BK1: WS voorbeeld en tegenstelling zoeken

Woordenschat
Een voorbeeld zoeken
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat
Een voorbeeld zoeken

Slide 1 - Tekstslide

Doel


Aan het einde van de les kun je voorbeelden van onbekende woorden vinden (woordraadstrategie voorbeeld zoeken).

Slide 2 - Tekstslide

Wat is ook alweer een woordraadstrategie?

Slide 3 - Open vraag

Wat is een tegenstelling van 'altijd'?
A
af en toe
B
soms
C
vaak
D
nooit

Slide 4 - Quizvraag

Past 'tegenstelling' in deze zin?


De tegenstelling van mooi is prachtig.
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

Woordraadstrategie
  • Als je de betekenis van een woord niet kent, dan kun je op verschillende manieren de betekenis 'raden'.
  • Eerder gehad:

- synoniem

- omschrijving

Slide 6 - Tekstslide

Een voorbeeld zoeken
  • Ken je de betekenis van een woord niet?


  • Kijk in de tekst of er voorbeelden worden genoemd.


Slide 7 - Tekstslide

Kijk maar eens naar deze zin:


Op het verjaardagsfeest van mijn nicht kregen we allerlei Franse delicatessen, zoals petitfours en meringues (schuimgebakjes).


Van welk woord ken je nu de betekenis?

Welk woord geeft dit aan?

Slide 8 - Tekstslide

Zo zoek je een voorbeeld
  1. Kijk of er in dezelfde zin voorbeelden genoemd worden. Voorbeelden staan soms tussen haakjes, komma's of strepen.
  2. Na de volgende woorden worden vaak voorbeelden genoemd: als, zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van.
  3. Na een dubbele punt (:) vind je soms ook voorbeelden

Slide 9 - Tekstslide

Planning
  • Dilemma van de week
  • Terugblik
  • Huiswerk
  • Nieuw onderwerp:  een tegenstelling zoeken blz. 108-109
  • Woordenschatbingo 

Slide 10 - Tekstslide

Doel
Ik kan de tegenstelling van een onbekend woorddeel vinden. 

Slide 11 - Tekstslide

Dilemma van de week
#375 JE HOORT IN ELK GESPREK DE ANDER MET 10 SECONDEN VERTRAGING -OF- ER LOPEN ALTIJD 10 MIEREN OVER JE LICHAAM

Slide 12 - Tekstslide

De meeste synoniemen, zoals de woorden "patat" en "frites", zijn niet zo lastig te benoemen.

Slide 13 - Open vraag

De meeste gerechten, denk aan een vleespastei en een stoofpot, worden met de handen gegeten.

Slide 14 - Open vraag

Tijdens het concert is opnameapparatuur, zoals camera's en telefoons, verboden.

Slide 15 - Open vraag

In ontwikkelingslanden zoals Congo, Malawi en Nepal heerst veel armoede

Slide 16 - Open vraag

Op nationale feestdagen, zoals Koningsdag en Bevrijdingsdag, hangen veel mensen de vlag uit.

Slide 17 - Open vraag

Via internet kun je heel wat feestartikelen kopen: feesthoedjes, ballonnen, slingers en confetti.

Slide 18 - Open vraag

Maak een foto van je huiswerk van hoofdstuk 3.

Slide 19 - Open vraag

Woordstrategie: bladzijde 108-109

 Zoek een tegenstelling

De betekenis van een woord kun je soms vinden doordat er een tegenstelling van dat woord in de tekst staat.


Slide 20 - Tekstslide

Tegenstellingen
Wat zijn dit?
A
Woorden met een tegenovergestelde betekenis.
B
Meningen die iets tegenspreken.
C
Woorden die hetzelfde of bijna hetzelfde betekenen.
D
De, het & een.

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een tegenstelling?
A
Politie en boef
B
Wiskunde en aardrijkskunde
C
Juf en docent

Slide 22 - Quizvraag


Wat is geen tegenstelling?
A
Prachtig - Fantastisch
B
Dik - Dun
C
Mooi - Lelijk
D
Vroeg - Laat

Slide 23 - Quizvraag


Wat is geen tegenstelling?
A
Traag - Langzaam
B
Boven - Onder
C
Laag - Hoog
D
Gevaarlijk - Veilig

Slide 24 - Quizvraag

Aan het werk
  1. Klassikaal: opdracht 1-8 (blz. 108-109)
  2. Kahoot
  3. Voorlezen
timer
1:00

Slide 25 - Tekstslide

Dit is geen woordraadstrategie:
A
synoniem zoeken
B
omschrijving zoeken
C
vooruit lezen
D
voorbeelden zoeken

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een woordraadstrategie?
A
woordenboek opzoeken
B
synoniem zoeken in de tekst
C
teruglezen
D
op google zoeken

Slide 27 - Quizvraag