1.6.2 de Jodenvervolging
1 / 26
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Geschreven bronnen
Ongeschreven bronnen
Slide 3 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Secundaire bronnen
Primaire bronnen
Slide 4 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke gebeurtenis past het best bij de afbeelding?
A
Bombardement Amsterdam
B
Bombardement Den Haag
C
Bombardement Rotterdam
D
Geen idee
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Verzet
Aanpassen
Collaboratie
Slide 6 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Waar in NL woonde voor de oorlog de meeste Joden?
A
Den Haag
B
Amsterdam
C
Utrecht
D
Middelburg
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een Ariërverklaring?
A
Een moeilijk vervangbaar persoonsbewijs
B
een verklaring waarin iemand moest aangeven dat hij een Ariër en dus geen jood was
C
een verklaring waarin stond dat iemand als ambtenaar werkte
D
een verklaring waarin stond dat iemand Joods was.
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Het tekenen van de Ariërverklaring
A
Verzet
B
Aanpassing
C
Collaboratie
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Zou jij een ariërverklaring ondertekenen als dat de enige manier was om je baan te behouden?
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke maatregel namen de Duitsers NIET tegen de joden
A
Ze moesten allemaal een Jodenster dragen
B
De Joden mochten niet naar openbare plaatsen
C
De Joden mochten niet naar sportverenigingen
D
De Joden mochten niet naar de werkkampen.
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Joden moeten een Jodenster gaan dragen. Hoe komen ze aan die sterren?
A
ze krijgen ze van de Duitsers
B
ze moeten ze zelf maken
C
ze moeten ze zelf kopen
D
ze krijgen ze via de post opgestuurd
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe wordt de Jodenster ook wel genoemd?
A
Zes-puntige gele ster
B
Hexagram
C
Davidster
D
Ster
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom droegen Joden een Jodenster?
A
Dan wisten de Duitsers dat zij aan het werk waren.
B
Dan wisten andere mensen dat zij Joods waren.
C
Dan konden de Duitsers hen straffen.
D
Dan wisten andere mensen dat Joden niks mogen.
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vanaf welke leeftijd moest je
verplicht een Jodenster dragen?
verplicht een Jodenster dragen?
A
4 jaar
B
6 jaar
C
8 jaar
D
10 jaar
Slide 17 - Quizvraag
Extra informatie:
Vanaf 3 mei 1942 was het verplicht voor Joden vanaf 6 jaar om een Jodenster te dragen. Een van de vele anti-Joodse maatregelen die werden ingevoerd door de Nazi's tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Bespreek hier met de leerlingen welke maatregelen nog meer een invloed hadden op het dagelijks leven.
De Joodse mensen moesten zich melden bij de schouwburg. Van daaruit werden ze weggevoerd naar:
A
Auschwitz
B
Theresienstadt
C
De Veluwe
D
Westerbork
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom staat bij er bij de Hollandsche schouwburg (vroeger Joodse schouwburg) een monument?
A
Vanuit hier werden de Joden op transport gezet.
B
Hier kwamen Joden vaak naar toneelvoorstellingen.
C
Hier moesten de Joden verplicht komen wonen.
D
Hier was er plek voor een monument.
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De Joodse mensen moesten zich melden bij de schouwburg. Van daaruit werden ze weggevoerd naar:
A
Auschwitz
B
Theresienstadt
C
De Veluwe
D
Westerbork
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat was het achterhuis
A
Een huis in Amsterdam
B
Een plek waar joden werden opgevangen
C
De titel van een boek
D
Een concentratie kamp
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoeveel mensen zaten er in het achterhuis?
A
6
B
8
C
10
D
14
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom is het achterhuis zo'n goede schuilplaats?
A
Niemand kan aan de voorkant zien dat erachter nog een huis is.
B
Het is goed geïsoleerd.
C
Op geen enkele kaart stond het achterhuis weergegeven.
D
Aan de voorkant leek het los van elkaar te staan.
Slide 23 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoeveel Joden in NL werden afgevoerd tijdens de oorlog?
A
ong. 1.000
B
ong. 10.000
C
ong. 100.000
D
ong. 1.000.000
Slide 24 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoeveel van de 107.000 afgevoerde Joden kwamen levend terug?
A
50.000
B
35.000
C
5.500
D
0
Slide 25 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 26 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
