AOV - herhaling H8, H9 & H10

Wat hebben we tot nu toe al gedaan ter voorbereiding op de toets?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat hebben we tot nu toe al gedaan ter voorbereiding op de toets?

Slide 1 - Tekstslide

Welke wet beschermt de regels van jouw werknemers?
A
Wet bescherming persoonsgegevens
B
Arbeidswet
C
Arbo wet
D
Milieu wetgeving

Slide 2 - Quizvraag

Wat wordt er geregeld in de arbo wet?
A
Hoe de werkgever moet zorgen voor een veilige en gezonde werkplek
B
Wat het minimale salaris is
C
Aan welke eisen de inrichting van de salon moet voldoen
D
Het aantal minimale vakantie dagen

Slide 3 - Quizvraag

Wat is er in het richtsnoer HAM geschreven op de inrichting van de salon?

Slide 4 - Open vraag

Hoeveel jaar moet je minimaal je administratie bewaren?
A
5 jaar
B
6 jaar
C
7 jaar
D
8 jaar

Slide 5 - Quizvraag

Waar moet elk in Nederland gevestigd bedrijf staan ingeschreven?
A
Het handelsregister van de KvK
B
De ANBOS
C
Het bedrijvenregister van de gemeente

Slide 6 - Quizvraag

Waarom moeten bedrijven ingeschreven bij het Handelsregister van de KvK?

Slide 7 - Woordweb

Een werknemer werkt regelmatig meer uren dan in het contract staat. Welke wet wordt hier overschreden?
A
Milieuwetgeving
B
De ARBO wet
C
De arbeidswet
D
Wet bescherming persoonsgegevens

Slide 8 - Quizvraag

Welke ondernemingsvormen hebben besproken?

Slide 9 - Open vraag

Wat is voor jouw de belangrijkste afweging tijdens de keuze van een ondernemingsvorm?
A
De financiële aansprakelijkheid
B
De hoogte van de belasting
C
Eigenaarschap (alleen of met meerdere)
D
De continuïteit

Slide 10 - Quizvraag

Welke ondernemingsvorm moet je kiezen als je niet wilt dat je privévermogen aansprakelijk wordt gesteld?
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
CV
D
BV

Slide 11 - Quizvraag

Nadelen van de eenmanszaak

Slide 12 - Woordweb

Voordelen van de VOF?

Slide 13 - Woordweb

Floor begint een eigen salon, ze heeft genoeg geld en wilt graag zelf de salon financieren. Welke ondernemingsvorm past bij haar?
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
CV
D
BV

Slide 14 - Quizvraag

Stel je hebt weinig geld en moeite met het krijgen van een lening, welke ondernemingsvorm kun je dan het beste kiezen? En waarom?

Slide 15 - Open vraag

Welke ondernemingsvorm zou ik kiezen?

Slide 16 - Woordweb

Weten wet het nog?
Welke verzekeringen hebben besproken?

Slide 17 - Woordweb

Henk is van de trap gevallen en hij kan nu een tijdje niet werken wat voor verzekering is hij hiervoor nodig?
A
Ongevallen verzekering
B
Zorgverzekering
C
Arbeidsongeschikheidsverzekering
D
Inboedel verzekering

Slide 18 - Quizvraag

Sophie word 18 jaar, ze moet een verzekering gaan aanvragen wat haar ouders eerst voor haar betaalde maar nu moet zij dat zelf gaan doen hoe heet deze verzekering?
A
Inboedel verzekering
B
Zorgverzekering
C
Opstal verzekering
D
Rechtsbijstand verzekering

Slide 19 - Quizvraag

Henk werkt in een schoonheidssalon hij had een klant waarbij hij de hars te warm had waardoor de huid was verbrand met welke verzekering kan Henk dit het best vergoeden?
A
Bedrijfs-aansprakelijkheid
B
Beroeps-aansprakelijkheid
C
Rechts-bijstandverzekering
D
Ongevallenverzekering

Slide 20 - Quizvraag