Aardbeving = trilling in de aardkorst waar aardplaten stroef tegen elkaar aan bewegen: convergente grenzen (subductie) en transform.
hypocentrum = plek onder de aardkorst waar de aardbeving ontstaat
Epicentrum = plek op het aardoppervlak waar de beving het sterkst gevoeld wordt
Tsunami = aardbeving in de zee. Bij de kust pas hoge golven door het ondieper worden van de zeebodem.
Kracht van aardbeving gemeten met schaal van richter
Schade die een aardbeving aanricht gemeten met schaal van mercalli