5.1 De Koude Oorlog (MEMO)

5.1 - De Koude Oorlog
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.1 - De Koude Oorlog

Slide 1 - Tekstslide

Leervragen 5.1
  1. Hoe verslechterde de verhouding tussen de VS en de Sovjet-Unie tussen 1945 en 1985?
  2. Waardoor werd de tegenstelling tussen het Oostblok en het Westblok tussen 1945 en 1985 groter?
  3. Welke conflicten waren er tussen 1945 en 1985 tussen Oost en West? 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Deel 1
Verslechterde verhouding tussen de VS en de SU

Slide 4 - Tekstslide

Einde WOII
Duitsland werd aan het einde van WOII van 2 kanten aangevallen.
  • Oost --> Sovjet-Unie
  • West --> VS, Groot-Brittannië en Canada

Na WO2 --> GB en Frankrijk verzwakt door geldgebrek en verlies kolonies.
  • Sovjet-Unie en VS hadden nu de meeste macht

Slide 5 - Tekstslide

Wantrouwen
Sovjet-Unie en VS hadden totaal verschillende ideeën over bestuur en economie:
  • VS --> democratie en kapitalisme     (= economie met vrije ondernemers en privébezit)
  • Sovjet Unie --> communisme            (= gelijkheid, grondstoffen/gebied is bezit van de staat, planeconomie) o.l.v. 1 partij


Slide 6 - Tekstslide

Situatie na de oorlog

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Invloedssferen
Frankrijk, VS, GB en Sovjet-Unie verdeelden Duitsland én Berlijn

Er ontstonden twee invloedssferen
  • Oost-Europa (Oostblok). O.l.v. Sovjet-Unie, werd communistisch.
  • West-Europa (Westblok). O.l.v. VS, werd kapitalistisch + democratisch.

Slide 11 - Tekstslide

Deel 2
De tegenstelling tussen Oost en West

Slide 12 - Tekstslide

IJzeren Gordijn
= Streng bewaakte grens (vanaf 1945) tussen het kapitalistische westen en communistische oosten. 

Zorgde voor verdeling Oost en West Europa.

Ontstaan Satellietstaten (= landen afhankelijk van SU bijv. Hongarije en Polen)

Slide 13 - Tekstslide

Blokkade van Berlijn
Berlijn lag midden in SU deel. Doorn in het oog van Stalin. 
Stalin blokkeert aanvoerwegen naar West-Berlijn: Blokkade van Berlijn (1948-1949)


Stalin hoopte dat de geallieerden Berlijn op zouden geven


Het Westen gaat West-Berlijn via de lucht 11 maanden bevoorraden: de luchtbrug

Stalin hief de Blokkade op (1949), maar blijvende spanning resulteerde in oprichting BDR (Bondsrepubliek Duitsland) --> (West-DU) en DDR (Duitse Democratische Republiek) --> (Oost-DU)

Slide 14 - Tekstslide

NAVO (= Noord-Atlantische Verdragsorganisatie)
1949

Militair bondgenootschap van West-Europese landen, o.l.v. VS en Canada


Warschaupact

1955

Militair bondgenootschap van de SU en Oostbloklanden

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wapenwedloop
  • VS --> 1945 atoombommen 
  • SU --> 1949 atoombommen

VS en SU kwamen in een wapenwedloop terecht (= een soort wedstrijd om zoveel mogelijk wapens te maken en hiermee de tegenstander af te schrikken)
  • Wederzijdse afschrikking. De Koude Oorlog werd zo nooit een échte oorlog.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Deel 3
Conflicten tijdens de Koude Oorlog

Slide 20 - Tekstslide

Containment
Na WOII was West-Europa erg verzwakt. Om te voorkomen dat West-Europa Communistisch werd:

  • Containmentpolitiek (= politiek van de VS om het communisme overal ter wereld tegen te houden). VS kon helpen/ingrijpen door economische en militaire steun. Marshallplan -->

Maar: ingrijpen in Oost-Europa deed de VS niet, uit angst voor oorlog.
Voorbeeld economische steun:
Marshallplan (= VS leende (West) Europese landen geld om hun economieën te herstellen). Oost Europa mocht deze steun van Stalin niet aannemen.

Slide 21 - Tekstslide

Stalin komt te overlijden (1953)
  • Opluchting
  • Onzekerheid 
  • Ruimte

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

Conflicten
  1. Hongaarse opstand (1956). SU slaat (met tanks) opstand tegen communistische regering neer. 
  2. Berlijnse Muur (1961). Hierdoor kon men niet langer via Berlijn van Oost naar West Duitsland vluchten. --> Tot onvrede van Kennedy. Ging naar Berlijn en sprak de woorden 'Ich bin ein Berliner' uit.
  3. Praagse Lente (1968). Communistische leider Tsjecho-Slowakije staat meer vrijheid toe. SU herstelt de macht van de communistische partij.

In bovenstaande conflicten: VS grijpt niet in!

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

John F. Kennedy 
(VS)

Nikita Chroesjtsjov
(SU)

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Cubacrisis
(= Conflict tussen VS en SU over plaatsing kernraketten op Cuba)

Plaatsing hiervan was voor VS zéér bedreigend, aangezien de raketten makkelijk het vasteland van de VS konden bereiken.

Cuba werd met marineschepen geblokkeerd. President Kennedy eiste de verwijdering van de raketten. Na 10 dagen gaf de president van de SU, Chroesjtsjov, toe. De raketten werden weggehaald.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Sleepvragen 5.1
Om extra te oefenen met de stof

Slide 30 - Tekstslide

Communisme
Kapitalisme
Gelijkheid
Vrijheid
VS
SU
Arbeiders
Winst
Planeconomie
Westblok
Oostblok
Satellietstaten

Slide 31 - Sleepvraag

Invloedssfeer 
Sovjet-Unie
Invloedssfeer
Verenigde 
Staten
Nederland
Oost-Duitsland
Polen
Frankrijk
Hongarije
Engeland
Tsjecho-slowakije

Slide 32 - Sleepvraag

Verenigde Staten
Sovjet Unie
West-Duitsland
Oost-Duitsland
DDR
BDR
Communistisch
Kapitalistisch

Slide 33 - Sleepvraag

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde
Nederland krijgt financiele steun vanuit Amerika
Duitsland wordt in 2 delen gesplitst
De NAVO wordt opgericht
Er ontstaat ruzie tussen VS en SU, begin van de Koude Oorlog

Slide 34 - Sleepvraag

Hieronder staan vier uitspraken. Ze passen elk bij een land en in de tijd vlak na de Tweede Wereldoorlog. Welk land hoort bij welke beschrijving sleep het juiste land naar de juiste omschrijving
1 Dit land is een overwinnaar van de Tweede Wereldoorlog, maar erg verzwakt.
2 Dit land bepaalt wat er in het oosten van Berlijn gebeurt.
3 Dit land is de leider van het Westblok.
4 Dit land heeft beperkt zelfbestuur.
a. Engeland
b de Sovjet Unie
c. de Verenigde Staten
d.Duitsland

Slide 35 - Sleepvraag