Adverbs of frequency

Adverbs of Frequency
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Adverbs of Frequency

Slide 1 - Tekstslide

Adverbs of Frequency
You are going to watch a video first.

After the video you find some rules on how to use of the Adverbs of Frequency (Bijwoorden van frequentie).
You can take notes if you like.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Adverbs of frequency
Welke bijwoorden van tijd zijn er?
always                                       occasionally
usually                                       seldom
normally / generally            hardly ever / rarely
often / frequently                 never
sometimes

Slide 4 - Tekstslide

Adverbs of frequency



Slide 5 - Tekstslide

Waar moet je ze zetten?
Bijwoorden van tijd komen op de volgende plekken:
In een zin met:
één werkwoord: voor het werkwoord
- I often go to school by bike.
- Daisy never walks to the store.

Slide 6 - Tekstslide

to be
In een zin met een vorm van to be, komt het bijwoord altijd na de vorm van to be:
He is never going to school by bike.
Anne and Peter are often late.
I am usually here by 8 o'clock.

Slide 7 - Tekstslide

meerdere werkwoorden
In een zin met twee werkwoorden:
Na het eerste werkwoord:
Barbara has never seen an elephant.
They will always go to the zoo.

Slide 8 - Tekstslide

Let's practise
On the next slides you find some exercises to practise with the Adverbs of Frequency. 
- Read the sentences carefully
- Re-type the sentences carefully
- Mind your final stops, exclamation marks and question marks.
- Use a capital letter at the beginning of the sentences. 

Slide 9 - Tekstslide

He listens to the radio. (often)

Slide 10 - Open vraag

They read a book. (sometimes)

Slide 11 - Open vraag

Tom is very friendly. (usually)

Slide 12 - Open vraag

Ramon and Frank are hungry. (often)

Slide 13 - Open vraag

Christine smokes. (never)

Slide 14 - Open vraag

online exercises
In the next two slides you will find links to online exercises.
Please finish these, because in your book there is only one exercises to practice with this grammar.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Slide 17 - Link

weektaak
For today, finish exercise 51 (page 166)

Monday's work was: 
exercise 49 and 50 (pages 164-165)

Slide 18 - Tekstslide