Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
8.2 TOONHOOGTE EN FREQUENTIE
H8.2 Toonhoogte en frequentie
1 / 33
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
33 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
4 videos
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
H8.2 Toonhoogte en frequentie
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt de drie factoren noemen die van invloed zijn op de hoogte van de toon die een snaar maakt.
Je kunt uitleggen wat de frequentie is van een trilling.
Je kunt het verband uitleggen tussen de frequentie en de toonhoogte.
Je kunt in een oscilloscoopbeeld bepalen wat de tijd is van één trilling.
Je kunt het frequentiebereik benoemen van het menselijk gehoor.
Slide 2 - Tekstslide
8.2 Toonhoogte en frequentie
Muziekinstrumenten kunnen we indelen in verschillende groepen:
snaar
blaas
slag
elektronisch
Slide 3 - Tekstslide
8.2 Toonhoogte en frequentie
snaar instrumenten
klankkast: versterkt
Als je de snaar in trilling brengt krijg je een toon.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
8.2 Toonhoogte en frequentie
1
: snaar instrumenten
Als je de snaar in trilling brengt krijg je een toon.
De toon hangt af van:
dikte: hoe dunner, des te hoger de toon
lengte: hoe korter, des te hoger de toon
spanning: hoe strakker, des te hoger de toon
Slide 6 - Tekstslide
8.2 Toonhoogte en frequentie
1
: snaar instrumenten
Als je de snaar in trilling brengt krijg je een toon.
Slide 7 - Tekstslide
Trillingen kun je zichtbaar laten maken met een
oscilloscoop
.
Slide 8 - Tekstslide
1
2
3
Toonhoogte verhogen/verlagen
Slide 9 - Tekstslide
1
2
Trillingen
Slide 10 - Tekstslide
1
2
Frequentie
Slide 11 - Tekstslide
1
2
Trillingstijd T
Slide 12 - Tekstslide
1
Trillingstijd en frequentie
Slide 13 - Tekstslide
8.2 Toonhoogte en frequentie
frequentie
= aantal trillingen per seconde
meet je in Hertz (Hz)
f = 1 Hz
f = 2 Hz
f = 3 Hz
Hoe hoger de frequentie, hoe hoger de toon.
Slide 14 - Tekstslide
8.2 Toonhoogte en frequentie
trillingstijd T
= tijd die nodig is voor één volledige trilling
meet je in milliseconde (ms)
meet je in seconde (s)
1 s = 1000 ms
Hoe hoger de trillingstijd, hoe te lager de toon
Slide 15 - Tekstslide
8.2 Toonhoogte en frequentie
Rekenen met trillingstijd en frequentie.
div = hokje
Bereken de trillingstijd.
trillingstijd
= de tijd van één trilling
1 trilling = 10 hokjes
T = 10 x 0,5 = 5 ms = 0,005 s
Slide 16 - Tekstslide
8.2 Toonhoogte en frequentie
Rekenen met trillingstijd en frequentie.
div = hokje
Bereken de frequentie.
frequentie
= aantal trillingen per seconde
T = 0,005 s
Slide 17 - Tekstslide
8.2 Toonhoogte en frequentie
Rekenen met trillingstijd en frequentie.
div = hokje
Bereken de frequentie.
frequentie
= aantal trillingen per seconde
T = 0,005 s
f
=
T
1
=
0
,
0
0
5
1
=
2
0
0
H
z
Slide 18 - Tekstslide
8.2 Toonhoogte en frequentie
Frequentie:
Trillingstijd:
Grootheden, symbolen en eenheden:
F = frequentie in Hertz: Hz
T = trillingstijd in seconde: s
f
=
T
1
T
=
f
1
Formules
Slide 19 - Tekstslide
8.2 Toonhoogte en frequentie
mens: 20 Hz t/m 20.000 Hz (kHz)
Frequentiebereik:
geluid dat je kunt horen
Slide 20 - Tekstslide
8.2 Toonhoogte en frequentie
infrasoon: geluiden onder de 20 Hz
ultrasoon: geluiden boven de 20.000Hz
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Slide 23 - Video
Slide 24 - Video
Hoe kun je de toon verhogen?
Je kunt de snaar ...
A
langer maken
B
dikker maken
C
strakker spannen
D
geen van alle
Slide 25 - Quizvraag
Met welk apparaat kun je een trilling zichtbaar maken?
A
luidspreker
B
oscilloscoop
C
microfoon
D
stemvork
Slide 26 - Quizvraag
Welke frequentie heeft de laagste toon?
A
f = 20 Hz
B
f = 440 Hz
C
f = 10 kHz
D
f = 20 kHz
Slide 27 - Quizvraag
Welke trillingstijd heeft de laagste toon?
A
T = 10 ms
B
T = 50 ms
C
T = 10 s
D
T = 50 s
Slide 28 - Quizvraag
Welk dier heeft een frequentiebereik van 20 Hz t/m 20.000 Hz?
A
vleermuis
B
bruinvis
C
olifant
D
mens
Slide 29 - Quizvraag
Welke van de twee tonen hiernaast heeft de kleinste trillingstijd?
A
lage toon
B
hoge toon
Slide 30 - Quizvraag
Een trilling heeft een frequentie van 100 Hz. Hoe groot is de trillingstijd?
T
=
f
1
A
T = 1 s
B
T = 0,1 s
C
T = 0,01 s
D
T = 0,001 s
Slide 31 - Quizvraag
De trillingstijd van een toon is 10 ms.
Hoe groot is de frequentie?
f
=
T
1
A
f = 0,1 Hz
B
f = 1 Hz
C
f = 10 Hz
D
f = 100 Hz
Slide 32 - Quizvraag
Opdrachten maken
Wat: lees en maak opgaven 1 t/m 10 van H 8.2 op blz. 192 .
Hoe: helemaal stil!
Hulp: docent
Tijd: ??? minuten lang
Klaar?: lezen paragraaf 3.
Rood=stil, geen vragen. Oranje= stil, vragen docent. Groen= fluisteren
Slide 33 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Les 3 Toonhoogte en frequentie
Juni 2022
- Les met
25 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
8.2 TOONHOOGTE EN FREQUENTIE
Maart 2024
- Les met
43 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H8.2 - Toonhoogte en frequentie
November 2023
- Les met
26 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 3 Toonhoogte en frequentie_H2A
Maart 2021
- Les met
26 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 6 Toonhoogte en frequentie_H2C
Maart 2021
- Les met
19 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
8.2 toonhoogte en frequentie
Juli 2021
- Les met
29 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Les 4 Toonhoogte en frequentie_H2A
Maart 2021
- Les met
33 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2. Toonhoogte en frequentie
November 2018
- Les met
43 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3