5.5 Warmte 2B Verwarmen - Deel 1

WARMTE 
Hoofdstuk 5 - 2 Basis
Paragraaf 5.5 - Verwarmen
Docent: S.L. Kramer
Herbert Vissers College
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
naskNatuurkunde+1Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WARMTE 
Hoofdstuk 5 - 2 Basis
Paragraaf 5.5 - Verwarmen
Docent: S.L. Kramer
Herbert Vissers College

Slide 1 - Tekstslide

2 Basis
Hoofdstuk 5 Warmte 

  1. Energie
  2. Warmte
  3. Verbranden
  4. Energiebronnen
  5. Verwarmen

Slide 2 - Tekstslide

2B - 5.5 Verwarmen
LEERDOELEN VORIGE PARAGRAAF 5.1

  • Je weet waarvoor je energie nodig hebt.
  • Je kunt verschillende soorten energie noemen.
  • Je kunt uitleggen waaruit je elektrische energie kunt halen.
  • Je weet welke energie voorwerpen die bewegen hebben.
  • Je kunt uitleggen hoe je chemische energie uit brandstoffen haalt.
  • Je kunt voorbeelden geven van energie-omzettingen.
  • Je kunt vertellen uit welke stof kernenergie gemaakt wordt.
  • Je kunt uitleggen waarom sommige mensen tegen kernenergie zijn.

Slide 3 - Tekstslide

2B - 5.5 Verwarmen
LEERDOELEN VORIGE PARAGRAAF 5.2

  • Je kunt voorbeelden geven van warmtebronnen.
  • Je kunt vertellen waarvoor je een elektrische warmtebron gebruikt.
  • Je kunt uitleggen hoe een elektrische warmtebron werkt.
  • Je kunt vertellen in welke warmtebronnen chemische energie zit.

Slide 4 - Tekstslide

2B - 5.5 Verwarmen
LEERDOELEN VORIGE PARAGRAAF 5.3

  • Je kunt uitleggen wat de ontbrandingstemperatuur van een stof is.
  • Je kunt vertellen welke verbrandingsgassen ontstaan bij de verbranding van aardgas.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen volledige en onvolledige verbranding.
  • Je kunt voorbeelden geven van verbrandingsgassen die slecht zijn voor het milieu.
  • Je kunt de drie voorwaarden voor verbranding geven.
  • Je kunt de drie dingen benoemen die je kunt doen om een brand te blussen.

Slide 5 - Tekstslide

2B - 5.5 Verwarmen
LEERDOELEN VORIGE PARAGRAAF 5.4

  • Je kunt uitleggen wat de ontbrandingstemperatuur van een stof is.
  • Je kunt vertellen welke verbrandingsgassen ontstaan bij de verbranding van aardgas.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen volledige en onvolledige verbranding.
  • Je kunt voorbeelden geven van verbrandingsgassen die slecht zijn voor het milieu.
  • Je kunt de drie voorwaarden voor verbranding geven.
  • Je kunt de drie dingen benoemen die je kunt doen om een brand te blussen.

Slide 6 - Tekstslide

2B - 5.5 Verwarmen
LEERDOELEN PARAGRAAF 5.5

  • Je kunt vertellen waarvoor de afkorting cv staat en de belangrijkste onderdelen benoemen.
  • Je kunt uitleggen hoe een cv werkt.
  • Je kunt uitleggen wat warmtetransport is.
  • Je kunt een voorbeeld geven van warmtetransport door geleiding, transport en straling
  • Je kunt een ander woord geven voor warmtestraling.
  • Je kunt vertellen wat de belangrijkste warmtebron is die de mens heeft.
  • Je kunt vertellen voor welk soort warmtetransport je al dan niet een stof nodig hebt.

Slide 7 - Tekstslide

2B - 5.5 Verwarmen
Begrippen

  • CV, radiator, brander, warmtewisselaar, pomp en thermostaat
  • Warmtepomp
  • Warmtetransport
  • Warmtegeleiding, warmtestroming en warmtestraling
  • Infrarood-straling
  • Luchtledig

Slide 8 - Tekstslide

2B - 5.5 Verwarmen
De centrale verwarming

De buizen en radiatoren in de kamer horen bij de centrale verwarming. De centrale verwarming noem je meestal de cv (je zegt: see-vee). De letters cv komen van centrale verwarming.

Slide 9 - Tekstslide

2B - 5.5 Verwarmen
Warmte-wisselaar

 In de buizen en radiatoren van de cv zit water. Het water loopt door de warmte-wisselaar die in de cv-ketel zit. Onder de warmte-wisselaar zit de brander die het water verwarmt. De brander werkt op aardgas. De warmte van de vlammen gaat door het metaal van de warmte-wisselaar naar het water. De pomp zorgt ervoor dat het water rond blijft stromen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

2B - 5.5 Verwarmen
Thermostaat

Het warme water stroomt naar de radiatoren. De radiatoren worden daardoor warm en geven warmte af aan de kamer. Het wordt warm in de kamer. Het water in de radiatoren koelt langzaam af. Het koude water gaat terug naar de cv-ketel. Het wordt in de warmtewisselaar opnieuw verwarmd. In de woonkamer regel je de temperatuur met de thermostaat.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

2B - 5.5 Verwarmen
Warmtepompen

Als je aardgas verbrandt, krijg je verbrandingsgassen. Deze gassen zijn niet goed voor het milieu. Ook kunnen aardbevingen ontstaan in de gebieden waar aardgas uit de grond wordt gehaald.
Binnenkort mogen nieuwe huizen in Nederland daarom geen aardgas meer gebruiken. Deze huizen kunnen worden verwarmd met warmtepompen. Warmtepompen zijn speciale apparaten die warmte uit de lucht of het grondwater kunnen halen.
Bij het gebruik van een warmtepomp geven de radiatoren minder warmte af dan een cv-ketel. Daarom moeten huizen met een warmtepomp heel goed zijn geïsoleerd. Een huis blijft dan warm doordat er weinig warmte verloren gaat.




Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

2B - 5.5 Verwarmen
Warmtetransport

De warmte van de branders in de cv-ketel moet het hele huis verwarmen. De warmte moet dus naar alle kamers worden gebracht. Dit noem je warmtetransport. Warmtetransport betekent dat de warmte van de ene plaats naar de andere wordt gebracht. De warmte van de branders wordt naar de radiatoren gebracht. De radiatoren geven de warmte af aan de lucht in de kamer.

Slide 16 - Tekstslide

2B - 5.5 Verwarmen
Geleiding

In de radiator zit warm water. De buitenkant van de radiator wordt erg warm. Dat komt doordat de radiator is gemaakt van metaal. Metaal geeft warmte goed door. Je zegt: metaal is een goede warmtegeleider.
Het metaal geleidt de warmte van het water naar de lucht. Deze manier van warmtetransport noem je geleiding.

Het water in de radiator is 70 °C. De lucht wordt verwarmd tot 20 °C.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

2B - 5.5 Verwarmen
Onthouden!

  • Je kunt vertellen waarvoor de afkorting cv staat en de belangrijkste onderdelen benoemen.
  • Je kunt uitleggen hoe een cv werkt.
  • Je kunt uitleggen wat warmtetransport is.


Slide 19 - Tekstslide

2B - 5.4 Warmtebronnen
Huiswerk

  • Maken vragen 1 tm 10 online, 
  • Lezen paragraaf 5.5 - Verwarmen blz 45, 48, 52 en 53

Slide 20 - Tekstslide