In deze les zitten 28 slides, met tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
The kitchen
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
Thema : Keuken
uitspraak
Toepassen vragen & ontkenningen
Toepassen werkwoorden
Nieuwe zelfstandige naamwoorden
Slide 2 - Tekstslide
The th
De th klank in het Engels is een klank die wij in het Nederlands niet kennen.
Het zit een soort van tussen een Z en een F of V in.
Behalve dat zijn er in het Engels twee manieren om hem te zeggen, met of zonder lucht.
Slide 3 - Tekstslide
The TH
De TH wordt gevormd door het puntje van je tong tegen de boventanden te zetten terwijl je een "Z" klank probeert te zeggen.
Het is een enorm belangrijke klank in het Engels, want hij wordt váák gebruikt.
Slide 4 - Tekstslide
positie van de tong
Slide 5 - Tekstslide
Oefeningen
Zet het puntje van je tong tussen de tanden en doe alsof je met bellenblaas een bubbel probeert te blazen
Begin met een ZZZZZ klank te maken en zet langzaam het puntje van je tong tegen je bovenste voortanden
Maak een ZZZ klank, zet het puntje van je tong tegen je tanden en maak dan een "Oht" klank
Je hebt het woord "Thought" (gedachte) gezegt!
Slide 6 - Tekstslide
Tongue twisters
I thought a thought
I thought a thought, But the thought I thought
I thought a thought, But the thought I thought
wasn't the thought I thought I thought.
ai thoht ee thoht
ai thoht ee thoht
buht thuh thoht ai thoht
ai thoht ee thoht,
buht thuh thoht ai thoht
wahzuhnt thuh thoht ai thoht ai thoht
Slide 7 - Tekstslide
Woorden
Nouns
The kitchen
Food
The table
The fork
The spoon
The knife
Kihtsjun
foed
teebohl
Fohrk
spoen
naif
De keuken
eten
de tafel
de vork
de lepel
het mes
Slide 8 - Tekstslide
Wat val je op?
Wat valt je op aan de lidwoorden in het Engels en Nederlands?
Slide 9 - Tekstslide
Verbs
To cook
To make food
To bake
To clean
To cut
To eat
To do the dishes
Koek
Meek foed
beek
Klien
Kuht
iet
doe thuh disjuhs
Koken
Eten maken
Bakken (taart)
Schoonmaken
Snijden
Eten
Afwasssen
Slide 10 - Tekstslide
Kitchen
I cook in the kitchen
I make food in the kitchen
I eat food at the table
I do the dishes in the kitchen
ai koek ihn thuh kihtchuhn
ai meek foed ihn thuh kihtchen
ai iet foed eht thuh teebohl
ai doe thuh dihsjuhs ihn thuh kihtchuhn
Slide 11 - Tekstslide
Vragen
Geef antwoord op de vraag :)
What do you do in the kitchen?
Where do you eat?
Slide 12 - Tekstslide
More words!
Fish
Pork
Beef
Chicken
Meat
Fruit
Vegetables
Broccoli
Lettuce
Tomato
Potato
Vis
Varkensvlees
rundvlees
kip
vlees
fruit
groenten
broccoli
sla
tomaat
aardappel
fihsh
pohrk
bief
Tjihkuhn
miet
froet
vedjtuhbuhls
brohkoolie
lehtuhs
toomeetoo
pooteetoo
Slide 13 - Tekstslide
Times
Breakfast brehkfuhst ontbijt
Lunch lahnsj lunch
Dinner dihnuhr avondeten
Supper Suhppuhr avondeten
Dessert duhsuhrt dessert
Slide 14 - Tekstslide
Zinnen!
I will have fish and chips for dinner!
Ik neem vis en patat voor het avondeten
I love eating beef!
Ik hou van rundvlees!
I am not allowed to eat pork.
Ik mag geen varkensvlees eten
I do not like vegetables!
Ik hou niet van groenten!
Slide 15 - Tekstslide
Zinnen maken
Klik op de spinner en schrijf het persoonlijk voornaamwoord op, het werkwoord én welk voedsel.
Bouw de zin als volgt op:
Pronoun + werkwoord + eating + voedsel spreek daarna de zin uit :)
Slide 16 - Tekstslide
More words!
keukenkastje
Kast
Schap
Gootsteen
Aanrecht
Snijplank
Koelkast
Vriezer
Koffiezetapparaat
Fornuis
Oven
Toaster
kuh-bord
Keh-bie-net
Shèlf
Sihnk
Koun-tuhr
Kuht-tihng bord
Frih-djz
Friezuhr
Koffie -machien
Stoov
oh-vuhn
Tooster
Cupboard
Cabinet
Shelf
Sink
Counter
Cutting board
Fridge
Freezer
Coffee machine
Stove
Oven
Toaster
Slide 17 - Tekstslide
This is a/an ....
Maak van de volgende afbeeldingen een zin beginnend met
"this is a" of "this is an"
Tip: als een woord begint met een klinker gebruik "An"
Als een woord begint met een medeklinker gebruik "a"
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
I can see...
Benoem in de volgende afbeelding zoveel mogelijk woorden.
Begin de zin met "I can see a/an..."
Je kunt de zinnen aan elkaar rijgen met "and"
"I can see a... and a...."
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Kijken & luisteren
Kijk het filmpje over keuken vocabulaire en luister naar de uitspraak. Zeg de woorden ook hardop na.
Kijk het recept voor het maken van fluffy pancakes (als je hem goed begrijpt kan je hem namaken ;) )
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Slide 25 - Video
Schrijven & lezen
Neem een A3 bladzijde en pak je glitterpennen, highlighters kleurpotloden (o.i.d.)
Neem een kleur voor elke woordensoort "Zelfstandignaamwoorden"= Nouns, Werkwoorden = Verbs, persoonlijke voornaamwoorden = pronouns. Deel alle nieuwe woorden die je kan ontdekken in met de goede kleur.
En/of zet ze onder de categoriën Opinion (mening) , Ingredients (ingrediënten), cutlery (bestek & borden) , cooking utensils (gebruiksvoorwerpen voor koken)
De kleuren helpen je het onthouden en het indelen dwingt jouw brein er anders overna te denken. Goed om woorden te leren, waar ze bijhoren etc.
Slide 26 - Tekstslide
Doen & Denken
Kijk in de keuken bij jouw thuis hoe alles heet (label ze desnoods) en welke actie je onderneemt (Ik ben aan het koken = I am cooking right now)
Pak iets op (een vork bijvoorbeeld) en probeer dan het Engelse woord ervoor te zeggen.
Het voelen, zien en horen (wanneer je hardop praat) spreekt verschillende delen van jouw brein aan en helpt je dingen te onthouden!
Slide 27 - Tekstslide
Opdracht voor volgende les:
Schrijf een kort verhaal over wat je als ontbijt hebt gemaakt.
"I baked eggs for breakfast. I ate the eggs with bread and cheese"
Verleden tijd of tegenwoordige tijd is alletwee prima, maar wees consistent!