State: Geef de kern van je argument;
Explain: Leg uit wat je bedoelt en waarom het zo belangrijk is;
Illustrate: Geef een voorbeeld of feit om te onderbouwen.
Je begint met je kernzin/argument (state). Een voorbeeld hiervan: je wilt de schoolleiding overtuigen van het belang van zonnepanelen op het dak van het schoolgebouw. De ‘state’ van je argument kan dan bijvoorbeeld zijn: ‘dat is goed voor het milieu’.
De tweede bouwsteen is de uitleg wat je hiermee bedoelt (explain). Hier moeten twee cruciale vragen bij worden gesteld: waarom is dat waar? En waarom is dat belangrijk? In het voorbeeld wordt dat: waarom zijn zonnepanelen goed voor het milieu? En waarom is het zo belangrijk dat onze school iets doet voor het milieu?
De laatste bouwsteen is de toelichting (illustrate). Met een voorbeeld (en feiten, statistieken, redeneringen, analogieën of theorieën) kan je je uitleg illustreren