KIES 3 THEMA 3

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

De titel van een column in de Volkskrant (5/1/22): Niet alleen de Amerikaanse democratie moet op haar tellen passen
> In de Verenigde Staten wordt hard gewerkt aan de ondergang van de democratie. Ook Europese democratieën staan onder druk. 2022 wordt een spannend jaar.  In welke landen bijvoorbeeld?
> Inmiddels is sprake van tientallen initiatieven in Amerikaanse staten om de regels van het spel zodanig te wijzigen dat politici er meer greep op krijgen en onafhankelijke verkiezingsfunctionarissen minder.  Waarom is dit een inbreuk op de democratie?

Slide 4 - Tekstslide

Kan een democratische rechtsstaat zichzelf om zeep helpen?
 - VS,  Trump vaardigde decreten uit en werd door de rechter teruggefloten. Trump stelde pro-Trump rechters aan.
-Turkije, een democratisch gekozen president ontslaat rechters die het niet met hem eens zijn.   En heeft zich via een referendum een absolute macht laat toe-eigenen.
-Maar ook dichterbij in Europa zijn er voorbeelden van aantasting van vrijheden door
democratisch gekozen regeringen, bijv. Polen. 
> opdracht: Zoek voorbeelden waarin een democratie zichzelf om zeep helpt: groepje van 2-4, 15 minuten, daarna presenteren
(voorbeelden: Polen, Turkije, VS, Nazi-Duitsland, etc.)

Slide 5 - Tekstslide

Trias Politica
(Driemachtenleer)











Slide 6 - Tekstslide

Parlementaire democratie

  • Een vorm van indirecte democratie. Hoezo indirect?
  • Burgers hebben via volksvertegenwoordigers in het parlement invloed op politieke kwesties.
  • De belangrijkste politieke keuzes worden in het parlement gemaakt.



Slide 7 - Tekstslide

Atheense democratie 
= directe democratie



Wat is democratie eigenlijk? 
Wie mag zijn/haar stem laten horen?

Slide 8 - Tekstslide

Schervengericht
- begon iemand te machtig te worden? 
- naam wordt in scherven gekrast
- persoon voor 10 jaar verbannen

Slide 9 - Tekstslide

Parlementaire democratie 
  • Een vorm van indirecte democratie.
  • Burgers hebben via volksvertegenwoordigers in het parlement invloed op politieke kwesties. 
  • HOE? Door te stemmen!
  • De belangrijkste politieke keuzes worden in het parlement gemaakt.

Slide 10 - Tekstslide

De grondwet van 1815 maakte van Nederland een constitutionele monarchie, dat betekent dat de macht van de koning is vastgelegd in een grondwet.

Slide 11 - Tekstslide

  • Johan Rudolf Thorbecke
  • Nieuwe grondwet: bange koning
  • Grootste inspiratie: Montesquieu (1689-1755)
  • Montesquieu is van de ?

Slide 12 - Tekstslide


1848

  • Belangrijkste Grondwetswijzing in de Nederlandse geschiedenis: basis voor de huidige grondwet
  • Koning is onschendbaar, ministeriële verantwoordelijkheid
  • Nederland wordt een parlementaire democratie en constitutionele monarchie
  • Invoering censuskiesrecht, 1917 alle mannen kiesrecht, 1919 ook alle vrouwen
  • Klassieke grondrechten worden vastgelegd
  • rechtstreekse verkiezing van Tweede Kamer, gemeenteraden en Provinciale Staten



    Slide 13 - Tekstslide

    Klassieke Grondrechten

    Beschermt mensen tegen macht van de overheid:

    Vrijheid van meningsuiting

    Vrijheid van vereniging en vergadering

    Vrijheid van godsdienst


    Sociale grondrechten: verplichtingen van de overheid, in 1848 nog niet aan de orde

    Slide 14 - Tekstslide

    Slide 15 - Tekstslide

    Het parlement hoort bij de wetgevende macht en moet dus wetten maken. Wat is de andere taak van het parlement?
    A
    De regering controleren
    B
    De rechters controleren
    C
    De rechters adviseren

    Slide 16 - Quizvraag

    Wat is het Parlement?
    A
    Een volksvertegenwoordiging
    B
    De koning en de ministers
    C
    De Eerste en Tweede Kamer
    D
    Een republiek

    Slide 17 - Quizvraag

    Het parlement bestaat uit?
    A
    De ministers en staatssecretarissen
    B
    De regeringspartijen
    C
    De koning en de ministers

    Slide 18 - Quizvraag

    De regering
    Het parlement
    Rechters

    Slide 19 - Sleepvraag

    Welke 3 onderdelen horen er altijd bij een "Rechtsstaat"?
    A
    Grondrechten, onafhankelijke rechtspraak, scheiding van de machten
    B
    Verkiezingen, een parlement en een regering
    C
    Een koningshuis, wetten en het betalen van belasting
    D
    Gelijkheidsbeginsel, vrijheid van meningsuiting en het recht op inspraak

    Slide 20 - Quizvraag

    Het kabinet bedenkt de plannen voor het land. Waar bestaat het kabinet uit?
    A
    Eerste en de tweede kamer
    B
    De koning en de ministers
    C
    De ministers en staatssecretarissen

    Slide 21 - Quizvraag

    Grondrechten mogen ingeperkt worden wanneer.....
    A
    De veiligheid in gevaar is
    B
    De koning dit nodig acht
    C
    De regering de nodig acht

    Slide 22 - Quizvraag

    Slide 23 - Tekstslide

    Slide 24 - Tekstslide

    Slide 25 - Tekstslide

    Slide 26 - Tekstslide

    Slide 27 - Tekstslide

    Slide 28 - Tekstslide

    Slide 29 - Tekstslide

    Prinsjesdag
    Plannen voor het nieuwe jaar
    Het koffertje - miljoenennota 
    Koets
    Hoedjes

    Slide 30 - Tekstslide

    Slide 31 - Link

    Slide 32 - Link

    Slide 33 - Tekstslide

    Slide 34 - Tekstslide

    Slide 35 - Tekstslide

    Slide 36 - Tekstslide

    Slide 37 - Tekstslide

    Slide 38 - Tekstslide