8.4 Bloed stroomt 22/23


BS 8.4 Bloed stroomt
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


BS 8.4 Bloed stroomt

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Lesdoelen
  •  Je kunt beschrijven hoe het bloed door je lichaam stroomt
  • Je kunt de bouw van het hart en de weg van het bloed door het hart beschrijven
  • Je kunt beschrijven hoe je hart klopt
  • Je kunt benoemen langs welke bloedvaten het bloed door je lichaam stroomt.
  • Je kunt uitleggen hoe het hart stoffen krijgt en wat daarbij mis kan gaan

Slide 3 - Tekstslide

Zuurstof kan vervoert worden door middel van.....
A
Bloedplaatjes
B
Witte bloedcellen
C
Hemoglobine
D
Bloedplasma

Slide 4 - Quizvraag

Op welke 2 manieren kunnen witte bloedcellen ziekteverwekkers bestrijden?

Slide 5 - Open vraag

Glucose, vitaminen, hormonen, koolstofdioxide en andere stoffen, worden vervoerd door.....

Slide 6 - Open vraag

Waar worden nieuwe bloedcellen gemaakt?

Slide 7 - Open vraag

Leerdoel: Je kunt de drie soorten bloedvaten van een mens benoemen en hun kenmerken beschrijven.
Slagaders:
Vervoeren bloed vanaf hart naar orgaan
Zuurstofrijk
Dikke gespierde wand 
Hoge bloeddruk

Aders: 
Vervoeren bloed van orgaan naar hart 
Zuurstofarm
Dunne wand, met kleppen
Lage bloeddruk
Haarvaten:
Vervoeren bloed door organen
Zeer dunne wand met kleine openingen
Opname van stoffen uit de cellen
Bloed stroomt langzaam
Liggen in organen en weefsels


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Het hart

Slide 10 - Tekstslide

De bloedsomloop
De weg die het bloed door het lichaam aflegt.

2 bloedsomlopen:

  • Kleine bloedsomloop
  • Grote bloedsomloop

Slide 11 - Tekstslide

Kleine bloedsomloop
Grote bloedsomloop
uitleg over de kleine bloedsomloop

Slide 12 - Tekstslide

Opdrachten maken
Maak opdracht 1 t/m 11 

Slide 13 - Tekstslide

In de afbeelding zie je verschillende typen bloedvaten.
Wat is de naam van elk type bloedvat? Sleep de juiste naar erheen.
Slagader 
Ader
Haarvat

Slide 14 - Sleepvraag


1) Kleine bloedsomloop =
Hart -                           - hart

2) Grote bloedsomloop =
Hart -                           - hart

hele lichaam
longen

Slide 15 - Sleepvraag

Je kunt je hartslag meten bij je pols. Dit is een voorbeeld van een
A
aorta
B
slagader
C
ader
D
haarvat

Slide 16 - Quizvraag

8.4 Les 2 

Slide 17 - Tekstslide

Lesdoelen
  •  Je kunt beschrijven hoe het bloed door je lichaam stroomt
  • Je kunt de bouw van het hart en de weg van het bloed door het hart beschrijven
  • Je kunt beschrijven hoe je hart klopt
  • Je kunt benoemen langs welke bloedvaten het bloed door je lichaam stroomt.
  • Je kunt uitleggen hoe het hart stoffen krijgt en wat daarbij mis kan gaan

Slide 18 - Tekstslide

In de tekening hiernaast zie je een stukje van de bloedsomloop met de drie typen bloedvaten.
Hoe heten de bloedvaten 1, 2 en 3? 
1.
2.
3.
Ader
Slagader
Haarvaten

Slide 19 - Sleepvraag

In de afbeelding is een doorsnede van een schematisch hart weergegeven. Sleep de onderdelen naar het hart.
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerboezem
Linkerkamer
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart uit
Bloed stroomt het hart uit

Slide 20 - Sleepvraag

In welke bloedvaten is de bloeddruk laag?
A
In haarvaten en aders
B
alleen in aders
C
alleen in haarvaten

Slide 21 - Quizvraag

Wat is er bijzonder aan de longader?
A
De bloeddruk is er hoog
B
Hij loopt van het hart af
C
Hij bevat zuurstofrijk bloed
D
Hij heeft een gespierde wand

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video

Leerdoel:
Je kunt uitleggen hoe het hart klopt.
Je hart pomp het bloed door je lichaam. Een hartslag bestaat uit 3 stappen:
1. De boezems knijpen samen en pompen het bloed naar de kamers.
2.De kamers knijpen samen en pompen het bloed naar de longslagader en de aorta.
3. De hart neemt een pauze, waarin de boezems weer vollopen met bloed uit de aders.

Slide 24 - Tekstslide

De bloedsomloop
Kleine bloedsomloop: de rechterhelft van het hart pompt het bloed naar de longen. Vanuit de longen stroomt het bloed naar de linkerhelft van het hart.

Grote bloedsomloop: van de linkerhelft van het hart wordt het bloed het hele lichaam doorgepompt en weer terug naar de rechterhelft van het hart. 

Slide 25 - Tekstslide

Je bloedvatenstelsel:
Leerdoel: Je kunt de bouw van het hart en de route van het bloed door je hart beschrijven.
Al je bloedvaten samen vormen je bloedvatenstelsel. In de afbeelding zijn de haarvaten niet te zien. 

Meestal hebben de slagaders en de aders de naam van het orgaan waarnaar ze toegaan of waar ze vandaan komen.

Door je armslagaders stroomt bloed naar je handen toe en door je beenaders stroomt bloed uit je benen terug naar het hart.

Slide 26 - Tekstslide

Naamgeving
Naam van het orgaan + ader of slagader.
Slagader van het hart naar een orgaan.
Ader van het orgaan naar het hart.
Uitzonderingen: Aorta, Holle ader, poortader, kransslagader/ader

Vraag 16 boek!!

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Opdrachten maken
Maak opdracht 11 t/m 21

Slide 29 - Tekstslide

Hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Video