3M instaptoets werkwoordspelling

Instapopdracht werkwoordspelling, wat weet je nog?
  1. Schrijf van alle werkwoorden tussen haakjes de juiste werkwoordsvorm op. Let erop dat je geen typefouten maakt.
  2. Bij meerdere werkwoorden plaats je een komma tussen de werkwoorden.
  3. Kies voor de tegenwoordige tijd als de tijd niet duidelijk uit de zin blijkt.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Instapopdracht werkwoordspelling, wat weet je nog?
  1. Schrijf van alle werkwoorden tussen haakjes de juiste werkwoordsvorm op. Let erop dat je geen typefouten maakt.
  2. Bij meerdere werkwoorden plaats je een komma tussen de werkwoorden.
  3. Kies voor de tegenwoordige tijd als de tijd niet duidelijk uit de zin blijkt.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooraf: vind je werkwoordspelling:
A
heel gemakkelijk
B
gemakkelijk
C
moeilijk
D
heel moeilijk

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alle toeschouwers (lachen) hard, toen de clown over een emmer water struikelde.

Slide 3 - Open vraag

persoonsvorm verleden tijd
Het is leuk zoals dat hondje na die puppycursus (gehoorzamen).

Slide 4 - Open vraag

persoonsvorm tegenwoordige tijd
Mijn broer was vorig jaar gevraagd als penningmeester, maar hij (aanvaarden) deze functie toen niet.

Slide 5 - Open vraag

persoonsvorm verleden tijd
Laat hem maar even rustig zitten; over een half uurtje zal hij wel (bedaren) zijn.

Slide 6 - Open vraag

voltooid deelwoord
Ik geloof niets van wat je me nu (vertellen).

Slide 7 - Open vraag

persoonsvorm tegenwoordige tijd
De glassplinter moest zo snel mogelijk uit het oog van het slachtoffer (verwijderen) worden.

Slide 8 - Open vraag

voltooid deelwoord
Ik heb je wel wat lang laten wachten, maar ik hoop dat je je niet (vervelen) hebt.

Slide 9 - Open vraag

voltooid deelwoord
Op mijn vorige school (pesten) de kinderen elkaar vaak.

Slide 10 - Open vraag

persoonsvorm verleden tijd
Het is niet verstandig van hem dat hij zijn dochter zo (verwennen).

Slide 11 - Open vraag

persoonsvorm tegenwoordige tijd
De reizigers werden overvallen en (beroven) van al hun kostbaarheden.

Slide 12 - Open vraag

voltooid deelwoord
Afgelopen vakantie heb ik heel vaak (surfen).

Slide 13 - Open vraag

voltooid deelwoord
Hoe heb je het gedaan?

Van de 10 werkwoorden heb ik er ... fout
0
1
2
3
4
5
6
7
8
meer dan 8

Slide 14 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat past bij jou?
A
Ik had minder dan 2 fouten, want ik kende de regels nog
B
Ik had 5 fout of meer en ik ken de regels niet meer
C
Ik had minder dan 4 fouten, maar heb heb ook wel wat gegokt
D
Ik doe altijd wat voor mijn gevoel goed eruit ziet of goed klinkt, ik gebruik de regels niet

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies