Herhaling 1.3 en 1.4

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Herhaling 1.3 en 1.4

Deze les

•  Rommeltijd (5 min)
• Huiswerk controle
• Begrippen 
• Toetsvragen
• Aan de slag

Huiswerk

H1.4 Meten

Maak de opdrachten 2, 8, 9, 10, 11, 12, 13

Opdrachten 14 en 15 zijn een leuke uitdaging maar hoeft niet.

Toetsvraag 1

Noem 5 veilgheidsregels in het practicumlokaal.

Toetsvraag 1

• Luister naar je leraar en doe wat je leraar zegt.

• Niet duwen, trekken of rennen in het lokaal.

• Niet eten of drinken in het lokaal.

• Leg geen tas of andere spullen waar mensen moeten lopen.

• Draag een veiligheidsbril als dat nodig is.

• Bind lang haar in een staart als je met vuur werkt.

• Werk altijd voorzichtig, vooral met scheikundige stoffen.

• Ruik alleen voorzichtig aan onbekende stoffen.

• Proef nooit van stoffen.

• Als er iets fout gaat, dan moet je meteen je leraar waarschuwen.

Toetsvraag 2

Is het woord een grootheid of een eenheid?

a. Graden Celsius

b. Volume

c. Tijd

d. Kilogram

e. Afstand

Toetsvraag 2

Is het woord een grootheid of een eenheid?

a. Graden Celsius = eenheid

b. Volume                = grootheid

c. Tijd                         = grootheid

d. Kilogram             = eenheid

e. Afstand                = grootheid

Toetsvraag 3

Louise heeft zojuist met de brander een bekerglas waarin een liter water zit verwarmd. Het water is aan het koken.

 Met welk soort vlam heeft zij dat gedaan?

Toetsvraag 3

Louise heeft zojuist met de brander een bekerglas waarin een liter water zit verwarmd. Het water is aan het koken.

 Met welk soort vlam heeft zij dat gedaan?

Ruisende blauwe vlam

Toetsvraag 4

Hoeveel moet je de gaskraan en de luchtschijf openen om de ruisende blauwe vlam te bekomen?

Toetsvraag 4

Hoeveel moet je de gaskraan en de luchtschijf openen om de ruisende blauwe vlam te bekomen?

Voor een ruisende blauwe vlam draai je de gaskraan en de luchtschijf ver open.

Toetsvraag 5

a. Geef de tijd in minuten

b. Reken de tijd om naar seconden.

Toetsvraag 5

a. Geef de tijd in minuten

19 minuten en 19 seconden

b. Reken de tijd om naar seconden.

19 minuten x 60 = 1140 + 19 = 

1159 seconden

Aan de slag

Diagnostische toets

H1 kopje Afsluiting

Opdrachten 3, 4, 5, 8, 9, 10, 11, 13, 15, 16, 18, 19, 20

Volgende week toets

Grootheden en eenheden quiz oefenen.

In lessonup.