiver aanvaarden
Als u een erfenis zuiver aanvaardt, krijgt u alle goederen en schulden van de overleden persoon. 
Na het zuiver aanvaarden van de erfenis heeft u recht op alle bezittingen van de overledene. Maar u bent ook aansprakelijk voor alle schulden. Zelfs als die schulden bij elkaar meer bedragen dan de bezittingen (negatieve nalatenschap). 

Erfenis beneficiair aanvaarden
Als u de erfenis beneficiair aanvaardt bent u niet aansprakelijk als er schulden zijn. Ook niet als u vermogen heeft. Dit heet ook wel: aanvaarden onder het voorrecht van boedelbeschrijving. Maar u mag ook niets van de bezittingen hebben totdat zeker is dat alle schulden zijn betaald. 

Erfenis verwerpen
U kunt een erfenis weigeren. Dit heet verwerpen. U bent dan niet verantwoordelijk voor de nalatenschap en niet betrokken bij de afwikkeling ervan. U ontvangt niets, maar u bent ook niet aansprakelijk voor schulden.
Kiest u voor beneficiair aanvaarden of verwerpen? Dan moet u een verklaring afleggen bij de rechtbank.

Slide 7 - Tekstslide

Over een erfenis moet belasting worden betaald.
tarief groep 1a zijn de kleinkinderen

Slide 8 - Tekstslide

Schenken
Een schenking is iets van waarde dat u zomaar krijgt zonder dat er iets tegenover staat.

 Uw ouders geven u bijvoorbeeld een bedrag om wat makkelijker een huis te kopen. Of u krijgt van uw oom en tante geld voor een reis die u gaat maken. Ze vinden het fijn om het aan u te geven. En hoeven er niets voor terug.

Directe schenking: geld of goederen

Indirecte schenking: schenking op papier of schenking onder bewind. Doel: controle hebben over het moment waarop hij of zij over het geld kan beschikken en waaraan de schenking wordt besteed? 

Slide 9 - Tekstslide

Schenkbelasting
Over een directe schenking moet schenkbelasting worden betaald als deze schenking hoger is dan de belastingvrijstelling.

Vrijstelling is afhankelijk van de relatie tussen de schenker en de ontvanger.

Het tarief van de schenkbelasting is afhankelijk van de hoogte van de schenking en  de relatie tussen de schenker en de ontvanger.

Bij een schenking aan een Algemeen Nut Beoogde Instelling (ANBI) of Sociaal Belang Behartigende Instelling (SBBI) geld een vrijstelling van de schenkbelasting.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Opgaven
Afmaken hoofdstuk 8 t/m opgave 8.15 en zelftest

Slide 13 - Tekstslide