3M Woordenschat (1)

P3: WOORDENSCHAT
& POEZIE EN FICTIE

2022-2023

1 / 12

Slide 1: Tekstslide

NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

P3: WOORDENSCHAT
& POEZIE EN FICTIE

2022-2023

Slide 1 - Tekstslide

CIJFERS P3

Literatuur & Fictie (331, 10% SE / voortgangsdossier, 1x)
-> CKV-Nederlands: Poëzie & kunst - > 7 punten
-> Nederlands: Fictie -> 7 punten
Samen levert dit het cijfer op.

SE-week 3: Toets Woordenschat (330, 10% SE / voortgangsdossier, 1x)

- Nieuw Nederlands H1 t/m H6.
- Woordenlijst Examentaal.

Slide 2 - Tekstslide

WOORDENSCHAT
betekenis woord achterhalen

Slide 3 - Woordweb

WOORDENSCHAT H1

H1: woordbetekenissen zoeken

Slide 4 - Tekstslide

WOORDENSCHAT H2

In officiële brieven, formulieren of teksten worden vaak lastige woorden en zinnen gebruikt, bijvoorbeeld in wetsartikelen of in berichten van de Belastingdienst.

Lees zo’n tekst goed. Kijk of je snapt wat de schrijver wil zeggen: welke informatie wil hij geven, wat wil hij van mij, wat moet ik doen? Als de betekenis van een moeilijk woord nodig is om de tekst te begrijpen, zoek je de betekenis van dat woord op in de tekst. Vaak staat er een synoniem dat je al kent of wordt er een omschrijving van de lastige woorden gegeven.

Gebruik een (online) woordenboek als je de betekenis niet uit de tekst kunt halen.

Slide 5 - Tekstslide

WOORDENSCHAT H3

In teksten kom je vaak zinnen met een figuurlijke betekenis tegen. Er wordt dan iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat. Bijvoorbeeld:

De baby was om op te vreten. Dit betekent: De baby zag er heel schattig uit.

Om een tekst te begrijpen, is het belangrijk dat je figuurlijk taalgebruik herkent.

Lees de tekst zorgvuldig en vraag je af: bedoelt de schrijver het letterlijk, dus precies zoals het er staat? Als dat niet zo is, lees dan verder. Meestal begrijp je dan wel wat er bedoeld wordt.

Slide 6 - Tekstslide

WOORDENSCHAT H3

Uitdrukkingen zijn ook een vorm van figuurlijk taalgebruik. Als je niet weet wat een uitdrukking betekent, zoek je de betekenis op in het woordenboek. Zoek bij het belangrijkste woord uit de uitdrukking. Bijvoorbeeld:

De hand boven het hoofd houden – Je zoekt in het woordenboek bij hand of bij hoofd.

Slide 7 - Tekstslide

af en toe

denken

heeft gebruikt

goed doordacht plan

loopbaan

oplettend

rekening mee houden

spannende beleving, kick

strafmaatregel

tegen de regels

voor het klaar is

wijst

incidenteel

redeneren

hanteert

strategie

carrière

alert

calculeren in

sensatie

sanctie

onreglementair

voortijdig

duidt

Slide 8 - Sleepvraag

WOORDENSCHAT H4

Slide 9 - Tekstslide

Wel of geen homoniem?

timer

0:30

WEL

NIET

foto

haring

koper

spier

Slide 10 - Sleepvraag