1.
Should (not) + hele werkwoord: jij vindt dat iets (niet)
zou moeten. Je geeft advies of raadt af.
2. must (not) + hele werkwoord: jij vindt dat iets (niet) moet. Krachtiger dan should. Bij Must praat je vaak over jezelf (I must go to the hairdresser). Mustn't is sterk advies tegen iets.
3. has to / have to + hele werkwoord om zekerheid, noodzaak of verplichting uit te drukken. Iets moet van iemand anders
4. don't have to / doesn't have to + hele werkwoord iets hoeft niet, het is geen verplichting.