T6 L 1 Expl 2 : Wat is een bedrijfskolom?

T6 L 1 Expl 2 : Wat is een bedrijfskolom?
Bekijk aandachtig het filmpje en bekijk ondertussen ook het schema bij vraag 1 . 

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Boekhouden 3ecweSecundair onderwijs

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

T6 L 1 Expl 2 : Wat is een bedrijfskolom?
Bekijk aandachtig het filmpje en bekijk ondertussen ook het schema bij vraag 1 . 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

2. Verschil tss groothandel en kleinhandel

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een groothandel
A
Hij koopt bij meerder producenten, om in kleinere hoeveelheden aan andere ondernemingen te verkopen
B
Een groothandel vervoert de goederen van de fabrikant naar de kleinhandel.
C
Hij koopt aan bij de fabrikant van een product en verkoopt aan de consument

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een kleinhandel?
A
Hij verkoopt goederen aan de groothandel
B
Hij vervoert goederen tot bij de consument.
C
hij verkoopt goederen aan consument/particulier

Slide 5 - Quizvraag

5. Definitie bedrijfskolom
Omkader bij het uitleg van de BK in vraag 1 de onderdelen die deel uitmaken van de BK van chips.

Slide 6 - Tekstslide

Good to know : Bedrijfskolom
- schematisch overzicht van stappen die een Goed/dienst doorloopt.
- schema ->start bij producent grondstoffen 
-> eindigt zodra eindproduct/dienst aan consument wordt aangeboden. 
- bij iedere stap wordt er waarde toegevoegd aan G/D

Slide 7 - Tekstslide

Consument
- wordt ook weergegeven in de BK , maar maakt er GEEN deel van uit 
=> REDEN: omdat consument zelf geen waarden toevoegt aan het product 

Slide 8 - Tekstslide

Enkel bedrijven die eigenaar worden maken deel uit van BK
- logistieke bedrijven zoals transportbedrijven 
-worden GEEN eigenaar van het product 
- ze verlenen enkel een DIENST
=> Deze bedrijven maken ook GEEN deel uit van de BK

omkader nu bij vraag 1 de onderdelen van de BK bij chips

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

T6 L 1 : Expl 3 : Hoe werkt het BTW systeem?

Slide 11 - Tekstslide

2. Welk BTW tarief is er van toepassing op een jeansbroek?

Slide 12 - Open vraag

Good te know
Elke schakel van productieproces voegt waarde TOE aan het product.
vb. verwerken van grondstof                 tot (half) afgewerkt product         ,     , de 

verpakking van een product in een consumentenverpakking, reclamecampagne, ... (= TOEGEVOEGDE WAARDE)

Slide 13 - Tekstslide

Elke SCHAKEL verhoogt de WAARDE van het product met o.a.
- WINST, lonen van de werknemers, kosten van machines/gebouwen, ;..

DEZE TOEGEVOEGDE WAARDE   bereken je als volgt
= VERKOOPPRIJS - AANKOOPPRIJS (beidE excl BTW)

Slide 14 - Tekstslide

3. Vul de tabel aan m.b.v de vragen

Slide 15 - Tekstslide

a. hoe kom je aan het bedrag 21,00 EUR in de kolom btw op verkoop?

Slide 16 - Open vraag

b. Hoe bereken je het bedrag in de kolom van de Toegevoegde Waarde?

Slide 17 - Open vraag

c. Hoe kom je aan het bedrag 21,00 EUR in de kolom BTW?

Slide 18 - Open vraag

d. Hoe bereken je het BTW-Saldo?

Slide 19 - Open vraag

e. Vul nu de tabel verder aan.

Slide 20 - Tekstslide

21 % bTW
Tekst
VP -AP

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

4a. hoeveel BTW heeft de jeansfabriek aan de katoenspinnerij betaald?

Slide 23 - Open vraag

4b. hoeveel BTW heeft de jeansfabriek van de groothandel ontvangen?

Slide 24 - Open vraag

4c. hoeveel BTW moet de jeansfabriek uiteindelijk betalen aan de overheid?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide